Met klem ontraden van een Bijbelvertaling. Onze synode deed het in 2007. Inmiddels moet je je afvragen of dat dringende advies ook uitgesproken moet worden over de Statenvertaling. En ook voor de herziene versie ervan? Schrik niet: ik maak – zo u mij toestaat – een grapje.

 

In het Nederlands Dagblad van 8 januari jl. trekt de als historicus promoverende Dirk-Jan de Kooter de conclusie dat de Statenvertaling (1637) minder vernieuwend is dan velen dachten. Deze vertaling blijkt eerder een herziene vertaling te zijn van de Deux-Aesbijbel van 1562. Bovendien blijkt de vertaling behoorlijk doortrokken van de gereformeerde mensvisie en gereformeerde theologische opvattingen van die dagen. Zo zie je maar. Vertalen is en blijft mensenwerk. Elke vertaling pleegt in mindere of meerdere mate ‘verraad’ aan de oorspronkelijke tekst. Of het nu de SV, de NBG of de NBV is, maakt niet uit.

 

In het Reformatorisch Dagblad – ook van 8 januari jl. – wordt melding gemaakt van een ontwikkeling binnen de Gereformeerde Gemeenten. Heel langzaam begint daar het besef door te dringen dat de kloof tussen de Bijbeltaal en gewone taal steeds breder en straks zelfs onoverbrugbaar wordt. Wie is vandaag in staat dit zinnetje te lezen: Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu? Je moet er niet aan denken dat de Statenvertaling uit ongeveer 1100 na Christus stamt want in dat geval was de kloof al onoverbrugbaar geworden!

 

Het lijkt wat overdreven maar het Nederlands Bijbelgenootschap dat de Nieuwe Bijbelvertaling in 2004 het licht liet zien is al druk bezig deze uitgave te reviseren. Een vertaling is nooit ‘af’. Laat staan dat je een vertaling als min of meer onaantastbaar behandeld. In 2020 – is de planning - zal een gereviseerde NBV verschijnen. Inzicht in de grondtekst neemt nog steeds toe. Ontwikkeling van de Nederlandse taal gaat onverdroten door. De uitdaging om zo goed mogelijk weer te geven wat er in de grondtekst staat is een voortdurend proces. Met klem raad ik aan om in dat proces geen zand te gooien vanuit de idee van een op het schild geheven standaardvertaling. Hoe dierbaar en van belang die misschien ook is.

 

Wat unbidan we nu?: waar wachten we nog op? Vertalen!   

 

 

N. Vennik, Zwolle