Wiggele Oosterhoff, werkzaam bij de Christelijke Agrarische Hogeschool in Dronten, heeft een nieuw boek geschreven, getiteld “Van Groen naar Wijs”. Met dit boek wil hij het gesprek over waarden stimuleren. De verbinding die hij legt tussen landbouwwijsheden, de Bijbel en het dagelijks leven kunnen een inspiratiebron zijn voor dit waardengesprek.

Wiggele Oosterhoff schrijft regelmatig artikelen en commentaren voor het Kerkblad voor het Noorden.

In de Bijbel staan veel gedeelten die op de één of andere manier met landbouw te maken hebben. Ook Jezus gebruikt in zijn onderwijs vaak landbouwkundige voorbeelden om zijn boodschap te verduidelijken. Oosterhoff vindt het stimulerend om de Bijbel met die gekleurde landbouwbril te lezen. Hij heeft zijn jarenlange beroepservaring op de CAH als uitvalsbasis voor dit boek gebruikt.

Elk hoofdstuk in het boek gaat over een bepaald vakgebied in de landbouw, zoals bodemkunde, plantenfysiologie, watermanagement of ondernemerschap. Daarnaast heeft elk hoofdstuk een bepaald thema en gaat het daarmee over een bepaalde waarde, zoals vertrouwen, ruimte of rust. Aan het einde van elk hoofdstuk worden enkele Bijbelgedeelten genoemd en staat een tweetal vragen. Het boek is daarmee geschikt als basis voor een gesprek over waarden, bijvoorbeeld tussen boeren en burgers.

Dhr. Albert Jan Maat, voorzitter van LTO-Nederland heeft voor de achterkant van het boek een recensie geschreven. Hij schrijft: “Wiggele Oosterhoff heeft met zijn boek ‘Van Groen naar Wijs’ op een treffende manier een link gelegd tussen het dagelijks leven en het christelijk geloof. Als landbouwingenieur verbindt hij het agrarische leven uit de Bijbels met het leven van deze tijd, wat voor velen veraf staat van een leven van het land. Hij laat zien dat veel Bijbelse richtlijnen het duurzaam samenleven benadrukken. Een gesprek over waarden krijgt zo een breder perspectief in denken, doen en laten. Moge het de lezer stof  tot nadenken en verdieping van het leven geven. Het leven zoals het ten diepste bedoeld is: een Godsgeschenk.”