‘Maar als de gekozene toch voor het ambt moet bedanken?’ Dat was de slotzin van mijn vorige commentaar. Daar hadden kerkenraad en gemeente natuurlijk niet op gerekend. Onder biddend opzicht was men tot de kandidaatstelling gekomen en ook de stemmingsvergadering was in gebed bij de Here gebracht. De roep had duidelijk geklonken. En dan toch te moeten horen: ik kan het niet aannemen. Was dit niet te voorzien?

In het Nieuwe Testament lezen we ook dat er mensen verkozen werden. Maar ik ben nog nergens tegengekomen dat degene die gekozen werd, hieraan geen gehoor kon geven. Hoewel sommigen tegensputterden, gaf men uiteindelijk gehoor aan de roeping om deze taak te vervullen in de verwachting dat de Here kracht zou geven. En men kwam niet beschaamd uit.

En nu? Gelukkig geven velen gehoor aan de roepstem die via de gemeente komt. En toch …, je leest het geregeld: broeder X moest bedanken om persoonlijke redenen. Welke dat zijn? Ik zal een paar mogelijke redenen noemen: gezinssituatie, ziekte, niet durven bidden in het openbaar, geen tijd kunnen vrijmaken, werksituatie, niet eens met beleid kerkenraad, moeilijk kunnen omgaan met spanningen, studie. Wie herkent dit niet? Gelden een of meer van de genoemde redenen niet voor elke ambtsdrager? Desondanks geven velen gehoor aan de roeping die tot hen kwam. Dat ging meestal niet gemakkelijk, maar de Here gaf kracht.

En als na gesprekken het ambt niet kan worden aangenomen? Dan zal bij wettige redenen een kerkenraad dit moet accepteren en bij zichzelf moeten afvragen: hadden we dit geweten, dan hadden we deze broeder niet gekandideerd. Daarom is het ook zo belangrijk dat er in het pastoraat gesprekken worden gevoerd waarbij predikanten en ouderlingen hun gemeenteleden op zo’n manier leren kennen dat zij weten wat wel of niet mogelijk is.

Moeten bedanken voor het ambt? Wat kan dat voor de desbetreffende broeder soms lastig zijn. Je wilt wel, je wilt er best veel voor opzij zetten, maar het kan soms écht niet. Wie zal zeggen hoeveel broeders hiermee geworsteld hebben? En die situaties behoort een kerkenraad vooraf te weten. Dat voorkomt pijnlijke situaties. Ook dat is pastoraat.

 

Pieter Sijtsma, Dokkum