Als ik aan het begin van de werkdag mijn computer aanzet en op nos.nl kom, dan is daar dagelijks de wekservice. Je krijgt in kort bestek te lezen wat je die nacht allemaal gemist hebt. Zo ben je weer helemaal bij. Als je een beetje oplet, hoeft je niets te ontgaan. Helemaal bij belangrijke evenementen, zoals Prinsjesdag of vooral veel voetbalwedstrijden. Dan wordt op verschillende sites een liveblog bijgehouden: je wordt op de hoogte gehouden, bijna alsof je er zelf bij bent.

 

Nieuws komt als een lawine de wereld in. Het is algemeen beschikbaar en overal. En als er geen nieuws is, wordt er nieuws gemaakt. Voor je het weet worden zaken zomaar ineens opgeblazen. Dan gaat het dagenlang over de korrels op kunstgrasvelden. We duiken van de ene naar de andere hype.

 

Het is goed om als burger van de globaal village op de hoogte te zijn van wat er speelt. Het is belangrijk om je goed te laten informeren over alles wat er gebeurt. De wereld verandert snel en als je niet oppast loop je al snel hopeloos achter de feiten aan.

 

Dit is waarschijnlijk een van de redenen dat kerken het steeds moeilijker vinden om jongeren aan te spreken. Of dat jongeren het steeds moeilijker vinden om zich aan te laten spreken in de kerk. Want in de kerk verandert er niet zoveel. En het gaat er in elk geval niet snel. Dat is heel anders dan buiten de kerk. En dat verschil wordt steeds groter. Hoe maak je de vertaalslag tussen de wereld waarin jongeren – maar ook ouderen – leven en de kerk? Hoe kun je als kerk relevant zijn voor jong en oud?

 

Misschien is het al heel wat voor mensen van deze tijd als de kerk betrouwbaar is. Als er inderdaad weinig verandert. Misschien is het al heel wat als de kerk vastigheid aan het bestaan geeft en er gewoon elke week dienst is. Zoals altijd. Wel met (langzame) veranderingen hier en daar, maar zonder veranderingen als doel op zich of om beter te verkopen. Het gaat erom dat we geïnspireerd worden door dezelfde God, gedreven door dezelfde Geest en gericht op dezelfde Verlosser. Dat is al heel wat in een tijd van hypes.

 

 

Wouter Moolhuizen, Dedemsvaart