Dit boek begint en eindigt met hetzelfde vierregelige gedicht dat Wiman zelf jaren geleden schreef:

 

Mijn God mijn heldere afgrond

alle verlangen verdwijnt niet in uw zwarte gat

weer nader ik van wat ik weet de rand

niets kan ik geloven en toch geloof ik dat:

 

Wiman, de dichter, zag geen kans verder te schrijven aan dit gedicht, laat staan het te voltooien. Meer dan dit kan hij niet zeggen; het is hem dierbaar als diepste uiting van de manier waarop hij God erkent.

Als dit gedicht u niet nieuwsgierig maakt naar de inhoud en naar de dichter zult u niet ver komen in dit boek. Evengoed misschien niet, omdat hij heel anders over God en geloof spreekt dan onder ons gebeurt. Maar dan is het wel de moeite van het proberen waard.

Wiman werd zeer christelijk opgevoed, maar kreeg een ‘geestelijke’ ervaring die hem wonderlijk genoeg de kerk uitdreef en los van God maakte. Maar toen hij zijn grote liefde leerde kennen, kwam God in hun beider leven binnen. Dat gebeurde tegen zijn moderne seculiere instincten in en hield stand toen hij een vorm van ernstige, ongeneeslijke kanker kreeg. De zware lijdensweg die dat met zich meebracht, verdiepte zijn overtuiging dat God zich het diepst in het lijden kenbaar maakt: in Jezus aan het kruis die in het zwartste donker riep: Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? De gekruisigde is voor Wiman het hart van het christelijk geloof. Daarom heeft hij niets met vrijzinnigheid, die alleen maar richting aan het menselijk handelen wil geven en daarin volgens hem niet wezenlijk van het humanisme verschilt. Maar hij heeft ook niets met traditioneel, dogmatisch geloof dat probeert God en de heilgeheimen in formuleringen vast te leggen. Kortom, hij heeft niets met mensen die zichzelf religieus veiligstellen. Hoogmoed is de menselijke zonde bij uitstek, zo weet hij maar al te goed. In zijn aangevochten bestaan is Christus geen voorbeeld, maar de levende waarheid van zijn eigen bestaan. Christus verrees uit de dood, omdat Hij nu op dit moment, leeft. Christus koesterde hoop in de hof van Gethsemané, al had Hij daar geen enkele reden toe, zo vlak voor zijn kruisiging. Die hoop is er nu voor ons, in de hof van onze eigen smarten.

Volgens Wiman predikt hedendaags christendom al te vaak een idee van verrijzenis dat weinig méér is dan een manier om ons schamele zelf tot in het oneindige te projecterenen, en het resultaat is een grijzende, borstkloppende, gewapende betonnen vorm van geluk, waarin geen greintje waarheid te vinden is. Je moet integendeel laten varen wie jij bent, om de waarheid van eeuwigheid te vinden en de betekenis ervan in je leven – en in je dood.

Dit is een (te) korte impressie van dit bijzondere boek, dat bij stukjes en beetjes is ontstaan, tussen de perioden dat de kanker de auteur veruit de baas was. Het is vertaald door Willem Jan Otten, een zielsverwant, met wie God een vergelijkbare weg ging. De uitgever heeft deze overpeinzingen waardig en prachtig uitgegeven.

 

Amersfoort, D. Visser

 

 

Christian Wiman, <<cursief>>Mijn heldere afgrond, Overpeinzingen van een moderne gelovige<<einde cursief>>, uitgegeven bij Brandaan in Barneveld, 2e druk ISBN 978 94 6005 035 0, prijs € 19,95