Ruim een half jaar geleden schreef een van mijn collega-redactieleden op deze plaats over heilige huisjes. Ze constateerde dat jongeren zich in de kerk elke week moeten aanpassen aan diensten die in de regel gericht zijn op ervaren, volwassen gelovigen. En als er dan eens een jeugddienst is, dan is er alsnog, parallel daaraan, een ‘klassieke’ kerkdienst. Met de constatering dat jongeren zich in de kerk constant moeten aanpassen, ben ik het van harte eens. Een directe oplossing heb ik niet, maar het is wel zaak om daarover na te denken.

 

Ten diepste denk ik dat het bestaan van jeugddiensten een aanklacht is aan de kerken. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat jongeren eens in de zoveel tijd aan bod komen en verder maar mee moeten gaan in de vaart der volkeren? Kunnen we als kerk niet meer doen voor onze jongeren? Zou niet ten diepste iedere dienst een dienst moeten zijn waarin ruimte en aandacht is voor jong en oud?

 

Het gaat erom dat we jonge mensen duidelijk maken wat de kracht van het evangelie is. Dat we ze aanspreken en het evangelie ook voor hen relevant maken. Daarvoor is het belangrijk te weten wat er speelt in de wereld van jongeren. Het is zaak met jongeren te spreken, naar ze te luisteren en je ook breder te verdiepen in jeugd en jeugdcultuur.

 

In de invulling van de dienst is het belangrijk ook in de keuze van de liederen en de begeleiding de jongeren tegemoet te komen. Er is een Nieuwe Psalmberijming in de maak waarin de oude psalmen met frisse, herkenbare taal bezongen worden. Er zijn genoeg Opwekkingsliederen die inhoudelijk geschikt en goed te zingen te zijn. En de Here wil zijn woord ook vandaag laten spreken voor jong en oud.

 

De jeugd is de toekomst, ook voor de kerk. Het is van groot belang dat we jongeren laten weten dat ze gezien worden en ze duidelijk maken dat ze er helemaal bij horen. We kunnen het ons niet veroorloven om jongeren niet serieus te nemen. Zij verdienen een plaats: midden in de gemeente. Iedere week.

 

Wouter Moolhuizen, Dedemsvaart