{mosimage}De hemelvaart is voor een modern mens niet te geloven. Van Mohammed wordt verteld dat hij vanaf de berg Moria te paard ten hemelvoer. De hoefafdruk staat, naar men zegt, nog in de rots. Wij christenen moeten het doen met het getuigenis van de apostelen en van de Bijbel. Jezus vaart ten hemel en daarmee drijft Hij weg uit onze waarneming en uit ons voorstellingsvermogen. Met hemelvaart valt er niets te zien. Zelfs ‘een wolk onttrok Hem aan hun ogen’ en de discipelen werden gemaand ‘niet langer naar de hemel te staren.’


In preken wordt de koof tussen ‘hemel en aard’ nog verder uitgediept. Hemelvaart onderstreept Christus’ heiligheid en onze onwaardigheid. Ja, de hemelvaart moet ons te meer doen beseffen dat wij ‘van nature ter helle moeten varen’, zo las ik ergens. God is ver. Alsof niet het voorhangsel op Goede Vrijdag van beneden naar boven zou zijn gescheurd! Het lijkt er op dat op Hemelvaartsdag het voorhangsel weer haastig wordt gerepareerd. Een wolk onttrok Hem aan hun ogen!’
Tekenen
Alle heilsfeiten gaan gepaard met tekenen. Bij de geboorte: kribbe en doeken. Op Goede Vrijdag: drie uur duisternis. Bij de opstanding: de zon ging op. Dat is telkens weer goddelijke regie en proclamatie. Zo moeten we ook ‘en een wolk onttrok Hem aan hun ogen’ niet lezen als een weerbericht: ‘Jeruzalem: licht bewolkt.’ Nee, de wolk wil gezien worden als teken. Als symbool van de heerlijkheid en macht van de Heiland. De wolk scheidt niet de hemel van de aarde, maar verbindt ze juist. De wolk doet juist Christus niet verbergen, maar doet Hem zich openbaren. De wolk laat zien: de hemel is nabij; de Heiland is en blijft nabij in Zijn majesteit en macht. De wolk proclameert ons wat wij belijden in Zondag 18: “Wat verstaat gij onder: opgevaren naar de hemel? Antwoord: ‘Dat Christus voor de ogen van zijn discipelen in de hemel is opgenomen en daar is tot ons heil... wat zijn menselijke natuur aangaat, is Hij niet meer op aarde maar naar zijn godheid, majesteit, genade en Geest wijkt Hij nooit van ons.’

Troon
Wie de Bijbel kent zal weten dat er vaker sprake is van ‘wolken’ of van ‘wolkkolom’. Bij Gods openbaring op de Sinaï lezen we van ‘een zware wolk’, Ex.19:16. In de psalmen treffen we regelmatig het beeld aan dat de Here door de hemelen rijdt, Ps. 68:34. Of Psalm 104:3: “Hij maakt de wolken tot Zijn wagen, Hij wandelt op de vleugelen van de wind.’ Elia op de Horeb verwacht de Here in ‘een geweldige en sterke wind’, 1 Kon.19:11. En hij is, dunkt me, verrast dat de Here daarin niet is, maar wel is ‘in het suizen van een zachte koelte’. Waar komt dat spreken over wolken en winden waarin de Here zou zijn vandaan? Kort gezegd: de Schrift past zich hier aan bij het spreken en de voorstelling van de omringende volken. Onder de volken werden de goden gezien in de zon of maan, in onweer en wolken. Baäl werd gezien als de god die reed op de wolken en kwam in de regen. Kijk een wolk! Baäl komt! Baäl is er! Overigens, gedachten en voorstellingen die ons Batavieren en Germanen en – vooruit - ook de Friezen, niet vreemd zijn. De dagen van onze week zijn er nog naar genoemd! Dat beeld nu en die voorstelling neemt de Bijbel over als het gaat om het komen van de Here: zij getuigen - in de taal en met de middelen van de toenmalige wereld - van het komen en verschijnen van de Here, de God van Israël. ‘Draagt op een lied aan Hem gewijd, die spoorslags op de wolken rijdt; hoog is de Naam verheven.’

Breuk
De voorstelling van ‘de wolk’ wil een verbinding leggen met ons verstaan. Dat wil zeggen met het verstaan van toen. Tegelijk, en ik wil dat met nadruk onderstrepen, zit er een radicale breuk in met de voorstelling van de heidenvolken. Waar de heidenvolken in ‘wolk en wind’ rechtstreeks hun god zien en daarom ‘wolk en winden’ gaan aanbidden en vereren, daar zijn in de Bijbel ‘wolk en winden’ tekenen van Gods majesteit, macht én... nabijheid. De wolk in Hand. 1 onderstreept in de taal van de Schrift: Christus’ majesteit. Zie de wolk... Jezus, Hij is Koning! De wolk is op Zijn kroningsdag als ‘een gouden koets’. Daarin komt uit: Hem is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde! Of, om met de woorden van Fil. 2 te spreken: ‘Hij heeft alles onder Zijn voeten gesteld... Hem uitermate verhoogd, opdat alle knie voor Hem zou buigen en zou belijden: Jezus is Heer!’

Geen verdwijning
Jezus’ hemelvaart wekt zo gauw de indruk dat de Here Jezus zich in de hemel terugtrekt en de aarde en het werk aan ons overlaat. Okke Jager schreef kritisch: ‘Nu de Mensenzoon in de hemel is, zijn de humane hulpacties niet van de lucht.’ Maar dat spoort niet met het gegeven dat Jezus Christus gisteren en heden dezelfde is. Zoals Hij op aarde was, zo is Hij in de hemel: nabij, helpend, reddend! En de wolk onderstreept dat. Hij, die in de hemel troont, aanschouwt moeite en verdriet; hoort en verhoort de schreeuw vanuit de diepte. ‘Hij antwoordt hem uit zijn heilige hemel, met machtige heilsdaden zijner rechterhand’, Psalm 20:7.

Toren
Christus is als die vader die zijn bange kind door de doolhof loodst. Vader ging op de uitkijktoren staan... en de kleine jongen moest alleen de doolhof door. Maar hij liep telkens dood. En dan riep hij om hulp van z’n vader. Die stond op de uitkijkpost en kon de doolhof overzien en de kleine jongen de weg wijzen door de doolhof naar het eindpunt. Om zo te zeggen, zo doet de Heiland in en vanuit de hemel. Hij heeft alle macht; Hij overziet alles en wijst Zijn volk en kind de weg door de doolhof van het leven door de aanwijzingen van Zijn Woord en Zijn Heilige Geest. ‘Hij zal wel wegen vinden waar langs uw voet kan gaan.’ Zonder hemelvaart wordt de aarde plat en daardoor platvloers. Onmenselijk. Een doolhof waar je in doodloopt. Door de hemelvaart wordt de aarde aarde; een mens echt mens met hemels perspectief. Wij hebben de Schrift die getuigt van de wolk. Wij weten wat - beter: wie - boven ons hoofd hangt. De Heiland is niet als een stip in de oneindige ruimte verdwenen. Hij is onderschept door een wolk. De hemel is dichterbij dan je denkt, want Hij is nabij. Koninklijk, priesterlijk en pastoraal. Zie de wolk… ’naar Zijn godheid, majesteit, genade en Geest wijkt Hij nooit van ons.’ In de kerk mag meer dan in de stadions gezongen worden: You never walk alone!

Assen                            
Stoffer Otten