Luther en zijn preken
De hervormers hebben veel gepreekt. Ook Luther heeft dat veel gedaan, met afgeschoren baard en in zijn monnikspij, zijn zwarte preekjas. De mannen staan in de kerk, de vrouwen en kinderen zitten.
Het preken gebeurt in de moedertaal, zodat klein en groot het kunnen volgen. Luther is voorstander van eenvoudig preken. 'Ik preek niet voor de geleerden (Melanchthon, Bugenhagen of Jonas), maar voor mijn Hansjes en Elsjes', zijn eigen kinderen. Hij wil geen vreemde talen en moeilijke uitdrukkingen in zijn preken. Christus heeft met eenvoudige woorden de farizeïsche wijsheden te schande gemaakt. Wel gebruikt hij voorbeelden, spreekwoorden en vergelijkingen. Hij haalt vaak kerkvaders en vooral Augustinus aan. Ook citeert hij wel eens een eigen lied. Soms eindigt hij zijn preek abrupt of met een korte samenvatting. Hij stelt het concrete, bloedwarme leven op aarde aan de orde in een vrije voordracht en met grote levendigheid!