In deze rubriek willen we kennisnemen van leerzame studies die studenten en kandidaten van de TUA of een andere instelling gemaakt hebben. Deze keer nemen we kennis van de doctoraalstudie van  Ds. A.van Harten-Tip. Zij woont in Smilde en is predikant binnen de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland.


Kerkrecht is geen vak waarvan veel mensen meteen enthousiast worden; toch is het kerkrecht belangrijk voor de kerk - het gaat immers over de afspraken die binnen een kerk of kerkverband zijn gemaakt. In dit en het volgende artikel wordt kort verteld over de resultaten van een studie naar de ontwikkeling van het gereformeerde kerkrecht in het begin van het bestaan van de Gereformeerde kerk in de Nederlanden.

De eerste gereformeerde kerkorde voor de Nederlandse kerk werd opgesteld in 1571 in Emden. Daar werd door afgevaardigden van de gereformeerde kerken in de Nederlanden en van Nederlandse vluchtelingenkerken, min of meer in het geheim, de eerste echte synode van de Nederlandse Gereformeerde Kerk gehouden. {mosimage}
Het is belangrijk om de situatie van deze broeders in gedachten te houden. In de Nederlanden was de tachtigjarige oorlog tegen de Spaanse overheersing juist begonnen. Prins Willem van Oranje deed, samen met een groep andere edelen, zijn best om ruimte voor gewetensvrijheid te krijgen, zodat het mogelijk zou zijn dat mensen met een verschillende geloofsovertuiging vreedzaam zouden samenleven in de Nederlanden. Koning Filips II van Spanje, de landsheer, was echter een trouw rooms-katholiek, en wilde niets van ruimte voor protestanten weten. Wie ontrouw was aan de Rooms Katholieke Kerk werd, vaak bloedig, vervolgd. Alva was met zijn legers machtig aanwezig in de Nederlanden. De Rooms Katholieke Kerk en haar instellingen beheersten de hele samenleving.
De Nederlanden bestonden uit zeventien min of meer onafhankelijke Staten, die ook het huidige België omvatten. In 1571 werden de Nederlanden geteisterd door de pest, overstromingen en misoogst.
De schatting is, dat in deze jaren ongeveer 180.000 mensen naar het buitenland vluchtten. Dat is 6 % van de totale bevolking van de Nederlanden. In het buitenland werden Nederlandse vluchtelingengemeentes gevormd . Daarnaast waren er in de Nederlanden enkele tientallen kleine gereformeerde ‘kerken onder het kruis’, zoals de vervolgde kerken werden genoemd.

De kerkorde van Emden 1571
Op de synode van Emden stelden minstens 29  afgevaardigden van deze beide soorten kerken een kerkorde op, op basis van de Schrift en de Nederlandse Geloofsbelijdenis. De Franse gereformeerde kerken hadden al een kerkorde opgesteld, die bij een aantal afgevaardigden bekend was. Toch werd de ‘kerkorde’  van Emden 1571 een heel eigen document. Het bestond uit 53 artikelen, waarin de afspraken voor het kerkelijk leven, ook op bovenplaatselijk niveau, werden vastgelegd. Dat was nodig, omdat er vanaf het begin vanuit werd gegaan dat de Kerk van Christus één is, en er dus geen sprake moet zijn van allerlei losse kerken die allemaal hun eigen gang gaan. 
De broeders namen de tijd om met elkaar van gedachten te wisselen, en de kerkorde werd met algemene instemming aangenomen. Zo gaven de gereformeerde kerken zichzelf een kerkorde; er werd niets ‘van boven af’ opgelegd.

Een presbyteriaal-synodale kerkorde
Wie de kerk uit de ‘kerkorde’ van Emden 1571 vergelijkt met de (rooms-katholieke) kerk waaraan de mensen in de 16e eeuw gewend waren merkt een aantal bijzonderheden op.
Allereerst is er geen plaats voor hiërarchie, want Eén is aller Heer, namelijk Jezus Christus.  Toch is er geen ruimte voor eigenmachtig optreden van afzonderlijke plaatselijke kerken, want Christus is het Hoofd en er is slechts één lichaam.
De gereformeerde kerken kregen daarom een presbyteriaal-synodale kerkregering. Dat wil zeggen dat de leiding van de plaatselijke kerken is in handen van de ambtsdragers, met name de ouderlingen , terwijl de kerken samen een kerkverband vormen waar de ambtelijke vergaderingen de besluiten nemen over zaken die van bovenplaatselijk belang zijn of niet door één kerk afzonderlijk kunnen worden genomen.
Dit betekent dat de vrijheid van de plaatselijke kerk binnen de kerkelijke eenheid niet gebonden is, behalve aan het Woord van God en de onderlinge afspraken. Om de kerkelijke eenheid vorm te geven werd afgesproken dat de kerken elkaar in kerkelijke vergaderingen zouden ontmoeten, onder andere om zaken van bovenplaatselijk belang te regelen. Nieuw hierbij is de classis. Geen enkele kerkorde kende in die tijd een kerkelijke vergadering tussen kerkenraad en synode in. In Emden werden meteen de kerken in classes ingedeeld. Daarbij werden gedeeltes van de Nederlanden waar nog vrijwel geen gereformeerde woonde ook ingedeeld. Men had vertrouwen in het werk dat de HERE zou gaan doen!

Kerk en overheid
Voor mensen uit de 21ste eeuw is het vanzelfsprekend, maar voor 16e-eeuwse protestanten was het bijna onbestaanbaar, dat de overheid geen invloed kreeg op het bestuur van de kerk. Zelfs de kerk van Calvijn in Genève moest concessies doen aan de overheid. In de Lutherse vorstendommen nam de overheid de plaats van de bisschop over. De Gereformeerde kerk in de Nederlanden werd echter vanaf het begin onafhankelijk van de overheid georganiseerd. Dat was vanzelfsprekend in een tijd dat de (van Spanje afhankelijke) overheid niets moest hebben van opstandelingen die ook nog hun eigen geloof wilden organiseren. Het zou voor de hand liggen dat de verhouding tot de overheid zou veranderen wanneer dat de houding van de overheid tegenover de Gereformeerde kerk veranderde. Toch is dat niet gebeurd. Hierover meer in het volgende artikel.

Typisch gereformeerd
Typerend voor gereformeerde kerkordes is de leken-ambtsdrager. Dat was in een rooms-katholieke wereld ondenkbaar: ambtsdragers waren altijd gewijd en voor het leven in dienst van de kerk.
Ook kent een gereformeerde kerk maar twee sacramenten: Doop en Avondmaal. Ook dat was in een rooms-katholieke omgeving revolutionair. Vijf algemeen erkende sacramenten werden zo als onbijbels afgeschreven. Dit betekende dat de kerkorde van Emden nieuwe regelingen moest geven voor het huwelijk, omdat de geldende (rooms-katholieke) regelingen niet werden erkend. Het hele sociale leven werd op deze manier hervormd, en in de ogen van de heersende overheid ontwricht.

De kerkelijke tucht kreeg verhoudingsgewijs de meeste aandacht in de kerkorde van Emden. Hiervoor werd een zorgvuldige, aan de Heilige Schrift ontleende, procedure geformuleerd. Doel van de tucht was (en is!) dat zondaren worden gecorrigeerd en met koorden der liefde worden teruggebracht op de weg met de HERE.

De kerkorde van Emden 1571 was geen wetboek om kerken of mensen in een keurslijf te dwingen. Het slotartikel vermeldt dat deze kerkorde kan worden gewijzigd, vermeerderd of verminderd wanneer dat nuttig is voor de kerken. Dat is dan ook gebeurd. Daarover meer in het volgende deel van dit artikel.  

Smilde                    
A.van Harten-Tip


1 Zie het kaartje ‘de Nederlanden in het midden van de 16e eeuw’
2 Er staan 29 namen van afgevaardigden onder de Acta. Het is mogelijk dat niet iedereen deze heeft ondertekend, wegens het risico dat de papieren in handen van de alom tegenwoordige Spaanse overheerser zouden vallen.
3 Het document wordt Acta genoemd; de naam kerkorde wordt pas later gebruikt.
4 Naar Art.27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
5 Mat.23:8
6 ‘Presbyters’. Er werd soms onderscheid gemaakt tussen leer- en regeerouderlingen. De predikanten werden dan ook tot de presbyters gerekend.