Als je op vakantie wilt, zijn er oneindig veel mogelijkheden. Een werkvakantie is niet voor iedereen een logische keuze. Toch is er heel wat voor te zeggen om (een deel van) je vakantie op die manier in te vullen. Deze zomer willen we in drie artikelen ingaan op de reizen die door verschillende jeugdverenigingen van de CGK Emmen in de afgelopen tien jaar zijn ondernomen naar Oekraïne. In dit tweede artikel komen twee jongeren aan het woord die een van de reizen hebben meegemaakt.

 

Marianne en Jan maakten deel uit van de eerste groep van ongeveer twintig jongeren uit Emmen die op reis gingen naar Oekraïne. Als ik ze vraag of ze wat over die reis willen delen, dan hoeven ze daar niet lang over na te denken. Ze moeten wel even graven naar die reis van elf jaar geleden, maar hebben nog genoeg herinneringen die gedeeld kunnen worden. Het zijn goede herinneringen aan een mooie reis met een bijzondere groep. Marianne: ‘We kenden elkaar natuurlijk al, van de kerk en van de jeugdclub. En we hadden al een hele voorbereiding achter de rug. Maar toch vond ik het best spannend: twee weken lang zit je toch met elkaar opgescheept in één huis. Hoe zal dat gaan?’ Jan vult aan: ‘De reis was al één groot avontuur. Vliegen naar Krakow in Polen en daarna met auto’s de grens naar Oekraïne over. Dat is al indrukwekkend omdat je stevig wordt doorgelicht. En zo kom je binnen in een totaal andere cultuur. Dat maakt de reis zeer indrukwekkend en leerzaam.

 

Onderlinge band

Over het algemeen ging het gelukkig goed. De reis naar Oekraïne heeft voor een goede onderlinge band gezorgd. Marianne: ‘Je merkt dat er tijdens zo’n reis van alles met je gebeurt. En niet alleen met jezelf, ook met de groep. Mensen werden om verschillende redenen emotioneel geraakt. Je bent op elkaar aangewezen. Je hebt elkaar nodig. En daarin merkte ik ook dat er een soort besef ontstond dat we God nodig hadden om ons te helpen. Dat was indrukwekkend. Hier samen over praten in de groep, of soms even apart, geeft een bijzonder gevoel van saamhorigheid. Veel van de jongeren waarmee we op reis zijn gegaan hebben ook tegelijk met elkaar geloofsbelijdenis gedaan. Een heel mooie en belangrijke stap in ons geloofsleven die we samen hebben mogen zetten. Inmiddels zijn veel contacten wat verwaterd. Je gaat allemaal toch je eigen weg. Maar je hebt samen wel iets gedeeld wat uniek is en wat samenbindt. Met sommige mensen van de groep heb ik nog steeds goed contact. En dat contact is voor een deel gebouwd op wat we samen in Oekraïne hebben meegemaakt.’

 

Andere wereld

Het samen meemaken van een avontuur zorgt voor binding en maakt ook dat je levenservaring opdoet. Jan: ‘Als je ziet hoe de mensen daar wonen, dan word je daar stil van. Eigenlijk is het noordwesten van Oekraïne niet eens zo ver bij ons vandaan, maar het is er totaal anders. Er zijn oude, verlaten huizen – allemaal grijs en vervallen. Er is veel criminaliteit, drugsgebruik, weeskinderen en ga zo maar door. We zijn daar wel op voorbereid, maar als je er eenmaal bent en je ziet het zelf – dan maakt dat veel indruk.’ Dat herkent Marianne: ‘Dat vond ik persoonlijk heel emotioneel. Ik werd geconfronteerd met de ondankbaarheid in Nederland. Je beseft eigenlijk niet hoe goed je het hebt. En dan zie je daar mensen die het zoveel minder hebben en soms zoveel meer vreugde en geloof uitstralen. Daar kun je heel veel van leren. Ik denk daar nog vaak aan terug.’ Dat herkent Jan: ‘Als je ziet wat armoede eigenlijk is, dan word je dankbaar voor wat je zelf hebt. Maar ook extra gemotiveerd om anderen te helpen. Daarvoor waren we daar gekomen. Je ziet direct dat je niet voor niets komt.’

 

Uiteindelijk bleek dat heel veel dingen anders waren dan ze van tevoren hadden bedacht. Zo gaat dat met het zelf organiseren van zo’n reis. Ze waren naar Oekraïne gegaan om geld te brengen, maar vooral ook om iets bij te dragen. Jan: ‘We waren gekomen om iets op te bouwen, maar dat viel erg tegen. Wij waren met een paar stevige werkers en gemotiveerd om even flink aan te pakken. Maar na een paar dagen bleek eigenlijk wel dat dat er niet van zou komen. Wij stonden de eerste ochtend om acht uur klaar om te werken, maar we hebben twee tot drie uur zitten wachten op de mensen daar; zij maakten zich niet zo druk.’

 

Toch hebben ze er veel van geleerd en denken ze nog geregeld terug aan deze reis. Het geeft je in elk geval het besef dat wat jij hebt niet normaal is. En dat je met al je materiële zegen ook een verantwoordelijkheid hebt naar anderen die het minder hebben. Jan: ‘Deze reis was voor mij een bevestiging dat het eigenlijk nog mooier is om iemand anders ergens mee te helpen dan alleen jezelf.’

 

Wouter Moolhuizen, Dedemsvaart