Voelt u zich wel eens alleen? Het is alsof geen mens je begrijpt. Je hebt geen echt contact met anderen.

Je voelt je verlaten. Eenzaam. Alleen tussen de mensen. Dat kan dus. Thuis in je gezin, op je werk, in de kerk. Ja, ook in de kerk kan het kil en eenzaam zijn. Het doet zeer wanneer je dat moet constateren. Ligt het aan mij? Sluit ik me af van de anderen omdat ze niet bij mij passen? Of komt het doordat ze mij in een keurslijf willen persen en ik daar niet tegen kan?

Soms zijn er verdrietige en moeilijke dingen voorgevallen waardoor het contact moeilijk en zwaar kan zijn. We zijn allemaal mensen, elk met zijn eigen lek en gebrek. Dat hoor je dan vaak als excuus om het contact uit de weg te gaan, maar is het dat ook? Of zit ons hart op slot? Durf ik ook mijn eigen hart te onderzoeken?

Daarnaast moeten we trouwens niet vergeten dat er mensen zijn die om gezondheidsredenen contact uit de weg moeten gaan. Dan maakt ziekte eenzaam.

 

Verschillende situaties. Die behoeven ook een verschillende aanpak.

De een is bijvoorbeeld blij verrast met een vriendschappelijk schouderklopje, een ander schrikt daardoor zo erg dat zijn hele dag in barstende hoofdpijn ten onder gaat. Soms doet een gestuurd kaartje veel goeds, je voelt je betrokken en gewild, terwijl een ander schrikt van elke gepaste of ongepaste tekst die op de kaart staat, en deze verdrietig om zoveel onbegrepenheid van de ander gelijk door midden scheurt.

Bedenk: Elkaar kennen gaat vooraf aan elkaar steunen, juist hier!

 

Zo leef je dan te midden van de drukte van deze wereld. Eenzaam en toch alleen. Je probeert te bidden. Je zoekt contact met God. Maar het lijkt wel alsof ook God niet hoort. Van God en mens verlaten dus. Hoe moet je nu verder? Waar vind je een antwoord?

De profeet Elia, de man die drieduizend jaar geleden krachtige wonderen deed, voelde zich ook zo. Laat mij maar sterven zei hij en ging enkele reis de woestijn in. Maar dat ging niet door, God zij dank. De Heer greep in. Nu, zoveel jaar verder mogen we weten dat God geen mens eenzaam en alleen door het leven laat gaan. Hij blijft trouw. Geen mens? Ja, toch. Eén mens heeft meegemaakt van God verlaten te zijn. Zijn eigen Zoon. Hij heeft die verlatenheid doorstaan, wat wij nooit zouden kunnen. Hij deed dat niet voor zichzelf, dat was immers niet nodig. Hij wilde het doen voor ons, om voor u en mij de weg naar de Vader weer te openen. Op die zekerheid mag je pleiten in je gebed. Je mag je getroost weten door de prachtige woorden uit Jesaja 49. Kan een vrouw haar zuigeling vergeten? Zelfs al zou dat zo zijn, spreekt de Heer: Ik vergeet jou nooit. Ik heb je in Mijn handpalmen gegrift.

 

Dat is wat! We staan niet ergens op een harde schijf onder nummer zoveel. Nee, we mogen staan in de handpalmen van onze Eeuwige God en Vader. Dichterbij kan niet. Beter kun je het niet treffen. In de eeuwigheid niet.

Zo mag dit sombere stukje eindigen in een stil verwonderd, blij juichend, God lovend, bemoedigend slot en vol van vertrouwen mogen we de weg op gaan die de Heer ons wijst. Met die Vaderhand waarin uw en mijn naam mag staan. Aan Zijn hand zijn we geborgen en nooit alleen.

 

Art van der Molen, Bierum