De eerste zes maanden staan met name in het teken van het leren van de taal en de cultuur. Elke week heb ik twintig taallessen met huiswerk. Daarnaast heb ik ook een keer een cultuurles gehad, wat erg verhelderend was. Het ging met name over de verschillen tussen de culturen en waar we dan op moeten letten.

Tijdens de lessen komen ook zo nu en dan culturele dingen aan bod. Zo vertelde een lerares een keer over diverse culturele gebruiken en bijgeloof. Het ging onder meer over heilige plaatsen op het platteland waar de mensen ver bij vandaan blijven.

Op een keer ging een vrouw bij haar oma op bezoek. Daar aangekomen deed ze de was (met de hand) en vervolgens zocht ze een plek om de was te drogen. Ze zag een dode boom en besloot daarin de was op te hangen. Vervolgens viel ze onder de boom in slaap. Toen ze weer wakker werd ging ze naar haar oma. Daar aangekomen kon ze niet meer bewegen, alleen nog maar spreken en zien. Haar oma vroeg wat ze had gedaan, waarop ze vertelde dat ze de was had gedaan en te drogen had gehangen in een oude, dode boom. Haar oma wist dat dat een heilige boom was en offerde een ko’a. Daarop kon de vrouw zich weer bewegen. Naast dit verhaal vertelde ze ook over Kharisiri. Dat is iemand die het vet van mensen steelt. In eerste instantie hebben de mensen niet door dat hun vet gestolen is, maar na een poosje worden ze ziek en overlijden ze.

Door deze en soortgelijke verhalen zie ik de duisternis die hier heerst. Dat zie ik ook als ik op straat mensen een offer, een ch’alla, zie brengen, iets wat ze elke eerste vrijdag van de maand doen. Ze branden dan wierook als offer voor welvaart in hun bedrijfjes.

Veel mensen hier geloven in Pachamama, de god van de aarde. Ze geloven dat als je dingen doet die haar beledigen, dat er dan mensen pijn zullen lijden, of dat er geen regen zal vallen, of dat de oogst zal mislukken. Daarom schenken ze alcohol over de wielen van hun auto zodat ze geen ongeluk zullen krijgen terwijl ze onderweg zijn; daarom begraven ze een babylama onder het fundament van een gebouw, omdat ze bij de bouw de grond zullen verstoren. Ze geloven dat als ze geen babylama onder het gebouw zouden begraven, er iemand zal sterven of gewond zal raken tijdens de bouw.

De vraag die dan bij me opkomt is: hoe kan ik getuige zijn op deze plek? Hoe kan ik aansluiten bij hun geloof? Het is lastig om bijgelovige gebruiken los te laten, mensen moeten zich echt overgeven aan God. Bij het gesprek in de klas over bijgeloof, realiseerde ik me dat we in Nederland eveneens veel bijgeloof hebben. Lukt het ons om alleen op God te vertrouwen? Om alle gebruiken los te laten, zoals het aftikken om mogelijk ongeluk af te wenden, wanneer iets voor een poos goed is gegaan?

 

Janetta Fokkema, Bolivia