{mosimage}In het vorige kerkblad schreef ik over verschillende typen stiltecentra onder de kop ‘5x gedachten over stilte’. Deze keer laat ik iets zien van gedachten in de stilte.

In vrijwel alle stiltecentra kunnen bezoekers in een gedachtenboek schrijven. Een gedachtenboek doet denken aan een voorbedeschrift zoals dat in sommige kerken ook ligt of aan een gastenboek zoals bij een tentoonstelling. Een gedachtenboek wordt alleen veel breder gebruikt: behalve reacties op de ruimte en gebeden, zijn er ook berichten die laten zien hoe mensen omgaan met moeilijkheden, berichten waarin bezoekers anderen aanspreken en teksten waarmee mensen een geliefde herdenken. Hieronder volgt een korte impressie van elk van deze categorieën. Reacties op de ruimte
De eerste berichten in het gedachtenboek van een nieuw stiltecentrum gaan vaak over de vormgeving van de ruimte. Na verloop van tijd nemen vooral gebeden, gedachten en gedichten een belangrijke plaats in. Af en toe geeft de inrichting van een stiltecentrum aanleiding tot meer reflectieve of meditatieve reacties. In een stiltecentrum met voorwerpen of symbolen van verschillende religies, schrijven bezoekers bijvoorbeeld over de eenheid van alle religies of de onmogelijkheid daarvan.
Als mensen schrijven over hoe ze de ruimte beleven, zijn de rust van de plek, de kracht die je er ontvangt en de ervaring van Gods nabijheid terugkerende onderwerpen. “Tot rust komen” en “stil worden” zijn belangrijke thema’s, die worden verbonden met “loslaten”, “inzicht” en “kracht”. Bezoekers beschrijven hoe de stilte hen helpt om te ordenen of te verwerken of kracht en energie geeft.
Opvallend veel boodschappen spreken van “tot jezelf komen”, of “zijn wie ik ben”.  Dit is voor de bezoekers erg belangrijk. Het gaat niet alleen om een moment van privacy; meestal bedoelt men het gevoel bij de eigen kern te komen, te kunnen zijn wie je “ten diepste” bent. “Bij jezelf komen” kan dan heel dicht liggen bij het tot God komen of “raken aan het goddelijke”.

Gebeden
Voor veel mensen is het stiltecentrum een ruimte waar ze God ontmoeten. In de stilte ervaren ze zijn aanwezigheid of vinden ze rust en woorden om te bidden. Gemiddeld is ongeveer de helft van de boodschappen in gedachtenboeken te begrijpen als gebeden. Het is soms niet duidelijk of een uitspraak werkelijk als gebed bedoeld is, omdat men God niet altijd expliciet aanspreekt. Dan staat er bijvoorbeeld alleen “Laat de operatie slagen” of “Help me, ik ben wanhopig.” Bijzondere aanspreekvormen van God, bijvoorbeeld als Vader, Heer, Christus of Jezus zijn sowieso in de minderheid. In verreweg de meeste gevallen staat er “God” boven. Of daarmee de christelijke God bedoeld is, is vaak niet te achterhalen, omdat andere gebedsformules, zoals “om Jezus’ wil” of de afsluiting met “amen”, ontbreken. Gebeden zijn ook wel gericht aan Allah, het Universum, engelen, spirituele helpers, Energie, Positieve Kracht, Goddelijke Ander, Onbegrijpelijke, (Oer)Bron, Moeder Aarde of simpelweg “iemand boven ons”.
Veel gebeden beginnen als beschrijving van de situatie of gevoelens. Halverwege of aan het einde van die beschrijving wendt de schrijver zich dan tot God, vaak met een vraag om kracht, troost, moed of wijsheid, maar ook met dank voor eerder gebleken hulp of ervaren nabijheid.
Verwerking en omgaan met moeilijkheden
Uitingen van emotie – angst, wanhoop, blijdschap, verdriet, boosheid, frustratie, verwarring of geluk – komen veel voor in de gedachtenboeken. De meeste gedachtenboeken bevatten aangrijpende teksten van bezoekers over ziekte, verlies, mishandeling, kapotte relaties, depressie, falen, eenzaamheid, financiële nood of zorgen om familie. Al schrijvend proberen mensen structuur aan te brengen, weer grip te krijgen op de situatie. Sommigen zetten alle gebeurtenissen nog eens letterlijk op een rijtje. Anderen beschrijven kort de gebeurtenis en uiten vervolgens alle vragen en gevoelens die dit oproept. Vaak beginnen mensen ook juist met die gevoelens en beschrijven ze vervolgens de situatie om die gevoelens te kunnen plaatsen. Deze stijlen zijn ook aan te treffen in de gebeden. Waar die echter vaak eindigen met een roep om hulp, een vraag om kracht of dank, eindigen de beschrijvingen vaak met een wens of hoop op de toekomst of betere tijden. Ook is aan het eind vaak te zien dat mensen zichzelf bevestigen, bemoedigen of aansporen.

Verbinding
De gedachtenboeken laten zien dat bezoekers regelmatig onderlinge verbondenheid ervaren in het stiltecentrum. Er zijn berichten die de lezers in het algemeen aanspreken. Meestal zijn die bedoeld als bemoediging of blijk van meeleven.
Bezoekers worden soms door een specifiek bericht uit het boek geraakt en reageren  daarop; beamend met bijvoorbeeld “wat bemoedigend!” of “Daar sluit ik me bij aan!”, of troostend en bemoedigend naar aanleiding van verdrietige berichten van anderen.
Berichten worden meestal ondertekend met een naam. Hoewel de schrijvers elkaar niet persoonlijk kennen, brengt het noemen van de naam toch een gevoel van persoonlijk contact tot stand. Het komt voor dat er zo ‘gesprekjes’ ontstaan tussen regelmatige bezoekers.
Gedenken
In veel gedachtenboeken speelt het gedenken van geliefden een belangrijke rol. Er zijn berichten van familie die in het ziekenhuis afscheid heeft moeten nemen. Opvallend is dat in de meeste berichten de overledene direct wordt aangesproken.
Behalve die reacties direct na iemands overlijden, komt het ook regelmatig voor dat mensen op een later moment bewust naar het stiltecentrum komen om iemand te gedenken. Verjaardagen en sterfdagen zijn dan bijvoorbeeld aanleiding voor een bezoek. Door terug te gaan naar die plek waar het laatste contact was, ervaart men de nabijheid van de overledene. Veel mensen steken ook een kaarsje aan bij het gedenken van overleden geliefden – niet vanuit bezorgdheid om het zielenheil maar om het gemis te uiten en de herinnering een plek te geven. Het kaarsje versterkt het gevoel van de nabijheid van de overledene op die plek.

De berichten in de gedachtenboeken laten zo zien dat stiltecentra sterk individuele plekken zijn – de nadruk ligt meestal op ‘jezelf zijn’. Tegelijk ontstaat er ook vaak verbinding tussen mensen, niet vanuit een gedeelde overtuiging, zoals in de kerk, maar vanuit het delen van die plek.

Groningen        
Jorien Holsappel





“Omringd door stilte kan ik alles laten zijn. Nieuwe Energie.”

“Bijbel en koran broederlijk naast elkaar. Kan het dan toch of houden we elkaar hier voor de gek?”

“… een diepe stilte
De Heer is hier.
Hij is mijn sterkte!”

“Al ben ik niet supergelovig, laat het goedkomen”

“als je bestaat, help haar dan
God??? Wat geloof ik eigenlijk?”

“Lieve God, bedankt dat ik al deze mensen hier in dit boek tegenkom. Soms voel ik me moederziel alleen maar als ik dit lees weet ik dat ik niet alleen ben. Ik hoop mezelf en andere mensen nog vaak te ontmoeten. Bedankt ook voor alle mensen die ik buiten dit boek tegenkom en waar ik mezelf bij/in kan vinden. Bedankt voor mijn kracht en liefde en die van anderen.

“Lieve L. Word snel beter want jij hebt dit niet verdiend. Blijf doorvechten want we kunnen je niet missen.”

“Lieve G. Hier in dit ziekenhuis stierf jij. Ik zal altijd aan je lieve krachtige woorden blijven denken. Ik hou van je. F.”

“Ik zet mijn kaarsje hier naast dat van ’n ander. Waar bidt die voor? Ok mensen, bidt voor elkaar! Ik doe dat ook, en hoop dat ze verhoord worden.”

“Kleine uk, helaas hebben we je niet mogen kennen, maar je zit voor altijd in ons hart lieve schat. Je papa en mama en grote zus.”