Jezus noemt in zijn bergrede zes opvallende tegenstellingen. Daarbij haalt Hij eerst iets uit de traditie aan. Daar stelt Hij dan zijn eigen woord tegenover: ‘Maar Ik zeg u …’ Deze tegenstellingen worden ook wel antithesen genoemd. In zijn tweede antithese vergelijkt Jezus het kijken vanuit een zondig begeren met echtbreuk (Mat.5,27-30) .

 

De zaak is actueel. Veel vrouwen en meisjes worden lastiggevallen op seksueel gebied. Op Twitter riep actrice Alyssa Milano slachtoffers van seksuele intimidatie op zich bekend te maken: 'me too' (ik ook). Milano reageerde hiermee op de bekentenissen van collega's die spraken over misbruik door filmmaker Harvey Weinstein. Haar bericht heeft ook in Nederland veel losgemaakt.

 

Waarschuwing

Een dergelijke actie is zinvol: laat je stem maar horen tegen mannen die hun 'machtspositie' misbruiken en grenzen overschrijden. Sommige mannen hebben geen benul van respectvol gedrag jegens vrouwen. Vrouwen worden lastiggevallen, op straat nageroepen, en oneervol bejegend. Wie een jonge vrouw nafluit, meent het misschien niet zo kwaad. Maar hoe zou deze vrouw dat ervaren? Dat mannen zich soms maar moeilijk kunnen beheersen, was ook al een punt in het begin van de jaartelling.

Jezus zag dat sommige mannen zich tevredenstelden met een uiterlijke gehoorzaamheid aan de geboden van Mozes. Ze meenden dat zij dan voldoende gehoorzaam waren aan God. In die mening gingen de leiders van het volk voorop.

Jezus waarschuwde daartegen. Deze waarschuwing was op zijn plaats. Mensen zouden bij een dergelijke houding kunnen denken dat God hen zou vrijspreken van schuld en straf, terwijl zij in werkelijkheid niet zouden worden vrijgesproken. Zij zouden kunnen denken dat zij gehoorzaam waren aan God, terwijl zij in werkelijkheid niet gehoorzaam waren. Daarmee stond hun eeuwig heil op het spel.

Maar er is meer. Ook de eer van God stond op het spel. De Allerhoogste wordt toch niet geëerd als we Hem niet met ons gehele hart erkennen? Hoe zouden wij Hem eren als wij ons wel aan de letter van zijn wet willen houden, maar niet willen weten van de geest daarvan?

 

Voorbeelden

Jezus wilde zijn discipelen echte gehoorzaamheid leren. Hun gerechtigheid moest groter zijn dan de gerechtigheid van de farizeeën. Dat bracht Hij direct al aan het begin van zijn antithesen naar voren (Mat.5,20). Als je wilt volstaan met een uiterlijke gehoorzaamheid, kun je het hemelse koninkrijk niet binnengaan, zo zei HIj. Want dan zou je niet echt gehoorzaam zijn aan God. Innerlijk verdeeld dus. Maar wie verdeeld is, maakt uiteindelijk toch een keuze, namelijk voor zichzelf, en niet voor God de Vader.

De Heiland noemt een aantal voorbeelden uit de praktijk van het dagelijkse leven (Mat.5,21-48). Deze voorbeelden bracht Hij in verband met de wet van Mozes. Hij wilde dat zijn discipelen de diepste bedoeling van deze wet zouden verstaan, en dat zij God echt zouden eren, om uiteindelijk het hemelse koninkrijk binnen te gaan. Het is niet vanzelfsprekend dat je trouw bent aan de geboden van God als je je houdt aan de letterlijke betekenis daarvan. Nee, je bent pas trouw aan de woorden van de wet als je trouw bent aan de diepste bedoeling daarvan. Alleen dan is je gerechtigheid groter dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën.

In de eerste antithese sprak Jezus over boosheid en doodslag (Mat.5,21-26). In de tweede antithese spreekt Hij over echtbreken (Mat.5,27-30). Dit woord herinnert aan het zevende gebod: pleeg geen echtbreuk.

 

Achtergrond

Eerst iets over de achtergrond van dit gebod. In het oude Israël kon een man – formeel gezien – zijn eigen huwelijk niet breken. Als hij een tweede vrouw nam, werd dat niet uitdrukkelijk veroordeeld. De wet van Mozes ging uit van de situatie waarin een man meer dan één vrouw kon bezitten. Hoewel God dat niet oorspronkelijk zo had bedoeld, hield de wet van Mozes wel rekening met deze situatie. Daarom: een man kon – naar de letter van de wet – zijn eigen huwelijk niet breken. Hij kon – naar de letter van de wet – alleen het huwelijk van een andere man breken. Dat deed hij als hij omgang had met diens vrouw. Hij brak dan in op het huwelijk van die ander.

Wie let op deze oude regel uit de wet, zou kunnen denken: zolang ik maar geen daadwerkelijke seksuele omgang heb met een vrouw van een ander, ben ik gehoorzaam aan de wet van God. Zo dachten sommigen in die tijd. Zij namen genoegen met een uiterlijke gehoorzaamheid. Maar Jezus wees op de bedoeling van het gebod van God.

Dat gebod zei dat je je niet een vrouw mocht toe-eigenen die jou niet toekwam: doe dat ook niet in je gedachten. Dat was de kern van de profetische uitspraak van Jezus: wie met begeerte naar een andere vrouw kijkt (dat is: met een daadwerkelijk verlangen naar omgang), pleegt in zijn ​hart ​overspel. 

Deze woorden van Jezus waren allereerst bedoeld voor een getrouwde man. Dat mannen ongetrouwd bleven, kwam in die tijd nauwelijks voor. Was het niet de plicht van de joodse man om een gezin te stichten en zo ervoor te zorgen dat de aarde werd bewoond?

(wordt vervolgd)

 

 

D.J. Steensma, Feanwâlden