In de kerk van Meppel staat een bijzonder orgel. Oorspronkelijk komt het uit Amsterdam, uit de Engelse Kerk aan het Begijnhof. In 1874 bouwde Pieter Flaes achter het front van het oude orgel, dat uit 1753 stamde, een nieuw orgel. Nadat dit Flaesorgel in handen was gekomen van G. Knoppers, voorzag deze het van een nieuw front en plaatste het orgel in de CGK-kerk aan de Lauriergracht (1907). Maar in 1986 werd deze kerk gesloten.

Het orgel werd toen verkocht aan de kerk van Meppel, met de restrictie dat het oude materiaal van Flaes gerespecteerd moest worden. Bij deze gelegenheid werd het orgel ingrijpend verbouwd door Mense Ruiter Orgelmakers te Zuidwolde (Gn.). Adviseur was Nico Verrips. In 1988 was het werk klaar. Maar in 1998 was er opnieuw een revisie nodig. Toen werd Stef Tuinstra als adviseur aangesteld, en Mense Ruiter nam het werk ter hand. Het schilderwerk werd verricht door een vrijwilliger uit de gemeente. Het orgel heeft een klassiek klankkarakter, klinkt monumentaal in de relatief kleine kerk, en geeft een mooie aanvulling in de zondagse eredienst voor het begeleiden van de samenzang.

De dispositie, die sinds 1988 niet is veranderd, is als volgt.
F = Flaes-1874, A = Anoniem-ca.1907, G = De Graaf-1962, D = Van Dam-ca.1880, R = Mense Ruiter-1988/2008.

Hoofdwerk

Bovenwerk

Pedaal

Prestant 8 voet F/R

Quintadeen 8 voet F

Bourdon 16 voet F

Roorfluit 8 vt F

Holpijp 8 vt F

Octaaf 8 vt A

Viola di Gamba 8 vt F

Roorfluit 4 vt F

Vacant

Octaaf 4 vt F

Gemshoorn 2 vt G

 

Fluit 4 vt F

Vacant

 

Quint 3 vt F

 

 

Octaaf 2 vt F

 

 

Terts 1 3/5 vt G

 

 

Mixtuur 3 sterk G

 

 

Trompet 8 vt D

 

 

Manuaalkoppel F
Twee pedaalkoppels R
Tremulant R
Trekkers voor motor en licht

 

Klavieromvang C - f3, pedaalomvang C – d1.
Alle windladen met pijpopstelling van binnen naar buiten aflopend.
Dubbele magazijnbalg met ijzeren scharen R
Toonhoogte: a1 = ca. 439 Hz
Stemming : evenredig zwevend
Winddruk : 78 mm waterkolom