Als de naam Dietrich Bonhoeffer genoemd wordt, hebben we het over een man die tot de verbeelding spreekt en die ook aanspreekt. Tot op de dag van vandaag, en -bijna zou ik zeggen- alleen nog maar meer in deze tijd, spreekt zijn levensgeschiedenis en vooral ook zijn actieve betrokkenheid bij het kerkelijk leven van de jaren vlak voor en tijdens de tweede wereldoorlog talloos veel mensen aan. De manier waarop hij, in zijn theologisch denken, en ook in zijn praktische inzet in de kerkelijke ontwikkelingen van zijn dagen, roept respect op. Tegen de stroom van het nationaalsocialistische denken dat van overheidswege niet alleen de samenleving maar ook het hele kerkelijke gebeuren binnendrong en daar alles bepaalde in, vertolkte Bonhoeffer, samen met een aantal anderen, een helder en radicaal christelijk geluid, dat hij rechtstreeks aan de Bijbel ontleende.

Al bladerend en lezend in de boeken die voor me liggen stuit ik steeds weer op gedachten die in verschillende opzichten de indruk wekken dat ze voor vandaag geschreven zijn. Dat zegt intussen vooral ook iets van de tijd waarin we leven, maar het laat ook zien dat de dingen die Bonhoeffer in zijn dagen naar voren bracht werkelijk houdbaar (gebleken) zijn. In het boek met teksten over de kerk is het ontdekkend te lezen hoezeer Bonhoeffer aan de ene kant de realiteit van het leven diepgaand analyseert, terwijl hij aan de andere kant scherp wijst en blijft wijzen op wat er, op grond van de Schriften, over de kerk gezegd moet (blijven) worden. Wat de kerk tot kerk maakt, daar kun je alleen maar over spreken vanuit en met het oog op Christus. In Hem ligt de grondstructuur van de kerk besloten. Alleen vanuit en in Hem komt de kerk tot handelen. Door de heilige Geest wordt datgene wat Christus gerealiseerd heeft geactualiseerd.

De teksten bieden te veel om hier te bespreken. Er zijn heel wat uitspraken die je in de mond moet nemen, en uitspreken, en herhalen om er de diepte van te proeven. Maar ze zijn het waard om gelezen te worden. Daarom is de uitgave van dit boek de moeite waard.

Dat geldt ook van de andere titel die voor me ligt. Bonhoeffer biedt aanzetten voor een ethiek. De vertalers en inleiders hebben werkelijk een leemte die al lang bestond opgevuld door dit werk te verzorgen. Ze hebben daar verschillende jaren aan gewerkt, maar het boekwerk dat er nu is, en dat inmiddels al meerdere drukken beleefde, verdient het in de hand genomen, gelezen en bestudeerd te worden. Uiteraard, het is een werk dat gedateerd is, maar er is van gezegd dat het een ‘ongehoorde explosieve kracht bezit’ die in de hedendaagse problematiek een denkrichting biedt waarmee je verder kunt komen. Duidelijk is herkenbaar dat verschillende teksten zijn ontstaan vanuit concrete vragen die aan Bonhoeffer werden gesteld. Maar dat maakt het geheel niet minder waardevol. In mijn ogen laat het juist iets van de authenticiteit zien.
Het is -de eerlijkheid gebiedt het te zeggen- geen eenvoudige kost; er is denkwerk nodig om het geschrevene te lezen en te volgen. Dat hangt ondermeer samen met de gecomprimeerde vorm waarin het materiaal door Bonhoeffer werd geschreven. Hij kwam nooit zelf aan een uitgebreide bewerking voor een uitgave toe. Zijn vriend en biograaf stelde dat de uiteindelijke vorm waarin het werd uitgegeven niet de ethiek was die Bonhoeffer wilde publiceren. Daarom des te meer is het goed dat deze uitgave er, in het Nederlands, is.

 

En dan is er het derde boek dat niet door Bonhoeffer geschreven is, maar waarin Dr. Van ’t Slot laat zien wat hij van Bonhoeffer geleerd heeft. Hij heeft het boek bewust de opmerkelijke titel ‘zondig dapper’ meegegeven omdat dit citaat van Luther heel kernachtig neerzet wat een doorlopend thema is in het werk van Bonhoeffer. Want bij leven gaat het altijd om handelen. En daarbij weet je niet altijd zeker of dat wat je doet goed is, of niet. Je weet niet of je in je handelen schuld op je laadt of niet. Je weet niet of je zondigt of niet. En daarbij wijst Van ’t Slot op Bonhoeffer die het citaat van Luther uitlegt. Voluit luidt dat citaat: ‘zondig dapper, maar geloof en verheug je des te dapperder in Christus.’ Dat betekent niet dat je maar aan kunt zondigen omdat Christus toch wel vergeeft. Dan wordt de zonde goedgepraat. Nee, er wordt wat anders bedoeld: ‘wanneer je gelooft in Christus en je in Hem verheugt, is er ruimte gekomen om te handelen, ook al weet je nooit helemaal zeker of je handelen in orde is, of je toch niet zondigt.’ In het handelen waartoe we geroepen worden mogen we vertrouwen op de genade die er is. Niet goedkoop, maar duurbetaald. Dat roept Bonhoeffer in zijn diepe gedachten ons steeds weer toe. De genade van Christus geeft werkelijk ruimte om te leven, Hem navolgend.

Al met al is dit boek een goede leeswijzer om door te dringen in het denken van de theoloog Dietrich Bonhoeffer die niet alleen tot de verbeelding spreekt, maar die nog steeds in wat hij zegt aanspreekt.

 

(N.a.v. Dietrich Bonhoeffer, De levende kerk. Teksten over de kerk 1932-1933 Vertaald en bezorgd door Edward van ’t Slot. Uitgeverij Boekencentrum: Utrecht 2018, 224 p., € 22,99, ISBN 97890239550851; Dietrich Bonhoeffer, Aanzetten voor een ethiek. Uitgebreide editie. Samengesteld, vertaald en ingeleid door Gerard den Hertog en Wilken Veen. Uitgeverij KokBoekencentum: Utrecht 2019, 384 p., € 39,99, ISNB 9789023956778; en Dr. E. van ’t Slot, Zondig dapper. Bonhoeffer over christelijk handelen. KokBoekencentrum: Utrecht 2019, 128 p., € 14,99, ISBN 97890239550868)

 

 

Jan van ’t Spijker, Hoogeveen