Afgelopen december werd aan prof. dr. Ben Feringa de Nobelprijs voor de Scheikunde uitgereikt. De inwoners van het Drentse dorp waar hij vandaan komt, de medewerkers van de school in Emmen waar hij naartoe ging, de mensen van de Rijksuniversiteit Groningen, minister-president Rutte, koning Willem Alexander, ja iedereen was trots op hem, en met recht. Hij heeft een wetenschappelijke prestatie van formaat geleverd.

Wat heeft Ben Feringa nu eigenlijk bedacht wat hem deze prestigieuze onderscheiding heeft opgeleverd? Hij maakte met kleine moleculen een nano-motor en een nano-auto. Wie wel eens onder de motorkap van zijn of haar auto heeft gekeken, begrijpt vast wel wat voor knap staaltje techniek dat is. Alles moet op hetzelfde moment goed gaan: het inspuiten van de brandstof in de cilinders, de bewegingen van de kleppen, het vonken van de bougies.

In het Kerkblad van 12 januari geeft Pieter Sijtsma een indrukwekkend verhaal door uit de roman In zijn arm de lammeren, van Cornelius Lambregtse. [Kan een preek zonder voorbeelden?] Ik haal het nog even weer op: kleine Fransje zit in de kerk en op de preekstoel staat de vriendelijke dominee die hij zo graag mag. Zo jong als hij is voelt hij aan dat deze man in zijn preken ruim en mild is. De preek gaat deze keer over de tekst: Als iemand dorst heeft, laat die komen en drinken. Als illustratie houdt de predikant het glas water uit de preekstoel omhoog en vraagt: Heeft iemand hier dorst? Kom dan maar. Nu, Fransje is koortsig en heeft dorst! Hij aarzelt geen moment maar komt naar voren en krijgt te drinken.

In deze rubriek vertellen mensen die een functie in de kerk bekleden, iets over hoe ze deze functie in praktijk brengen. Diverse aspecten mogen daarbij aan bod komen. Bijvoorbeeld wat het werk inhoudt, hoeveel tijd het kost, welke leuke of vervelende dingen ze tegenkomen, en nog veel meer.

Wietze Ferwerda is momenteel ongeveer twee en een half jaar scriba van de Petrusgemeente te Broeksterwoude. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor het opmaken van het contactblad De Wegwijzer, en actief in de commissie beeld en geluid, die de beamerpresentaties verzorgt.

'De taken van een scriba verschillen per gemeente, maar ik moet onder andere zorgdragen voor het correct bijhouden van het kerkelijk archief, het aanleveren en opstellen van de documenten richting de kerkenraad, het plannen van de moderamen- en kerkenraadsvergaderingen, de wekelijkse kanselafkondigingen en beamerpresentaties, en de wekelijkse nieuwsbrief naar de gemeenteleden.'

 

In de serie ‘Geloven op goede gronden’ is een vierde deel verschenen. Nu over het bidden. Twaalf auteurs uit het brede confessionele midden van de PKN maken vragen die leven rond bidden bespreekbaar. Terecht constateren de schrijvers dat bidden een hartzaak is in het christelijk geloof. Dit boek wil houvast geven in verschillende situaties ‘opdat we met meer vrijmoedigheid leren bidden’. Thema’s die aan de orde komen zijn o.a.: bidden in de Bijbel, het Onze Vader, ik durf niet te bidden, helpt bidden?, bidden in de kerkdienst, bidden met andersgelovigen, en: hoe heeft Jezus gebeden? In korte hoofdstukjes wordt daarbij geput uit de Schrift en de geloofstraditie. Met name het hoofdstuk over bidden met kinderen vond ik erg waardevol: het doen en het voordoen. Kinderen leren bidden begint met het bidden voor je kind. Vanaf het moment dat je weet van de komst van een kind en na het moment van de geboorte van je kind, begint het gebed voor onze kinderen. Want kleine kinderen kunnen nog niet zelf bidden, dat moeten wij voor hen doen. Bidden met kinderen is in eerste instantie zelf bidden voor hen en met hen. Bidden of zingen boven de wieg of het ledikantje, dat kan vanaf het eerste moment.

Na afloop van een kerkdienst in Berchhiem, een zorginstelling in Burgum, kwam ik in gesprek met een man die kampte met ernstige beperkingen. Hij had het nodige meegemaakt. Maar hij beëindigde het gesprek met de woorden: 'En hij ging zijn weg met blijdschap …' Wat was zijn geheim?

Toen Filippus het evangelie had verkondigd aan een hooggeplaatste ambtenaar uit Ethiopië, liet deze zich dopen. Vanaf dat moment was er een diepe blijdschap in zijn hart! Hij merkte niet eens meer dat Filippus niet meer bij hem was (Hand.8,39).

Opvallend is dat Lucas zowel in de Handelingen van de apostelen,  als in zijn evangelie meer dan welke andere bijbelschrijver ook, spreekt over blijdschap. In totaal komt dit woord 326 keer voor in het Nieuwe Testament, waarvan 53 keer in het evangelie van Lucas en 26 keer in Handelingen, zo las ik ergens. Ik heb dit niet nageteld. Wel is duidelijk: Lucas is de evangelist van de blijdschap! 

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...