Dit is het tweede artikel waarin de lezing wordt weergegeven die prof. W.H. Velema onlangs in het ziekenhuis de Sionsberg in Dokkum hield over omgaan met het lijden.

Reacties van mensen kunnen het lijden verlichten, maar ook verzwaren. In het lijden komt de vraag op, die soms zelfs centraal staat:
-    O God, waarom bespaart U het mij niet?
-    Waarom moet ik zo veel pijn hebben?
-    Waarom brengt U op ons gebed geen keer ten goede?
-    Waarom moet ik er zo zwaar en zo diep onderdoor?

Deze vragen vinden we in gevarieerde bewoordingen ook in de Bijbel, o.a. in de Psalmen en in het boek Job. Ze mogen gesteld worden vanuit het geprangde hart. Ze zijn menselijk, be-grijpelijk. God begrijpt ze ook. Of Hij er blij mee is? Hij doet Zijn oren, ogen en hart er niet voor dicht. Ik denk aan die geweldige woorden uit Hebree?n 4:15,16: "Want wij hebben geen hogepriester die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles is verzocht op gelijke wijze als wij, maar zonder zonde." Met als conclusie: "Laten wij dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip," De uitdrukking impliceert twee dingen: op tijd en op maat, zoals wij spreken over zorg op maat.
Wat is Gods antwoord? Denk aan de betekenis van de naam HERE: Ik weet er vanaf. Ik wil erbij zijn. Vanuit het waarom van onze Here Jezus, het vierde kruiswoord, mag worden ge-zegd: In Zijn waarom zijn onze waaroms begrepen. Gods antwoord is in Jezus Christus: Ik vergeet je niet. Ik ben erbij.
Daarom lezen we in Psalm 27:14: "Wacht op de HERE, wees sterk en Hij zal uw hart verster-ken, ja, wacht op de HERE". Daarom: bidden, vertrouwen, zich oefenen in het geloof in onze hemelse Vader. Samengevat: in overgave lijden kan een vorm van geloofsbeproeving zijn die geloofsbeoefening kan versterken, zowel voor de lijdende zelf als voor de omgeving.
We kunnen het lijden beleven als een beproeving, als een aanvechting, als een loutering en het kan tot verdieping van ons geloof zijn. Te verwijzen valt naar het slot van het boek Job (42:5,6): "Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen, maar nu heeft mijn oog U aan-schouwd. Daarom herroep ik en doe boete in stof en as".

De omgeving
Behalve deskundigen op medisch terrein, verpleegkundigen en helpers van de sociale dienst, gaat het om mensen die liefde en trouw betonen; die erbij zijn en niet ongeduldig worden. Die daar zijn waar de pati?nt is - hem of haar soms een stap voor zijn. En dan niet goedkoop doen, alsof geloof alle moeite en pijn wegveegt; en die nog minder een vuist maken of verzet ver-sterken.
In dit verband zou ik de Kerk, vooral de plaatselijke gemeente, een therapeutische gemeen-schap willen noemen. Of zij dat altijd is, is helaas de vraag.
Laten we dan ook letten op kleine dingen die van grote betekenis kunnen zijn. Daarom is het goed, eigenlijk nodig de pati?nt te kennen.
Wees positief, maar dring geen optimisme op en dwing geen optimisme af. Integendeel: ga mee, naast, achter, soms voor de pati?nt. Dat is het beste. Pretentieloze, maar kracht gevende en kracht uitstralende hulp.
Wijs op de open hemel en vraag in gebed dat de hemel open zal zijn om de moeite en pijn in Gods hand te leggen.

Vragen
Verdring de vragen niet. God verdraagt ze en geeft kracht. Wees als helper daarvan een getui-ge. Wat een voorrecht om meelijden te betrachten; dat is intensiever dan medelijden betonen. Laat er een biddende familie en een biddende gemeente om de lijdenden heen zijn.
Worden al onze vragen opgelost, doordat ze worden beantwoord? Nee, soms gebeurt dat wel, maar niet altijd. Dat wil niet zeggen dat we daarom geen vertrouwen kunnen hebben. Ook op onbegrepen wegen gaat de Herder voor, met Zijn stok en Zijn staf - zelfs door een dal van de schaduw van de dood; Psalm 23:4.
Het is een voorrecht dat we onze vragen kunnen verwoorden en dat er een luisterend oor is, bij God en bij mensen. Ook als wij het gewenste antwoord niet krijgen, betekent het luisterend oor en hart toch een verlichting voor de lijdenden.
De Here Jezus genas in Zijn dagen soms wel veel zieken, maar zeker niet allen. Dat heeft ons ook iets te zeggen in verband met gebeden om genezing, waarvan wij dan zeggen dat ze niet verhoord worden. Verhoort God ze misschien op een andere manier?

Te zwaar?
Er zijn ervaringen die zo zwaar zijn, dat we ze nauwelijks kunnen dragen, in langdurig en uitputtend lijden. Dan is de dood een verlossing, voor een gelovige in de dubbele zin van het woord.
Prof. dr. J.H. Bavinck, de bekende zendingshoogleraar, vertelt in zijn boek over het geloof in de Heilige Geest, dat hij bij het ziekbed van een ernstig zieke intens gebeden had met de fami-lie. Er volgde echter geen genezing. Toen heeft hij de familie gevraagd: Zullen we dan samen bidden of de Here aan dit lijden een einde maakt.
Naar dit voorbeeld heb ik hetzelfde gedaan na een hele zondag van gebed voor een zieke baby in het Academisch Ziekenhuis in Leiden. Om elf uur heb ik tegen de ouders gezegd: Ik kan niet meer. We zien dat God ons gebed om genezing niet verhoort, Als het u ook zo vergaat, vraag ik u: zullen we bidden dat God uw kindje wegneemt? Zij stemden daarmee in. Binnen een kwartier was het kindje toen bij Jezus.
God weet ervan. Hij gebruikt mensen om dat te laten ervaren. Omgaan met lijden, dat moeten de lijdenden leren en zij die erbij zijn in het lijden, in welke relatie of positie ook.
God geve ons allen zo met de naaste mee te leven en mee te lijden, dat onze aanwezigheid als hulp, in welke gestalte ook, verlichting brengt.

Apeldoorn                                   
W.H.Velema