In ons blad mag een officiële felicitatie aan beide jubilarissen niet ontbreken. Zij zijn voor het Kerkblad voor het Noorden geen onbekenden. Zowel de ondertekening A.N. (vaak alleen maar N) als K.J.V. onder diverse berichten en artikelen getuigden van hun werk en meeleven. Namens commissie van redactie en raad van beheer, niet in het minst namens de vele lezers willen wij bij deze jubilea hartelijk danken voor de wijze waarop zij ons blad gediend hebben.

Bij het doorbladeren van het notulenboek van de vergaderingen van commissie en raad trof het me, dat reeds op de eerste vergadering ds. Noort aanwezig was. 't Was op 20 november1952. Vanaf de start heeft ons blad de belangstelling en medewerking van ds. Noort genoten. Hij heeft gestaan aan de wieg om met anderen naast zich de plezierige geboorte van het kerkblad mee te maken. Daarna heeft hij talloze vergaderingen bezocht en van advies gediend. In 1961 werd hij benoemd tot eindredacteur. Voor zijn medewerking zijn we hem recht dankbaar, ook nu  hij zich teruggetrokken heeft in verband met zijn verkregen emeritaat.

De tweede jubilaris ds. K.J. Velema heeft voor ons blad bijzondere verdiensten. Wat later dan ds. Noort is hij bij ons blad betrokken, hij heeft eraan gewerkt met een niet uit te drogen pen. Ik lees voor het eerst zijn naam in de notulen van het najaar 1962, maar herinner me hoe hij al veel eerder hoofdartikelen schreef van pastorale inslag. Uit de pastorie van Midwolda kwam de kopij bij de drukker binnen. Eindredacteur of geen eindredacteur, hij schreef door.

Er is op de redactievergaderingen nog al wat te doen geweest over een te grote hoeveelheid plaatselijk nieuws. Menig predikant wilde van tijd tot tijd een babbeltje houden met zijn gemeente. Daardoor kwamen de artikelen van de voorpagina in de knel. Een euvel dat nog steeds niet verholpen is. Ds, Velema riep op een vergadering uit: "ik zie allerlei blindedarmen in ons kerkblad". Ieder was het er mee eens. Ons blad moet niet verlaagd worden tot een mededelingenblad. Er moet besnoeid worden. Er moet leiding uitgaan van ons orgaan. En toen kwamen de vragen: Wat voor zin heeft een eindredacteurschap als de ruimte opgeëist wordt door de plaatselijke kerken? Hoe verkopen we het aan de kollega's dat alleen het hoognodige erin moet?

Ds. Velema is een wijs man. "Wat je in één keer niet bereiken kunt, bereik je zeker in twee- of driemaal". En zo is het gegaan. Intussen krijgt hij boze telefoontjes en brieven van mensen die zich verongelijkt voelen of zich bekort zien. Dat heb je nu eenmaal als je in de krant schrijft.

Wel zo af en toe eens een vriendelijk verzoek om niet al te uitgebreid te zijn met de "weesgegroetjes". Gun een andere gemeente ook wat plaats. O ja, zijn vreugde over het inlegvel willen we nog noemen. Het kerkblad heeft namelijk af en toe een inlegvel. En daar moet bij dat ds. Velema een potje heeft. Iedere scribent kan daarin zijn kopij deponeren. Het wordt door hem geplaatst, alles op zijn tijd.

Wat de boze brieven betreft, ach de Ned. Spoorwegen zijn groot geworden door de dwarsliggers. En dan de mensen die menen dat er teveel van één hand in staat. Wat moet een eindredacteur als vele scribenten veel beloven en weinig schrijven? Wie draait er dan voor op?

Commissie van redactie, raad van beheer en de drukker zijn dankbaar voor zijn vele artikelen. Dat willen ze bij dit jubileum uitspreken. En niet te vergeten de zwijgende meerderheid van lezers, de afnemers van de voorpagina. Van harte sterkte gewenst bij het schrijven broeder!

red. secr.