{mosimage}De zomer die nooit echt begon qua weer is bijna weer voorbij. Vakanties zijn gevierd. Het normale leven begint weer. Ook in de kerk. De startzondag is de aftrap van een seizoen vol van activiteiten in en vanuit de kerk. Kerkenraden, commissies en koren pakken de draad weer op. Het normale rooster van de kindernevendiensten en zondagsscholen wordt weer gedraaid; bijzondere diensten krijgen hun invulling en huisbezoeken worden weer afgelegd. Het thema van dit startnummer is: Ik doe mee. Maar waar moet je nu eigenlijk aan mee doen? Wat wil God dat we als kerk en als kerkleden doen? Enkele kernen: de gemeenschap en het breken van het brood en de gebeden.

In Handelingen 2 lezen we dat de eerste gemeente zich concentreert op vier zaken: het volharden bij de leer van de apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. Van oudsher ligt in onze kerken de nadruk op het onderwijs der apostelen. De Reformatie bracht dat als vanzelf met zich mee. De Bijbel was ongekend. Ik bezocht de St. Piere in Genève. De kerk waar Calvijn preekte. Zijn stoel staat er nog. De preekstoel is van later datum, maar typerend is wel dat deze ook nu nog centraal staat in de kerk. Alle nadruk op de uitleg van het Woord van God. Door de diverse afscheidingen in de reformatorische gezindte is het niet verwonderlijk dat ook daardoor het accent bleef liggen op de juiste uitleg van de Bijbel. Daarbij ging het steeds meer om de juiste details en accenten, mede om trouw aan de waarheid en het eigen bestaan te bewijzen. Gemeenteleden zijn in deze setting luisteraars en leerlingen. Vandaag bezien we alles mondialer en dus globaler. Voor preciezen is dan niet zoveel plaats en begrip. We leven ook in een andere cultuur. Het rationele is op zijn retour en het emotionele en relationele wil meer aandacht. Het accent verschuift van leer der apostelen naar de volgende twee en mogelijk wel drie accenten: de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. Je mag en moet nu meer meedoen in de kerk.

Noodzaak
We komen er steeds meer achter dat de vertrouwde manier van samenkomsten en verenigen niet meer werkt. Het werft niet. De terugloop in ledental van gemeenten toont dat onomstotelijk aan. Er zijn weinig bekeringen van buiten naar binnen. Mensen van ‘buiten’ voelen zich niet aangesproken en nog minder aangetrokken tot de kerk oude stijl. Mensen die de kerk verlaten geven dit ook aan. Regelmatig vertrekken ze naar gemeenten waar het er dynamischer aan toe gaat én in de samenkomsten én in de activiteiten. We kunnen daar negatief over doen en onze kwaliteiten blijven verdedigen en volhouden. We kunnen het ook als een signaal zien en er van leren: moet het bij ons toch ook niet anders? Er is vrees voor verandering. Sommige kerkenraden en gemeenten lijken open te staan voor verandering. Maar soms komt het er op neer dat ‘alles mag veranderen als het maar niet verandert’. Het vertrouwde is zo sterk dat iedere verandering gezien wordt als een bedreiging van het eigen kerk zijn of het eigen christen zijn. Noodzaak bij verandering is de balans.

Balans
Het zal er vandaag om gaan dat de gemeente een plek is waarin je kunt meedoen. Die ruimte kan er bijbels gezien prima zijn wanneer we de andere accenten van Handelingen 2 meer zouden benadrukken: de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. Het is toch opvallend hoe actief betrokken de leden van de eerste gemeente bij alles en allen zijn. Ze deelden hun leven, tijd en geld en waren samen voor het aangezicht van God om te leren en te bidden. Ze aten samen, baden samen, waren gastvrij en deelden hun leven met elkaar en met allerlei gasten. Raakt daarmee het Evangelie, de leer der apostelen uit beeld? Nee. De gemeente en de gemeenteleden kennen, als het goed is, een dubbele loyaliteit: loyaliteit aan het hart van het Evangelie en loyaliteit aan de gemeente en haar omgeving. Ten eerste blijft het Woord centraal staan en de verspreiding daarvan en ten tweede voltrekt het delen daarvan zich in een gemeenschap en haar omgeving. Het breken van het brood kun je verstaan als de viering van het avondmaal maar ook als diaconale ondersteuning.

Doe-kerk
Steeds meer (jonge) christenen komen tot het inzicht dat zij wervend christen moeten zijn. De enige manier om dat te kunnen zijn is: je leven delen met mensen om je heen. Zoals Christus mensen opzocht en aansprak daar waar ze waren; zo hebben wij te doen. Ik las in een brochure van Groeiboek* de term ‘to do church’, de doe-kerk. Ik lees daar: ‘Wanneer Evangelie en gemeenschap centraal staan, heeft dat consequenties: 1. We gaan gemeentelid meer ervaren als deel van onze identiteit dan als een verantwoordelijkheid die we naast andere verplichtingen hebben. 2. We vieren het leven van alledag als de context waarin het Woord van God verkondigd wordt, waarbij het spreken over God een normaal onderdeel van onze alledaagse gesprekken is. 3. We nemen meer tijd om ons leven met ongelovigen te delen. 4. We bereiden samen bijbelstudies voor. 5. We benaderen onze missie en pastorale zorg als iets dat vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week plaatsvindt.’ Sommigen voelen zich vanuit deze principes gedrongen hun eigen, soms luxe, leventje op te geven om te gaan wonen in de achterbuurt van een stad of op een plek waar ze sociaal goed kunnen doen. Hun huis is een open huis voor iedereen die binnen wil vallen. Er wordt samen gegeten, samen geholpen om een tuin op te knappen of om een ongehuwde moeder op te vangen. De liefde van Christus wordt zichtbaar. Mensen ervaren warmte, geborgenheid en gemeenschap. Ruimte voor hun verhaal en hun vragen. Er is ruimte en relatie om te luisteren naar de woorden van God. Het brengt hen in de lichtkring van het kruis. Regelmatig komen mensen tot geloof en worden toegevoegd aan de kring die behouden wordt.

Doe mee
Niet iedereen zal geneigd zijn en in staat zijn zo’n radicale beweging te maken. Dat hoeft ook niet. Mee doen in Gods kerk kan en moet op de plaats waar jij woont. En dan niet alleen op de plaats van het kerkgebouw en in de uren van een georganiseerde activiteit. We zijn geen parttime christenen! Nee, voortdurend op die plek waar jij bent je door God laten gebruiken om Zijn Woord te delen, om tot een zegen te zijn in woord en daad voor mensen om je heen.

Assen                               
Stoffer Otten

* Tim Chester & Steve Timmis, Total Church, Evangelie en gemeenschap, 2011 zie: www.groei.org.