In de winter van 2009 kwam een groep christenen uit Burundi door bemiddeling van de UNHCR naar Nederland. Ze werden gastvrij opgevangen door de Drentse gemeente Aa en Hunze, o.a. in de dorpen Gieten en Gasselte.

Het was een enorme overgang voor deze mensen: ze kwamen van een uitzichtloos kamp in Tanzania in een vreemd, koud en besneeuwd Nederland. Veel moesten ze toen leren: een andere taal (de ouderen ook nog lezen en schrijven), andere gewoontes, allerlei praktische zaken als omgaan met een agenda en met een Nederlands huis (de CV, koken op gas, enz.). Omgaan ook met een heel andere kerkelijke cultuur.

In die tijd ontstond er contact met enkele leden van de CGK van Zuidlaren. Via hen werd geregeld dat de jongeren van de Burundese gezinnen mee konden doen met de multiculturele vakantiekampen van Stichting GAVE. Na deze vakantie bleven de contacten bestaan: de jongeren werden elke maand opgehaald voor de Live-out-loud jeugddiensten van de CGK in Zuidlaren.

Ondertussen was er een andere inwoner uit Zuidlaren door de gemeente Aa en Hunze in dienst genomen als tolk en gezinsbegeleider. Deze vrouw was eveneens afkomstig uit Burundi en christen. Ze sprak hun taal, kende hun gebruiken, en was zelf succesvol ingeburgerd in de Nederlandse samenleving. Op een avond belden de leden van de CGK haar op met de vraag of het wellicht een goed idee zou zijn om voor deze groep één keer per maand een eigen multiculturele dienst te organiseren (en tegelijk ook voor andere buitenlandse contacten die er al waren, met name door een opvangcentrum voor AMA’s (minderjarige asielzoekers) in Zuidlaren.) Ze reageerde verrast dat ze die avond net zelf wilde bellen. De groep zong namelijk ook met elkaar als een Afrikaans koor. En ze zochten een kerk waar ze samen konden zingen. Dit werd ervaren als een bevestiging van God: “Zorg voor de geestelijke opvang van deze mensen en hun kinderen”. En zo begon het.

Multiculturele diensten

Er werd gestart met een aparte, multiculturele dienst op de zondagmiddag, één keer per maand. Afspraak was dat ze zich als groep verzamelden op een centraal punt bij Gieten, waarna ze werden opgehaald door een aantal gemeenteleden uit Zuidlaren.

Vanwege hun aantal kregen de Burundezen als koor een prominente plek in de samenkomst. Tegelijk moest er rekening gehouden worden met mensen uit andere Afrikaanse naties en talen. Zo was er de eerste keer vertaling in het Engels en in het Kirundi (de taal van Burundi). De dienst liep daardoor prompt volledig uit, qua tijd. Maar de sfeer was goed en iedereen was blij.

Na drie keer kwam de vraag op, ook vanuit de Burundezen zelf, of ze niet gewoon naar de Nederlandse dienst konden komen op de zondagochtend. De drang tot integreren bleek groot. Er werd afgesproken dat er ’s ochtends op de derde zondag van de maand extra ruimte zou worden gegeven aan het Burundi-koor om een paar liederen te zingen in hun eigen taal. Hun tolk was steeds aanwezig om deze liederen te vertalen voor de gemeente en andersom de preek en de schriftlezing voor de Burundezen. De kinderen deden mee met het kinderwerk, die konden zich (meestal) voldoende redden met de taal. De vrijdag vóór de multiculturele dienst leerde iemand van de CGK het Afrikaanse koor steeds een Nederlands lied tijdens hun repetitie. Die werd dan die zondag gezongen in de samenkomst.

Doopdienst

De contacten intensiveerden en op een zondag waarop een kind van de gemeente werd gedoopt, kwamen de Burundi-moeders met de vraag of het ook mogelijk was hun kinderen te laten dopen. De jongeren boven de 14 waren (bijna allemaal) gedoopt, daaronder niet door alle problemen waar ze jarenlang in verzeild raakten. De kerkenraad heeft dat verzoek zorgvuldig overwogen en besloot dat ze daaraan met vreugde wilde voldoen, omdat duidelijk was dat de Burundezen zich verbonden voelden aan onze gemeente. Tegelijk realiseerde ze zich dat ze zich daarmee verplichtte extra inspanning te leveren aan de geloofsopvoeding van deze kinderen. Van tevoren waren er gesprekken met de ouders over de betekenis van de doop. En de kinderen kregen een aantal Bijbellessen om hen voor te bereiden op hun doop. Het ging om 7 kinderen, in de leeftijd van 2 tot 14 jaar.

De doop vond in september van dit jaar plaats, op hun eigen verzoek door onderdompeling. Daarvoor werd het doopbassin van de baptisten van Veendam geleend. Het dorpshuis van Gasselte werd afgehuurd om zoveel mogelijk buren, vriendjes en vrijwilligers de kans te geven erbij te zijn. Het werd een feest om nooit te vergeten. De kinderen werden ondergedompeld terwijl de Afrikanen om het bassin heen stonden te zingen. Daarna kleedde iedereen zich om en bleken alle kinderen in prachtige schone, witte kleren terug te komen, als symbool van een nieuw begin met Jezus.

Elk gezin kreeg als geschenk van de kerk hun eerste Nederlandse (Start-) Bijbel. Thuis werd in de gezinnen het feest voortgezet met lekker eten.

En nu verder…

De ontwikkeling gaat door. De Burundezen hebben hun geestelijke zorg nodig. De kinderen moeten verder gebracht worden in hun leven met God en in hun kennis van de Bijbel. De ouderen hebben vele traumatische ervaringen meegemaakt en hebben veel gebed en pastorale en diaconale zorg nodig. Er is daarom besloten te starten met extra multiculturele diensten in het dorpshuis van Gasselte. In eerste instantie zal dan de focus liggen op de geloofsopvoeding van de kinderen. Maar we hopen op deze wijze ook een eerste missionaire tak te starten vanuit Zuidlaren in gemeente Aa en Hunze. Het is het sterke verlangen van de CGK van Zuidlaren missionair te zijn in de haar omringende wereld. Ze wil groeien en ook weer werkers uitzenden. Dat voornemen is met de doopdienst in het dorpshuis van Gasselte in beweging gezet in de richting van gemeente Aa en Hunze.

Zuidlaren
Bert van der Linde