Weggaan bij verwaarlozing

Als een man zijn vrouw niet goed behandelt, mag zij weggaan. Ze is hem dan niets meer verschuldigd. Het huwelijk is beëindigd, het contract verbroken. Aldus de wet van Mozes.

 

Deze bepaling was heel belangrijk voor joodse wetgeleerden in de tijd toen Jezus op aarde was. Bij beslissingen over huwelijkszaken speelden ze een grote rol. Jazeker, volgens de ordening van God is het huwelijk een verbond voor het leven. Gehuwden moeten elkaar trouw blijven. Maar toch kán een huwelijksverbond worden verbroken.

 

Zorgvuldigheid

Een man moet zorgvuldig met zijn vrouw omgaan. Maar dat gebeurde in het oude Israël niet altijd. Soms nam hij een tweede vrouw (zie Ex.20,10-11). Ook al was dat vanaf het allereerste begin niet de bedoeling van de HERE, toch kon dat gebeuren. De HERE hield daarmee rekening in zijn wetgeving aan Israël. Er kwam polygamie voor. Maar – zo zei de wet – in het geval een man een tweede vrouw neemt, mag hij zijn eerste vrouw niet verwaarlozen.

Mozes spreekt over deze situatie in verband met de behandeling van slaven. Hij noemt het voorbeeld van een man gehuwd met een slavinvrouw. Als hij naast haar een andere vrouw zou nemen, moet hij goed voor haar blijven zorgen. Want het huwelijk is een verbond. Zou hij zijn slavinvrouw wel verwaarlozen, dan mocht zij vertrekken. Het verbond tussen haar en haar man was daarmee tot een einde gekomen.

 

Regel

Joodse wetgeleerden werkten deze bepaling uit. Zij deden dat met behulp van de regel: wat voor het geringere geldt, geldt ook voor het meerdere. Als een slavinvrouw haar man die haar verwaarloosde, mocht verlaten, mocht een 'vrije' vrouw dat met des te meer reden doen. Zij is toch meer dan een slavinvrouw?

En wat voor een 'vrije' vrouw geldt, geldt nog meer voor een man. Zoals een vrouw bij verwaarlozing haar man kon verlaten, kon een man zijn vrouw wegsturen die haar plichten verwaarloosde. Was een man niet meer dan een vrouw?

In joodse geschriften in de tijd van de omwandeling van Jezus op aarde was Exodus 21 het uitgangspunt van rechtspraak in huwelijkskwesties. Een vrouw kon zich daarop beroepen. Maar ook mannen konden zich daarop beroepen. Zij deden dat bijvoorbeeld als zij geen geld wilden betalen bij een scheiding. Ze zeiden: die vrouw van mij, heeft mij verwaarloost. Hoezo zou ik haar nog een geldbedrag meegeven als ik haar wegstuur? Wat zij zelf in ons huwelijk had ingebracht, dat is ze kwijt. Dan had ze maar beter op mij en het huis moeten passen!

Nee, een man kon niet zomaar zijn vrouw wegsturen. Hij had een contract met haar gesloten. In de huwelijksakte was een en ander vastgelegd. Als hij hun contract wilde verbreken, moest de vrouw datgene wat zij zelf in haar huwelijk had ingebracht (de bruidsschat), meekrijgen en nog een bedrag daarbovenop. Dat was billijk. Maar als een man dus vond dat zijn vrouw schuldig was aan verwaarlozing van het huwelijk, kon hij zich op Exodus beroepen. Dan kreeg deze vrouw niets mee van wat ze zelf had ingebracht.

 

Actueel

Joodse geschriften in het begin van de jaartelling gaven discussies over deze scheidingszaken nogal gedetailleerd weer. Dat is bijzonder, want doorgaans waren rabbijnen terughoudend in het bespreken van concrete zaken. Zij waren liever bezig met meer achtenswaardige zaken. Maar in hun bespreking van Exodus 21 stelden ze wel concrete zaken aan de orde. Dat laat zien dat dit onderwerp actueel was, en echtscheiding op basis van deze bepaling regelmatig voorkwam. Er is geen enkel document bekend waaruit twijfel spreekt over de wettigheid van verwaarlozing als scheidingsgrond. De genoemde discussies gaan in op de aard van die verwaarlozing.

Belangrijke taken van de vrouw waren: het bereiden van de maaltijden, het maken en herstellen van kleding, en de zorg voor de kinderen. De man daarentegen moest ervoor zorgen dat zijn vrouw voldoende voedsel en kleding tot haar beschikking had.

 

Als een van beiden ernstig tekortschoot kon de ander daaraan consequenties verbinden. Zou een vrouw haar huishoudelijke plicht verwaarlozen, dan kon ze worden weggestuurd. Maar als een man zijn verplichtingen niet nakwam, kon zijn vrouw een verzoek tot echtscheiding doen. Naar alle waarschijnlijkheid sluit Paulus in 1 Korintiërs 7 bij deze traditie aan: wie getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan aardse zaken. Een man moet zijn vrouw 'behagen', en een vrouw haar man (7,32-35). Beiden moeten voldoen aan hun verplichtingen: zorgen voor aardse zaken en elkaar 'behagen'.

Een verschil met de rabbijnen is dat Paulus niet in details treedt over wat man en vrouw precies moeten doen. Zijn boodschap is in het algemeen dat een christen geen echtscheiding zoekt en gehuwden hun verplichtingen jegens elkaar moeten nakomen. (wordt vervolgd) 

D.J. Steensma, Feanwâlden

 

 

Zie ook mijn Echtscheiding, een exegetisch-ethische evaluatie, dat vorig jaar is uitgekomen bij Buijten & Schipperheijn in Amsterdam (ISBN 978 90 5881 896 6).