Bij een zwangerschap kan een vrouw kiezen voor een 'combinatietest', die bestaat uit twee onderzoeken: een bloedonderzoek, tussen negen en veertien weken zwangerschap, en een echo-onderzoek, tussen elf en veertien weken zwangerschap. Aan de hand van de uitslag, de leeftijd van de vrouw en de duur van de zwangerschap wordt bepaald hoe groot de kans is dat het kind het Downsyndroom heeft. Ook kan de test informatie geven over eventuele andere syndromen.

Maar de Gezondheidsraad, een adviesorgaan van de regering, vindt dat vrouwen ook moeten kunnen kiezen voor een niet-invasieve prenatale test. Deze NIP-test bestaat uit een bloedonderzoek. Tot nu toe mochten alleen gespecialiseerde instellingen deze test uitvoeren, en alleen bij vrouwen met een verhoogd risico op een kind met een afwijking. Bijvoorbeeld vrouwen die op oudere leeftijd zwanger zijn geworden. Maar als het aan de Gezondheidsraad ligt is dat criterium vervallen. Elke vrouw moet voor een NIPT kunnen kiezen.

Als dit advies wordt omgezet in beleid, zal waarschijnlijk het aantal abortussen toenemen. Nog meer dan nu het geval is, krijgen kinderen met Down een stempel opgedrukt. Van zo'n advies gaat een signaal uit. Dit signaal: dat mensen die niet aan ons beeld voldoen en niet perfect zijn, niet meer welkom zijn.

De dag dat de raad zijn advies uitbracht, schreef een bloggende moeder, Johanneke Plaggenmarsch, dat coaches ons voorhouden dat we onszelf mogen zijn. We hoeven niet perfect te zijn. En, zo zei ze, dát mogen we nu juist leren van mensen met het syndroom van Down. Ze leren ons puurheid en echtheid. Zo is het, we mogen van hen leren.

De regering doet er goed aan om het advies van de gezondheidsraad niet op te volgen. Uit respect voor mensen met Down. Voor een christen speelt daarbij ook de notie van gastvrijheid mee. Man en vrouw staan – zo leert God ons in zijn Woord – in hun huwelijk open voor het ontvangen van kinderen. Ze mogen gastvrij kinderen welkom heten. Natuurlijk, in wijsheid en met overleg. Maar een screening van het nieuwe leven dat wordt verwacht, staat wel sterk in het teken van een maakbare samenleving. Er moeten goede redenen zijn, daartoe over te gaan.

 

D. J. Steensma, Feanwâlden