God had een doel voor ogen toen Hij man en vrouw, en hun onderlinge verbondenheid schiep. De uiteindelijke bestemming daarvan zou liggen in de verhouding tussen Christus en zijn gemeente. Tenminste, zo spreekt de apostel daarover in zijn brief aan de Efeziërs. En we hechten toch gezag aan de woorden van de apostel?

 

Bij de schepping van man en vrouw dacht God al aan de band tussen Christus en de zijnen (Ef.5,32). Deze band zal in het nieuwe Jeruzalem volmaakt zijn. Dan komt ook de seksuele verbondenheid tussen man en vrouw tot haar doel, overigens zonder dat er dan sprake zal zijn van een geslachtelijke vereniging tussen beiden. De Here Jezus was daarover duidelijk: daar zal geen huwelijk meer zijn (Mat.22,30).

Hij onderstreepte eveneens dat het ongehuwd-zijn in de aardse bedeling van zijn koninkrijk geen geringere waarde heeft dan het gehuwd-zijn.

 

Verstand en wil

Het woord 'seksualiteit' duidt dus niet alleen op het man- of vrouw-zijn, maar ook op seksueel verlangen en de aantrekking tussen de geslachten, een scheppingsgave die grote vreugde geeft in het menselijk bestaan. Daarover kunnen we in het Oude Testament lezen, in bijvoorbeeld het boek Spreuken, maar ook in het Hooglied. Daarentegen spreekt het Nieuwe Testament niet zo vaak over deze vreugde. Daar overheerst de waarschuwing voor het vuur van de begeerte.

Tegenover het getuigenis van de Schrift – in haar vreugdevol én waarschuwend spreken – staat echter de geest van onze eeuw, die luidt bazuint dat seksuele omgang – in de specifieke zin van het woord – een garantie voor geluk zou zijn, terwijl hij ondertussen zich fel keert tegen de context waarin God die omgang heeft geplaatst.

Dit is de sfeer waarin wij vandaag leven. Aantrekkelijk-zijn – zo wordt gezegd – is de sleutel tot succes, het seksueel-zich-kunnen-uiten de norm voor vrijheid: je mag toch zijn wie je bent, zonder dat iemand jou daarin beperkingen oplegt?

Wat achter deze gedachte zit? Mensen laten vandaag de dag de leiding van hun leven over aan hun wil. Die leidende rol had de wil al sinds de zondeval, maar deze heeft zich in de laatste eeuwen ontzettend sterk gemanifesteerd op het terrein van de seksuele omgang.

Er was een tijd dat vooral het verstand de leiding had in de moraal. Het nam in de aardse werkelijkheid zegenrijke structuren waar, onder meer de structuur van een levenslange, exclusieve band tussen man en vrouw, tot bescherming van intieme seksuele omgang. Het erkende ook het huwelijksverbond als basis van het gezinsverband, waarbinnen kinderen veilig kunnen opgroeien. Daarin zag het aanvankelijk duidelijk de hand van God. Later werd dit inzicht minder. Het verstand ging zich minder en minder richten op zijn schepper.

 

Bevrijding

Maar de tijd waarin het verstand de moraal leidde, ligt achter ons. Mensen vonden dat zij te veel op scheppingsstructuren werden vastgepind. Ze voelden zich in hun vrijheid belemmerd: het geweten spreekt wel erg streng! Te benauwend. Daarop nam de wil de leiding definitief over, met de belofte van vrijheid van elke vorm van dwang.

De huidige moraal draagt dan ook het stempel van de menselijke wil, die zich los van God heeft geprofileerd. Het verstand dat toch nog goede structuren zou kunnen herkennen, is daaraan onderworpen. De hoogste wijsheid lijkt te zijn: 'Ik weet wat ik doe.'

Maar weten mensen echt wat ze doen? Echt 'weten' kun je pas als je het geheel in ogenschouw neemt, en let op de Maker en diens wil ten aanzien van zijn creatie. Ja, ook dan blijven er nog vragen, maar dat is wat anders dan dat je je eigen wil vooropstelt.

Bovendien gaat de mens van vandaag ervan uit dat de werkelijkheid waarin hij leeft, een product van toeval is: alles wat je tegenkomt in de werkelijkheid om je heen, is materiaal waaruit je zelf iets nieuws kunt fabriceren. Zo wil hij zijn eigen toekomst creëren: hij 'weet' waar hij naartoe wil. Onder het materiaal dat hij aantreft, vindt hij bijvoorbeeld de mogelijkheid een relatie aan te gaan: 'Mag ik dan niet zelf een relatie ontwerpen volgens mijn eigen idee?'

Maakbaarheid is een motiefwoord in dit streven, maakbaarheid naar eigen ontwerp. Als God niet bestaat, is alles geoorloofd. In dit patroon van denken ziet de mens de geschiedenis als een proces van bevrijding. Knellende banden moeten worden afgeworpen.

Hoewel de gedachte van evolutie populair is, wacht hij toch niet rustig af hoe bijvoorbeeld primaire leefvormen zich evolueren en ontwikkelen langs lijnen van geleidelijkheid. Nee, hij wil zelf een actieve rol spelen in dit proces, desnoods door middel van revolutie.

Overal waar bestaande structuren ter discussie staan, boekt de tijdgeest succes. Deze tijdgeest ziet in die discussie een mogelijkheid tot verandering van waarden en normen: waarom zou seksualiteit alleen in een huwelijk van man en vrouw moeten plaatsvinden? Waarom in een verband van één man en één vrouw? Waarom in een levenslange relatie?

 

D. J. Steensma, Feanwâlden

 

 

Volgende week: deel 3, slot: Vervulling van seksueel verlangen