Op 9 november mochten mijn vrouw en ik veertig jaar getrouwd zijn. Ds. M. Vlietstra, mijn voorganger in Werkendam en bij wie mijn vrouw belijdenis had gedaan in Dordrecht, leidde de huwelijksdienst. Hij preekte over Exodus 33,15 ‘Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken.’

Op 16 november was het veertig jaar geleden dat ik bevestigd werd als predikant van de Chr. Geref. Kerk te Werkendam en intrede mocht doen. Bevestiger was ds. M.C. Tanis. Intredetekst was Romeinen 1, 16 ‘Want ik schaam mij het Evangelie van Christus niet, want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk die gelooft, eerst den Jood, en ook den Griek.’ We hebben in Werkendam veel mogen leren van de kerkenraad en van kinderen van God in de gemeente. In Werkendam was het nog de gewoonte dat de predikant regulier mee ging op huisbezoek. Dat hebben we al die jaren mogen doen. Per jaar werd de helft van de gemeente door de predikant bezocht. Deze werkwijze heeft als voordeel dat je als predikant ook geregeld op adressen komt waar geen bijzondere gebeurtenissen plaatsvinden. Lange tijd mocht de gemeente van Werkendam gediend worden: vanaf 16 november 1976 tot 30 maart 1994, ruim zeventien jaar. Van Werkendam ging de weg naar Barendrecht. Deze gemeente was ongeveer tweemaal zo groot als de gemeente van Werkendam. Op 30 maart 1994 vond de bevestiging en intrede in de Chr. Geref. Kerk van Barendrecht plaats. De bevestiging vond plaats door ds. M.C. Tanis. Intredetekst was Jesaja 9, 5 (gedeeltelijk) ‘En men noemt Zijn Naam Wonderlijk.’ Veel werk mocht hier verricht worden. Ook hier mocht ik veel leren van de kerkenraad en van kinderen van God. In Barendrecht was het onmogelijk regulier mee te gaan op huisbezoek. Buiten de huisbezoeken om lag er in deze gemeente veel pastoraal werk dat door mij verricht mocht worden. Aan de gemeente van Barendrecht waren we verbonden tot 9 september 2000, dus zes en een half jaar. Van Barendrecht ging de weg naar Urk. Een hele verandering. Op 9 september 2000 mochten we bevestigd worden en intrede doen op Urk, opnieuw werd de bevestigingsdienst geleid door ds. M.C. Tanis. De intredetekst was Johannes 21, 6 ‘En Hij zeide tot hen: Werpt het net aan de rechterzijde van het schip, en gij zult vinden. Zij wierpen het dan, en konden hetzelve niet meer trekken vanwege de menigte der vissen.’ Op Urk mag ik nu al ruim zestien jaar arbeiden, samen met mijn geliefde vrouw. Ook op Urk mochten we veel leren van kerkenraad en kinderen van God in de gemeente. Het is een wonder van Gods goedheid dat ik tot op heden de kracht en de gezondheid heb gekregen om de ambtelijke arbeid in de gemeente te kunnen verrichten. Dat is onverdiend. De Heere heeft het waar gemaakt: ‘Hij Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.’ 1 Thess. 5, 24. Mijn vrouw en ik zijn dankbaar jegens de Heere dat hij aan ons beiden geeft wat nodig is in de gemeente. De Heere geve dat wij beiden nog wat jaren mogen arbeiden in de gemeente en stelle de prediking en de andere ambtelijke arbeid tot rijke zegen onder jong en oud. De Heere gaat nog door met Zijn werk, ook op Urk, ook in onze kerken. Want de zon en de maan staan nog aan de hemel. Vaak moet ik denken aan Psalm 72, 5 ‘Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht.’

 

A. van Heteren, Urk