Als je aan jongeren vraagt wat tot hun meest waardevolle persoonlijke uitrusting behoort dan is de kans groot dat je als antwoord krijgt: mijn smartphone. Je kunt er mee bellen, sms’en, spelletjes doen, internetten, vrienden maken via hyves of face-book, wifi, chatten, mailen, een vakantie boeken, gebruiken als woordenboek, enz. enz.  Je hebt de wereld in je broekzak of in je handtasje.

Vier jongeren, allen lid van de Christelijke Gereformeerde Kerk van Damwoude, proberen mij (PS) duidelijk te maken hoe ze elke dag met dit medium omgaan. Soms slingeren er woorden over de tafel waarbij ik mij afvraag wat ze er mee bedoelen. Geduldig leggen ze mij dat uit. Bij het woord ‘trailer’ bijvoorbeeld, had ik een heel andere betekenis voor ogen. Nu was dat natuurlijk niet fout, maar in hun wereld betekent dit een korte samenvatting of een voorproefje van een film die op de smart Phone bekeken kan worden. Wie zijn die vier jongeren?

Even voorstellen.

Pieter de Beer, 16 jaar, 4e klas VMBO, toekomstig beroep automonteur;

Feikje Keizer, 16 jaar, geslaagd voor haar VMBO-diploma en volgt nu de opleiding verpleegkunde;

Saskia Smit, 13 jaar, 2e klas HAVO, toekomstig lerares basisonderwijs;

Feiko Heikamp, bijna 15 jaar, volgt het onderwijs op het VMBO om elektricien te worden.

Vier spontane jongelui die open en eerlijk de wereld inkijken en graag bereid zijn iets te laten zien van hun leefwereld.

 

Het gebruik

Uiteraard hebben ze alle vier een mobieltje, die voor meer gebruikt wordt dan alleen maar bellen en sms’en. Pieter heeft er twee en Feikje zelfs drie. Zo zit Saskia dagelijks een aantal keren op hyves; bekijkt trailers (voorfilmpjes) en doet er veel spelletjes mee. Dat allemaal voor € 10,00 per drie maanden. Voor Feiko geldt ongeveer hetzelfde, maar hij gebruikt zijn Sony ook behoorlijk veel om te internetten en te chatten. Als het maar gratis is, want veel geld heeft hij hiervoor niet tot zijn beschikking. Pieter gebruikt zijn Samsung vooral om informatie op te halen over motoren en alles wat daarmee te maken heeft. Feikje: “Ik maak er ook wel foto’s mee. Verder geldt voor mij ook de gebruikelijke handelingen. Ik heb er trouwens wel een app op waarmee ik een korte samenvatting van de nieuwste films kan bekijken. Uiteraard heb ik een wachtwoord op mijn mobiel. Soms staan er namelijk dingen op die heel persoonlijk zijn.” Ook de anderen werken met wachtwoorden maar daar doen ze niet geheimzinnig over. Wat voor allemaal wel belangrijk is, is dat ze altijd bereikbaar zijn. Toch vergeten ze wel eens hun mobieltje mee te nemen. Twee van de vier hadden hem deze avond niet bij zich. En bij niemand ging tijdens dit gesprek de telefoon.

 

Op mijn vraag hoeveel tijd ze aan dit medium besteden lopen de antwoorden nogal uiteen. Pieter beweert een kwartiertje per dag. Maar na enig doorpraten komen daar nog wel een paar kwartiertjes bij. Ook Feikje zegt er voor haar gevoel niet veel tijd aan te besteden. Al gaat er om het kwartier wel een sms’je naar haar vriend. Voor Saskia ligt het duidelijk anders. Vooral zaterdags is zes tot acht uur geen uitzondering. Ook Feiko denkt na enig nadenken dat er wel dagen bij zijn dat hij zeven uur gebruik maakt van z’n smartphone. “Zelfs ’s nachts ben ik bereikbaar”, aldus Feiko.  Voor alle vier geldt dat ze zo nu en dan op you-tube kijken. Afhankelijk van waar je belangstelling naar uit gaat, kan dat muziek zijn (Feikje) of een actiefilm (Feiko en Saskia). Voor Pieter geldt alleen motorraces. En dat is helemaal niet zo vreemd als je graag aan motoren mag sleutelen.

 

Gezien de huidige trend zou je denken dat mijn gesprekspartners zo nu en dan ook twitteren of op z’n minst een aantal belangrijke personen volgen. Toch is dat niet zo. Alleen Feiko volgt een aantal twitteraars, maar de overigen vinden dat niet belangrijk. Feikje: “Ik vind er niks aan. Van mij hoeft het niet.” Saskia heeft voldoende aan hyves. Meestal zet ze er iets op wat ze na afloop van een gebeurtenis zoal meegemaakt heeft, soms met een fotootje er bij.

Hoe langer we er over doorpraten, hoe opener de jongelui worden. Pieter: “Ik heb een poos via mijn smartphone contact gehad met een voormalige klasgenoot van het Pieter Zandt  College, die ernstig ziek was. Omdat ik nu op het Singelland College zit, hadden we op deze manier toch nog veel contact met elkaar. Ik zal niet met iedereen contacten op deze manier onderhouden, maar in bijzondere gevallen is het wel ideaal. Als bijvoorbeeld onze dominee (Ruis) het graag zou willen, dan voeg ik hem toe aan mijn digitale vriendenclub. Daar heb ik geen enkel probleem mee.”

 

Op mijn vraag hoe je als christen jongere je smartphone dient te gebruiken of misschien juist niet moet gebruiken wordt geantwoord, dat je er heel veel mee kunt. Maar toch voelen ze wel aan dat er grenzen zijn. Spelletjes waarin occulte zaken in voor komen of foutieve sites, vinden ze absoluut niet kunnen. Teveel bellen, sms’en of hyven vinden ze eigenlijk niet goed . . . . . , maar toch! Het blijft lastig.

 

Sociale media binnen de kerk

Mijn gesprekspartners kijken vreemd op als ze horen, dat je in sommige kerken de dominee tijdens de preek rechtstreeks een vraag kunt stellen als iets niet helemaal duidelijk is. Zelf zouden ze dat niet doen. “Mijn smartphone heb ik tijdens de kerkdienst uitgeschakeld. Dan ben ik ook niet bereikbaar. Ik zou mij schamen wanneer mijn mobiel plotseling afging. De dominee iets vragen? Daarvoor heb je toch de catechisaties? Bij onze dominee kun je altijd met vragen terecht,” aldus Feiko. Volgens Feikje is er binnen de kerk wel een groep die via hyves contacten met elkaar onderhoudt. Om alle gemeenteleden op zondagochtend om half negen een sms’je te sturen dat de kerkdienst om half tien begint vinden ze een beetje teveel van het goede. Alle vier zijn ze van mening dat ze zonder zo’n sms’je toch wel gaan. Bij Saskia begint er wel een klein lampje te branden. “Misschien wel handig voor onze jeugdclub, als je een kwartiertje van te voren een sms’je krijgt van: de club begint om half acht.”

De jongelui zijn van mening dat je de sociale media ook in de kerk op een ontspannen manier kunt gebruiken. Je moet het niet verplichten. Er niet krampachtig mee omgaan. Maar zoals je in je vrije tijd er mee omgaat, zou je er ook in de kerk mee kunnen omgaan: in vrijheid maar wel voorzichtig. Sociale media leveren namelijk veel informatie op. Je moet ook leren om er op een goede manier mee om te gaan. Voor de kerk zijn sociale media ook best belangrijk. Feikje: “We hebben een website en via die site kun je ook doorlinken naar andere websites. Dat is handig. Je moet met deze ontwikkelingen niet achterop raken. Er niet bang voor zijn. Ga op een goede manier wel met je tijd mee.” De anderen zijn het met haar eens.

 

Tenslotte

Of de huidige sociale media veel invloed hebben op onze jongeren? Dat zal altijd wel een lastige vraag blijven. Onze jongeren groeien er mee op. Maar hoeveel ouderen hebben inmiddels een smartphhone aangeschaft? De meeste personen onder de zestig jaar weten inmiddels welke ongekende mogelijkheden de smartphone heeft. We leven nu eenmaal in het digitale tijdperk en proberen daar op een gezonde manier mee om te gaan. Tijdens het gesprek kwam dit duidelijk naar voren. Voor velen geldt dan ook dat in de onderlinge contacten de sociale media best belangrijk zijn. Hoeveel predikanten binnen ons kerkverband zouden geen smartphone hebben.

Een felicitatie via hyves of twitter is best leuk. Maar uiteindelijk zijn ze alle vier van mening, dat er niets gaat boven de echte ontmoetingen. Als het enigszins kan dan feliciteer je elkaar met het geven van een hand plus nog wat!

 

Dokkum
Pieter Sijtsma