In mijn eerste gemeente woonde een oude zuster wat buitenaf. Ze had veel meegemaakt. Haar man overleden, die heel wat jaren een geweldige steun voor haar was geweest. Een kleinzoontje, in hetzelfde dorp wonend, van vier jaar werd doodgereden in het straatje van het ouderlijk huis. Een kleindochtertje van zes jaar stierf vlak voor kerst aan leukemie. Een intelligente kleinzoon werd twee keer afgewezen aan de Theologische Hogeschool te Apeldoorn. Hij is later – gelukkig! – wel predikant geworden in een ander kerkverband. Zij bleef alleen achter op de boerderij en ….. ze werd doof, hoe langer, hoe meer. Wanneer ik haar bezocht, moest ik tenslotte door een hoorn aan haar oor spreken om mij verstaanbaar te maken.

In diezelfde tijd kwam de Amerikaanse prediker en gebedsgenezer Osborn in Nederland. Hij trad o.a. op op de Veemarkt in Groningen. Toen ik weer eens bij onze oude en zeer beproefde zuster kwam, riep ik door de hoorn: 'Moet u niet naar Osborn in Groningen volgende week, dan kunt u genezen worden en weer goed horen!' Weet je, wat ze mij toen toevoegde? Wel dit: 'Wanneer de Here mij genezen wil, kan Hij dat ook hier in mijn huis doen en kan ik mij de reiskosten naar Groningen besparen!' Ik vond dat als jong predikant een geweldig gelovig antwoord.

Ik ben zelf wel naar Groningen gegaan, toen Osborn er optrad. Ik wilde als jong theoloog weleens meemaken, hoe zo'n beroemde evangelist en genezer het deed. Ik gaf me helemaal over aan de opzwepende toespraken. Er was een massa mensen samengedromd op de Veemarkt. Ik zag om mij heen mensen in extase komen, hun krukken wegwerpen, hun gipsbenen opensnijden en van de benen afrukken. Ik maakte ook vreselijke teleurstellingen mee. 'Niet genezen'; 'Geen nieuw been er weer aan!'; 'Nog altijd blind!'; 'Nog steeds verlamd!' …..... Aan het eind van het optreden had ik zelf verschrikkelijke kramp in mijn kuiten van de opgeroepen spanningen. Ik wist: naar zo iets hoef ik niet meer toe. Ook die reiskosten en moeiten kan ik voortaan mij besparen!

 

Hoogeveen                                                                                                                        
T. Brienen