Binnen onze kerken is het een goede gewoonte om iedere zondag twee erediensten te beleggen. Lees de rubriek ?preekbeurten? in diverse regionale kranten er maar op na. De voorganger is in de meeste gevallen de eigen of een gastpredikant. En als er geen predikant is staat er zo nu en dan de naam van een ouderling. Maar soms staat achter het tijdstip vermeld: dienst des Woords. (Even tussen haakjes: wanneer er een predikant voorgaat, is het blijkbaar geen dienst des Woords). Het kan nog verder gaan, wanneer achter het tijdstip staat vermeld: leesdienst. Hier wordt dan mee bedoeld, dat in plaats van een predikant iemand anders op de preekstoel staat die een preek van een predikant voorleest.
Echter, wie er bijvoorbeeld het Reformatorisch Dagblad op na slaat komt tot een merkwaardige ontdekking. Op de ene donderdag worden de beide kerkdiensten van de CGK van gemeente X wel vermeld met de naam van de predikant erbij, terwijl een week later alleen de ochtenddienst vermeld wordt, of zelfs niets van de kerkdiensten van gemeente X. Een argeloze lezer zou denken, dat de kerkenraad dan ?s middags of de hele dag geen kerkdienst(en) heeft uitgeschreven. Niets is minder waar. Het blijkt dat er dan een geen predikant is, die leiding geeft aan de eredienst. Dus toch een tweederangs dienst?

Voor de toehoorders maakt het in veel gevallen ook verschil of er een leesdienst of ?gewone? dienst is. Het valt namelijk op, dat het aantal kerkgangers bij een leesdienst nogal wat lager is. Wil men dit in een percentage uitdrukken dan komt men al gauw op 20 tot 30 %. Waar deze kerkgangers op dat tijdstip dan vertoeven? Reizen ze een dominee achterna? Kijken ze naar Van der Veer, Hour of Power,  of . . . . ? Is een leesdienst voor hen ook een tweederangs dienst?

Voor Jan Ouderling, die deze dienst mag leiden zeker niet. Hij heeft zich er speciaal op voorbereid. Ruim voor de datum dat hij de dienst mag leiden, zoekt hij een preek uit het groene prekenboekje,waarin iedere maand vier nieuwe preken verschijnen. Past de preek in de tijd van het jaar, is het taalgebruik niet te ouderwets, is er in de preek ook voldoende aandacht voor de jongeren, leest het prettig, wordt de hele gemeente aangesproken, gaat er een stuk ernst van uit, wordt de Here Jezus verkondigd, gaat de preek voor mij persoonlijk leven? Hij leest, nog een keer, doet het een keer hardop.
En dan het bidden en danken namens de gemeente tot God. Wat een verantwoordelijke taak die op dat moment op zijn schouders rust. Tweederangs? Voor Jan Ouderling zeker niet.

Wat bij een leesdienst ook opvalt is, dat de duur van de totale kerkdienst vaak korter is, dan wanneer een predikant de dienst leidt. In de meeste gevallen ligt dat aan de lengte van de preek. Een preek uit het prekenboekje is meestal korter, dan wanneer de preek wordt uitgesproken door een predikant. Oorzaak? Ik denk dat dit komt, doordat in een geschreven preek minder herhalingen voorkomen. Of zou het kunnen zijn, dat Jan Ouderling een preek uitzoekt met veel ?witte vlekken?? Ik bedoel hiermee, dat er nogal wat ruimte zit tussen de verschillende alinea?s.

Maar hoe dan ook: in het kerkblad staat, dat zondagmiddag Jan Ouderling een preek zal lezen. Volgens het Reformatorisch Dagblad is er zondagmiddag niets. Laat Jan Ouderling toch bemoedigd mogen worden door ??n van de vele zaligsprekingen die er in Gods Woord staan: zalig hij die voorleest (Openb.1). Een gezegende eredienst toegewenst.

Dokkum                           
Pieter Sijtsma