Veertien dagen geleden hoorde ik van een bijeenkomst met vertegenwoordigers van diverse kerken waarbij begonnen werd met gebed. Onder ons is dat natuurlijk gebruikelijk. Echter, wat opviel dat de naam van Jezus of God helemaal niet in dit gebed voorkwam. Zelfs niet aan het slot. De voorzitter eindigde het gebed met: ‘Dit bid ik u in de naam van uzelf.’ Over wie heb je het dan? De God van de Bijbel of … (vult u maar in).  Toen ik dat hoorde ging ik bij mijzelf een aantal zaken op een rijtje zetten die toen bij mij naar boven kwamen. Drie zaken wil ik met u delen.

Soms wordt in gebeden om de paar woorden het woord ‘Heer’ of ‘Here’ gebruikt. Het klinkt als een soort stopwoord. Als iemand met mij een gesprek voert dan wordt toch ook niet om de paar woorden mijn naam uitgesproken? Bijvoorbeeld: 'Pieter, ik kom bij jou Pieter,  met het verzoek Pieter of je mij wilt helpen Pieter, bij het opruimen van …' Van mij hoeft het zo niet.

Steeds meer merk je iets van verlegenheid bij het uitspreken van een dankgebed aan het slot van een vergadering. Als alternatief gebruikt men dan een gedicht ter afsluiting. Nu kan dat best mooi zijn, maar de persoonlijke verwoordingen naar aanleiding van de vergadering ontbreken.

En wat te denken van wel beginnen met gebed maar niet danken? Daar moet ik wel aan wennen. Toen een van onze kinderen op kamers woonde in verband met studie en wij bij haar zouden eten, opende ze de maaltijd met gebed. Wij vonden dat mooi, want dat waren we thuis ook gewend. Na afloop van de maaltijd las ze een stukje voor uit de Bijbel en een dagboekje. Geweldig. Toen begon ze de tafel af te ruimen. We keken elkaar even aan en vroegen haar toen of we niet hoefden te danken. Haar antwoord was: ‘Heeft heit niet gehoord dat ik bij het vragen om een zegen over het eten, tegelijk heb gedankt voor het eten dat op tafel staat?' Ze had gelijk. Wat moet je toch wennen aan zoiets.

Bidden en danken, het hoort bij elkaar. Wees duidelijk tot wie je je richt en kies zorgvuldig je woorden. Het blijft een voortdurend leerproces.

 

Pieter Sijtsma, Dokkum