Als je op vakantie wilt, zijn er oneindig veel mogelijkheden. Een werkvakantie is niet voor iedereen een logische keuze. Toch is er heel wat voor te zeggen om (een deel van) je vakantie op die manier in te vullen. Deze zomer willen we in drie artikelen ingaan op de reizen die door verschillende jeugdverenigingen van de CGK Emmen in de afgelopen tien jaar zijn ondernomen naar Oekraïne. In dit derde en laatste artikel gaat het over de ontvangende kant. Hoe wordt het bezoek uit Nederland gewaardeerd in Oekraïne?

 

Een werkvakantie onderneem je om te gaan werken. Concreet iets betekenen voor de mensen die het zoveel minder hebben. Met die verwachting zijn ook de jongeren uit Emmen naar Oekraïne gegaan, zo hebben we in het vorige artikel gelezen. Ze stonden de eerste ochtend om acht uur klaar om vervolgens ruim twee uur te moeten wachten tot de Oekraïners het zover hadden…. Over het algemeen geldt dat het werken een aanleiding is om naar Oekraïne te gaan en dat het ook werkelijk deel van de reis is, maar dat het niet het doel is. Het doel is om mensen te ontmoeten en in contact te komen met elkaar, om van elkaar te leren.

 

Leren van elkaar

De mensen in Oekraïne waarderen het over het algemeen dat er mensen uit West-Europa komen om hen te helpen. Maar we moeten met onze goede bedoelingen wel blijven beseffen hoe dat over kan komen. Wij komen uit ons rijke Westen met een pot vol geld en materialen, en zullen daar wat dingen klaarmaken. En dan verwachten we dankbaarheid, en na twee weken gaan we weer terug naar ons eigen, veilige huis. Het is goed om te beseffen dat contact met mensen in nood – het maakt niet uit of dat in Oost-Europa, Afrika of Zuid-Amerika is – het beste werkt als beide partijen bereid zijn om samen te werken en van elkaar te leren.

 

Wat in de reizen die vanuit Emmen naar Oekraïne zijn gemaakt, steeds weer duidelijk werd, is dat je niet zelf moet bedenken wat je voor die mensen gaat doen. Je moet heel goed luisteren en je inleven en mensen daar laten bepalen wat je voor ze gaat doen. Zij wonen en leven in de situatie en kunnen het beste aangeven wat er nodig is. Dan kun je <<cursief>>echt<<einde cursief>> iets voor de mensen daar betekenen. Daarbij is het handig als je betrokken blijft en voor meerdere jaren een band met een gemeente of project in Oekraïne onderhoudt. Dan kun je nog eens terugkomen met een andere groep en kan er ondertussen ook contact blijven. Op die manier raak je betrokken op mensen en de weg die zij gaan, in plaats van dat je vooral gericht bent op wat jij wilt doen of bereiken. Want laten we eerlijk zijn: heel veel van wat wij met veel zweet in twee weken opbouwen, wordt niet (direct) in gebruik genomen, of is binnen twee jaar alweer aan vervanging toe. Nogmaals: laat het bouwen of werken niet het doel zijn, maar een middel om met elkaar in contact te komen en van elkaar te leren.

 

Ook voor mensen in Oekraïne is het contact en de uitwisseling met mensen uit een heel andere cultuur van groot belang. Het bouwt op om zo ook samen over geestelijke zaken te spreken en het geloof te delen. Daarmee wordt de ontmoeting boven het materiële uitgetild. En als dat gebeurt, is er sprake van een evenwaardige relatie. Want op gebied van geloofsvertrouwen en overgave kunnen we vaak heel veel leren van mensen die leven in moeilijke omstandigheden, zoals in Oekraïne. En als de ontmoeting ook (of vooral) op dit niveau plaatsvindt, dan hebben de mensen die je bezoekt ook iets te geven en hoeven ze niet alleen maar te ontvangen.

 

Gastvrij

Wat werkt een bezoek van een groep Nederlanders uit bij een gemeente of een weeshuis in Oekraïne? Dat weet je nooit helemaal. Het is al meegenomen als je <<cursief>>iets<,einde cursief>> voor hen kan betekenen. Als je voor een klein deel uitkomst in hun nood kunt geven. Het is in elk geval van groot belang dat mensen daar beseffen dat ze jou ook iets te bieden hebben.

 

Weet in elk geval dat mensen in Oost-Europa gastvrij zijn op een manier die wij over het algemeen niet kennen. Alles wordt uit de kast gehaald om gasten welkom te heten. Je krijgt te eten en te drinken. En ze zijn bereid om hun laatste kip voor je te slachten of hun laatste geld uit te geven aan boodschappen voor een feestmaal. In dat opzicht leven mensen daar in elk geval meer Bijbels dan wij dat doen. En vandaaruit mogen we hier in Nederland ook weten dat we daar in elk geval altijd welkom zijn. Welkom om onze inzichten, (materiële) middelen en vooral om onze liefde te delen met mensen daar. En als je dan weer thuiskomt, geldt meestal dat je rijker bent dan toen je vertrok.

 

Wouter Moolhuizen, Dedemsvaart