Kerkblad voor het Noorden

Artikelen week 43

Commentaar: Halfslachtig

Bijna vanaf ons huwelijk zijn wij geabonneerd op het programmablad van de Evangelische Omroep. Door de jaren heen is het in mijn ogen een prima blad geworden. Je wordt uitgebreid geïnformeerd over welke uitzendingen er op welk tijdstip plaatsvinden, met vaak de nodige voorinformatie. Dat geldt zowel voor de radio als voor de televisie. Maar er staat nog veel meer in te lezen. Zo is er een pagina gevuld met diverse soorten puzzels, wordt er een uitgebreid interview gehouden met een persoon die de desbetreffende week of op de radio of op de televisie in beeld komt. Er zijn twee pagina’s met weekoverdenkingen van ds. Van der Veer. Diverse personen schrijven een column, en er zijn twee pagina’s voor de kinderen. Je kunt het zo gek niet bedenken of het komt aan bod. Door die grote variatie is het programmablad best de moeite van het lezen waard, ook al heb je geen televisie of luister je weinig naar de radio.

Nu doet zich het geval voor dat er ook een rubriek 'filmbespreking' in voor komt. Het betreft dan een korte bespreking van een film die de desbetreffende week op een van de zenders getoond wordt. Dat kan zowel een film voor kinderen of voor zestienplussers zijn. Tot zover prima. Maar er wordt ook bij iedere film een oordeel gegeven waarom je de film wel of niet moet gaan zien. 

Bij 'waarom wel'kun je dan termen tegen komen als: knap geconstrueerd, laat vriendschap op een mooie manier zien, sympathieke hoofdpersonen, mooie vertelling van een waar gebeurd verhaal. Allemaal positieve beoordelingen.

En direct daarna 'waarom niet': grof taalgebruik, er zitten seksscènes in, de jeugdfilm is confronterend voor kinderen uit gebroken gezinnen, laat heel onverbloemd de negatieve kant van technologische mogelijkheden op seksueel en psychologisch gebied zien. En zo kan ik er nog wel meer opnoemen

En dat vind ik nou halfslachtig. Als je een advies geeft, geef dan een duidelijk advies vanuit je principes, je identiteit. Natuurlijk, ieder is voor zijn eigen kijk- en luistergedrag verantwoordelijk. Maar je kunt toch gewoon volstaan met een positieve of negatieve aanbeveling? En dan vooral bij die programma's waarin de eer van onze God in het geding is.

Pieter Sijtsma, Dokkum       

 

Veel om voor te danken

 

In de serie ‘christen en beroep’ maken we portretten van mensen die iets vertellen over wat hen beweegt in hun werk en welke rol geloof daarin speelt. Vandaag Christa Roelofsen, samen met haar zoons eigenaar van een kippenboerderij.

Het is een mooie na zomerdag als wij, Janneke en Klazien, op bezoek gaan bij Christa Roelofsen. Zij beheert samen met haar zoons Coen (21) en Hendrik (19) een grote kippenboerderij in Zandeweer,  in de buurt van Uithuizen. Nadat we haar mooie woonkeuken hebben bewonderd en voorzien zijn van een kopje thee, zitten we al snel midden in het gesprek.

Christa en haar man Henk zijn zesentwintig jaar geleden vanuit het midden van het land naar het noorden gekomen.

Beiden zijn opgegroeid op een boerderij, Henk in Lunteren en Christa in Nieuw-Loosdrecht. Omdat Henk niet zoveel met koeien had, maar wel belangstelling had voor kippen, zijn ze in Zandeweer met een kippenbedrijf begonnen. Samen hebben ze het in het bedrijf gewerkt, tot Henk ziek werd. In december 2013 werd bij hem een hersentumor geconstateerd. Ruim een jaar later, in maart 2015, is hij overleden.

Na Henks overlijden besloten Christa, Coen en Hendrik om samen het bedrijf verder te runnen. Tot aan die tijd bemoeiden de jongens zich vrijwel niet met de kippen, ook omdat, om infecties bij de dieren te voorkomen, zo weinig mogelijk mensen de stallen binnen mochten gaan. Toch wilden ze samen verder gaan en gelukkig gaat dat prima.

Vijfentwintigduizend

Christa vertelt: ‘We hebben drie stallen met in totaal vijfentwintigduizend kippen, zogenaamde moederdieren, die vrij rondlopen. Als de kippen op het bedrijf komen, zijn ze twintig weken oud. Na een week of twee  gaan ze leggen, in de top legt tachtig à negentig procent van de kippen een ei. In de loop van de tijd wordt dat minder. Omdat er tussen de kippen verscheidene hanen rondlopen, zijn de eieren bevrucht. Deze bevruchte eieren worden geleverd aan een broederij, de kuikens die uit de eieren komen worden door een kuikenmester vetgemest voor ons kipfiletje.'

Werk

'Maar voor het zover is, komt er nog heel wat kijken. Elke dag moeten de eieren worden "geraapt". Als een kip een ei legt komt dat automatisch op een lopende band terecht, die ze naar een ruimte transporteert waar de eieren machinaal vanaf de band in dragers worden gezet en gestempeld. Deze dragers moeten handmatig in transportkarren worden geplaatst.  Twee keer per week worden de eieren opgehaald, want de bevruchte eieren mogen niet ouder zijn dan tien dagen.

Dit "rapen" doen we meestal met z’n tweeën, we zijn dan een halve dag bezig. Op zondag doen we alleen het hoognodige, maar eieren rapen moet elke dag. Ook lopen we dan alle stallen even door om te kijken of er afwijkende dingen te zien zijn. Voeren gaat automatisch, evenals de watervoorziening.'

Controle

'Elke twee weken wordt de mest gecontroleerd op de salmonella bacterie en elke tien weken wordt steekproefsgewijs bloed afgenomen en getest op bepaalde ziektes. Verder moet alles heel schoon zijn. Je kunt ook niet zomaar de stallen in, alleen met speciale kleding en speciaal schoeisel. Als je in de stallen gaat werken moet je eerst douchen.'

'Als de kippen zestig weken oud zijn gaan ze weg. Ze worden dan verkocht aan een vleesbedrijf. Het vlees wordt vooral gebruikt voor soepkip, kroketten en dergelijke. De stallen worden dan helemaal schoongemaakt en ontsmet, zodat er weer nieuwe kippen in kunnen. Het is daar dan schoner dan bij mij thuis.’

Op onze vraag of de buurt ook klaagt over (stank)overlast vertelt Christa dat dit niet zo is. ‘Wij hebben geen mestkuikens. Stankoverlast krijg je met name als mestkippen teveel voer krijgen. Ze verteren het voer dan niet goed en scheiden het gedeeltelijk onverteerd uit. Dit geeft die typische zure lucht.'  

Consumenten

'Wakker Dier voert veel actie tegen de plofkip. Maar soms gaat ze hierin te ver. Ze doet onrecht aan de mensen die met dieren werken. Als boer(in) ben je zuinig op je dieren.

In Nederland zijn goede regels en als je je daaraan houdt krijg je een goed product. Die regels kosten wel wat meer. In sommige landen zijn de regels minder streng, de boeren in die landen kunnen dus een goedkoper product leveren. En dat is vaak wel waar de consument om vraagt.

Wij mogen geen antibiotica gebruiken. Dat is ook niet nodig. Er zijn genoeg natuurlijke middelen die gebruikt kunnen worden. Wij doen bijvoorbeeld knoflook door het drinkwater om gezonde dieren te krijgen. Onder andere bloedluis gaat hiermee weg. Kippen onderhouden zich zelf. Als ze dat niet meer doen, leggen ze geen eieren.’

Op de vraag of ze kunnen rondkomen, legt Christa verder uit: ‘In ons bedrijf ligt de handel anders dan bijvoorbeeld bij een rundvee-bedrijf. Wij zijn gewend om met de marktprijs mee te gaan. We kunnen er van leven, maar we moeten wel zorgen voor een reserve. Als het goed gaat, kunnen we vernieuwingen doorvoeren en reserves opbouwen voor de magere jaren. Als de eierprijs niet goed is gaat dat niet.’

Dankbaar

We vertellen Christa dat haar verhaal in het ‘Dankdagnummer’ van het Kerkblad voor het Noorden  komt en vragen of zij kan danken, vooral na de moeilijke tijd die ze heeft gehad.

‘Ik heb heel veel om dankbaar voor te zijn. Vanuit het verdriet is iets moois gegroeid. Ik heb altijd geprobeerd om naar de mooie dingen te kijken. Het feit dat de jongens samen met mij het bedrijf wilden voortzetten, is heel bijzonder, vooral omdat ze dit beide niet van plan waren. En hier te wonen is zo mooi! Je ziet in de natuur steeds weer geboorte en groei. Ik kijk naar buiten en geniet. Je kunt niet bij je verdriet blijven stilstaan. Toen Henk nog leefde waren we ook altijd dankbaar. Wij hadden nergens recht op, maar we waren blij en dankbaar dat we dit werk mochten doen.

Toch zijn er ook wel problemen. Wij wonen in een aardbevingsgebied en hebben ook schade. De schade aan het huis is door de NAM gerepareerd. Maar ook al zijn de scheuren gedicht, ze komen toch hier en daar weer terug. Verder zijn er op dit moment nog twee mestputten kapot. Daardoor loopt er water in en kunnen wij geen droge mest afleveren. Dat is voor ons een schadepost. We zijn hierover nog in overleg met de NAM.’

Na nog een rondleiding door het bedrijf en de tuin, nemen we afscheid van Christa. We hebben respect voor haar positieve instelling en hebben deze middag veel nieuwe dingen gehoord en geleerd.

Janneke van der Molen en Klazien Brouwer, Bierum / Delfzijl

 

 

Derde zitting van de generale synode 

Woensdag 12 oktober

Af en toe hoorden we in de wandelgangen van de Oenenburgkerk: wat wordt er toch veel gedaan in de kerken! Wat is er veel reden tot dankbaarheid! Zo ook op de derde dag van de synode, die in het teken stond van de Theologische Universiteit Apeldoorn.

Aan het begin van de middag verleende de synode emeritaat aan prof. dr. G.C. den Hertog, die gedurende vijftien jaar hoogleraar was aan de universiteit. Prof. Den Hertog werd in 1974 bevestigd tot predikant in zijn eerste gemeente, Kornhorn. Na Kornhorn diende hij de gemeente van Leiden. Daarbij was hij de jaren door werkzaam in verscheidene deputaatschappen en functies. De synode van 2001 benoemde hem tot hoogleraar in Apeldoorn. Daar doceerde hij verscheidene vakken. Maar wat er in zijn vakkenpakket ook veranderde, het vak ethiek bleef hij steeds doceren. De hoogleraar diende het geheel van de kerken, zo zei de preses van de synode, ds. P.D.J. Buijs. Daarna onderstreepte de voorzitter van het curatorium, ds. A. van der Zwan, dat eerbiedig luisteren naar de Schriften het werk van prof. Den Hertog steeds kenmerkte. De woorden waarmee hij intrede deed in zijn eerste gemeente waren: 'Spreek HERE, want uw knecht hoort.'

Indruk maakte het antwoord dat prof. Den Hertog gaf op de beide toespraken. Hij vertelde over de weg die de Here met hem was gegaan, en de rol die mensen daarin speelden. De Here werkt door de geslachten heen! Als kleine jongen hoorde hij Psalm 119 vers 83. Dat psalmvers is altijd bij hem gebleven. Ook vertelde hij over de eerste bijbeltekst die hij als kind uit zijn hoofd kende: 'Ik heb geen meerdere blijdschap, dan hierin, dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen' (3Joh.4). Uit wat prof. Den Hertog naar voren bracht, sprak diepe dankbaarheid jegens de Here. 

Benoemingen

Aan het begin van de avond benoemde de synode dr. A. Huijgen (Kampen) tot hoogleraar systematische theologie, en dr. M.J. Kater (Kampen) tot hoogleraar praktische theologie. De afgelopen jaren hebben zij beiden hard gewerkt aan de Theologische Universiteit. Het bleek meer dan voldoende dat zij de gaven hebben ontvangen om te dienen in het ambt van hoogleraar. Een blijde dag voor de kerken, en een reden tot dankbaarheid: het werk aan de Theologische Universiteit kan doorgaan. De bevestiging van de nieuwe hoogleraren zal plaatsvinden op deo volente 13 december in de Dorpskerk te Nunspeet.

Maar er was meer. De synode gaf bovendien goedkeuring aan de benoeming van drs. H. de Waard (Dordrecht) als universitair docent Hebreeuws / Aramees. Hij neemt daarmee de plaats in van mevrouw dr. Adrie Drint, die op 20 juni van dit jaar overleed, in de leeftijd van 56 jaar. Tweeëntwintig jaar doceerde zij bijbels Hebreeuws en Aramees aan de universiteit. De universiteitsgemeenschap herdenkt haar met dankbaarheid.

De synode gaf eveneens goedkeuring aan de benoeming van dr. M.C. Mulder (Ermelo) als universitair hoofddocent Nieuwe Testament. Dr. Mulder was al werkzaam aan de universiteit, maar zijn takenpakket is hiermee uitgebreid. Verder gaf de vergadering goedkeuring aan de benoeming van ondergetekende tot universitair docent ethiek, voor bijna een halve weektaak.

Jaarboek

Veel gebruikers van het jaarboek van onze kerken zal het zijn opgevallen: in de indeling is het een en ander veranderd. De vindplaats van gemeenten bijvoorbeeld. Deze zijn nu op alfabetische volgorde gerangschikt, terwijl dat voorheen per classis gebeurde. Helaas moest de synode opmerken dat de verkoop van de jaarboekjes wat terugloopt. Daar moet wat aan gedaan worden! De redactie kreeg de opdracht om daarmee bezig te gaan.

Eenheid

Bij de besprekingen over kerkelijke eenheid komt elke synode de verscheidenheid van het kerkelijk leven naar voren. Gelukkig kon daar tijdens deze derde zitting op een broederlijke wijze over worden gesproken.

Overigens kwamen op deze dag slechts enkele punten ten aanzien van de eenheid naar voren. Maar het eerste punt was meteen van groot gewicht, namelijk dat de synode wil blijven zoeken naar wegen die kunnen leiden tot de eenheid van de kerken van gereformeerd belijden in Nederland. Deze roeping geldt zowel de gezamenlijke kerken alsook de plaatselijke gemeenten. De synode wil dat doen, en weet zich daartoe geroepen door God zelf, ook al beseft zij dat een landelijke fusie van kerkverbanden op dit moment niet reëel is.

Er is zelfs sprake van een impasse. Maar die impasse mag ons er niet van weerhouden te werken aan wat God zelf van ons vraagt.

Verder sprak de synode over een zogenaamd conventmodel. De bedoeling is dan dat gereformeerde belijders die deel uitmaken van verscheidene kerkverbanden elkaar op classisniveau zullen ontmoeten. Het is van belang dat er wordt gesproken tussen ambtsdragers van verschillende kerken die op hetzelfde fundament willen staan. Misschien kan het conventmodel een instrument zijn tot bevordering van de eenheid onder gereformeerde belijders. Dit model zal de komende tijd concreter worden uitgewerkt. In elke particuliere synode zal een classis moeten zijn die dat model zou willen uittesten.

D. J. Steensma, Feanwâlden 

© 2016 Kerkblad voor het Noorden