In het Nederlands Dagblad van 21 februari 2015 stond een artikel over ‘leren profeteren’. Blijkbaar kun je ‘oefenen met profetie’. Gezegd werd dat je door profetie toegang kunt krijgen tot Gods manier van denken.

 

Deze manier van denken komt ook in onze kerk voor, onder andere via Nederland Zoekt. Ook in onze eigen gemeente wil men meer aandacht voor profetie in de kerkdiensten. Een vorm van profeteren was ik al eerder tegen gekomen in de zogenaamde ‘ministry-gebeden’. Daarbij gaan twee mensen om een derde staan, ze leggen de handen op diens schouder of hoofd en geven dan aan die derde woorden van God door als een openbaring van God.

 

Nu kom ik inderdaad in de Bijbel wel iets tegen als een ‘profetenschool’ (bijvoorbeeld 1 Koningen 5:22). In het Nieuwe Testament wordt in 1 Korinthe 14 gesproken over de mogelijkheid van profetie in de erediensten. In onze gemeente wordt dan wel eens gezegd: ‘Als je in de eredienst geen profetie toelaat, dan sta je de Heilige Geest tegen.’

Dat is nogal wat!

Ben ik nou onder de indruk van wat hier allemaal beweerd wordt?

In de zogenaamde ‘ministry-gebeden’ ben ik de reinste nonsens tegen gekomen. Dan wordt er bij een psychiatrisch patiënt gebeden of de vloek uit zijn/haar leven mag verdwijnen en dat hij/zij dan de medicijnen kan laten staan. Allemaal in opdracht van God. En zo iemand grijpt uiteindelijk naar een poging tot suïcide.

 

Vanuit de Reformatie hebben we – mede vanuit allerlei schadelijke gebeurtenissen – geleerd om ons te houden aan de Bijbel als de Openbaring van God. En ook dat die Openbaring van God in Jezus Christus is afgerond. Maar blijkbaar is het verlangen naar meer dan de vastgestelde Openbaring sterker dan de lessen uit het verleden. Het heeft ook wel wat te maken met het verlangen naar ervaringen, wonderen, naar een ‘kick-gevoel’.

 

Ik wil bekennen, dat ik er niets mee heb. Sterker nog: ik wil er ook niets mee te maken hebben. Vanuit de geschiedenis niet (ik ben dus meer Reformatie-mens dan ik soms wel wil erkennen), maar ook vanuit de huidige praktijk niet. Als via een profetie tegen mij gezegd wordt dat God ook van mij als man houdt, dan hoef ik dat niet van een profeet te horen. Dat staat allang in de Bijbel. In de Bijbel wordt ware en valse profetie onderscheiden door er op te letten of iemand werkelijk uit God spreekt of niet.

 

Door als gelovige het Woord van God (na) te spreken, mag ik een profeet zijn, niet minder maar ook niet meer.

 

H. Jonkman, Dronten