Hoe wordt in Jeruzalem Paasfeest gevierd? Ds. C. J. van den Boogert was vanaf 1995 tot en met 2000 predikant voor de evangelieverkondiging onder Israël. Hij heeft verscheidene keren een joodse Pesach meegemaakt en schrijft over wat hij daarvan heeft meegekregen. De viering van de sederavond en het verbranden van chameets hebben diepe indruk gemaakt.

Paasfeest vieren in Jeruzalem heeft iets heel bijzonders, vooral als het joodse Pesach en het christelijke Pasen in dezelfde week gevierd worden. In dezelfde week de sederavond, de avond waarop men de geschiedenis van de uittocht vertelt, meevieren bij een joods gezin of in een Messiasbelijdende gemeente. En dan op de paasmorgen in de graftuin samenkomen om bij het open graf de opstanding van Jezus te vieren.

Je beseft dan dat in het Nieuwe Testament dood (Goede Vrijdag) en opstanding (Pasen) heel dicht bijeen worden gehouden. Israël, de zoon van God, dat uit Egypte, het land van het bittere lijden en de dood, werd uitgeleid en mocht opstaan tot een nieuw leven. Jezus, de Zoon van God, die als het Paaslam werd geslacht en uit de dood opstond.

De evangelist Johannes legt die verbanden als hij vertelt dat Jezus stierf op de dag van de voorbereiding van Pascha (Joh. 19:4), precies op het moment dat in de Tempel het paaslam werd geslacht. Ook de apostel Paulus doet dit in 1 Korinte 5. Hij noemt daar Christus ‘ons Pascha’ (vgl. Ex. 12). Tegelijk gebruikt hij de andere naam voor Pesach, het ‘feest van de ongezuurde broden’. Hij roept ons op om met Christus op te staan tot een nieuw leven.

Toen  mijn vrouw en ik op een van de sederavonden in Israël te gast waren bij een orthodox-joodse familie hebben wij over de relatie tussen Pesach en Pasen iets mogen vertellen.

Met deze uitnodiging voldeden ze aan het gebod ook de vreemdeling, die in het land leeft en die geen sedermaaltijd heeft, in de kring uit te nodigen. Tijdens het eerste gedeelte van zo’n sederavond wordt de geschiede¬nis van de uittocht verteld en worden toepassingen gemaakt op het leven in de huidige maatschappij. Wat zijn de goden vandaag de dag en waaraan kan men slaafs onderworpen zijn?

Het tweede gedeelte wordt gevormd door de maaltijd. Heel indrukwekkend al die geschiedenissen zoals over de matse, het brood der ellende, dat gebroken wordt, het bittere kruid, symbool voor het bittere lijden in Egypte, en over de beker der dankzegging, beeld van de verlossing, die geheven wordt. Bij de naseder, wij zouden zeggen tijdens het natafelen, werd aan ons gevraagd te vertellen over de betekenis van ons Pasen. Ineens heb je dan zomaar een gelegenheid om over de betekenis van de dood en opstanding van Jezus te vertellen.

Wij hebben daarover verteld aan de hand van wat er tijdens de sedermaaltijd gebeurt. Toen de matse, het brood der ellende, gebroken werd, zo vertelden we, zei Jezus: ‘dit is mijn lichaam, dat voor u verbroken wordt’. We worden verlost uit de ellende van zonde en dood.

Bij de beker der dankzegging, een van de vier bekers die gedurende de maaltijd leeggedronken wordt, hebben we verteld, dat Jezus toen Hij het bekerwoord van het avondmaal uitsprak de aandacht vestigde op de messiaanse bevrijding die Hij gebracht heeft.

Het was voor hen een openbaring dat we aanknoopten bij de sedermaaltijd. Op die manier doorzagen ze in één oogopslag de betekenis van Jezus’ dood en opstanding. Voor ons was het een bijzondere ervaring, om ‘uitgaande van de Schriften’ op deze sederavond een getuigenis te mogen geven over  de betekenis van de dood en de opstanding van Jezus.

 

Chameets verbranden

Nog een ander gebruik liet een diepe indruk bij ons achter. Het verbranden van chameets. Chameets is het gezuurde. Naar het voorschrift in Exodus 12 moet men alles wat gezuurd, dat wil zeggen gegist is, uit zijn huis verwijderen en gedurende de zeven dagen van Pesach onge-zuurde spijzen eten. Orthodoxe Joden zijn heel strikt in het zoeken naar alles wat maar kan gisten. Ze houden voorafgaande aan Pesach echt een grote schoonmaak. Aangezien Pesach altijd in het voorjaar valt, houden ze dus de voorjaarsschoonmaak. Misschien hebben wij de schoonmaakkoorts in het voorjaar, zoals ik me die met name uit mijn jeugd herinner, wel van het joodse volk overgenomen.

Op de dag waarop de sederavond wordt gehouden, worden alle etenswaren die chameets bevatten in het openbaar verbrand. Dat is een gewel¬dig kleurrijk gezicht. Wandelend door de orthodoxe wijken treft men dan op vele plekken grote groepen joodse mensen aan rond soms flinke vuren. Voor kinderen is deze gebeurte¬nis natuurlijk een geweldige attractie. Het is een echt ritueel gebeuren, waarbij de zegen¬spreuken over het verbranden van chameets worden gereciteerd.

Nu vinden we in het Oude Testament voor het eten van ongezuurd brood alleen maar de aanduiding dat men in grote haast uit Egypte moest vertrekken. Men had geen tijd om het brood te laten rijzen. Daarmee is dus de praktische betekenis van het eten van ongezuurde broden aangegeven, maar heeft het chameets verwijderen niet direct een diepere zin gekregen. Toch treffen we de diepere betekenis in het Nieuwe Testament, bij Paulus, wel aan. Hij schrijft in 1 Korinte 5: 8 het volgende: 'Laten wij derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid'.

Paulus geeft daar een zedelijke strekking aan het verwijderen van het oude zuurdeeg. We moeten het kwaad uit ons leven wegdoen. Is dat nu een typisch christelijk trekje om een diepere betekenis aan een praktische maatregel te geven? Neen! Ook Paulus blijkt midden in zijn joodse traditie te staan. Zo antwoordde een rabbi eens een jonge man op diens vraag waarin hij te kort schoot: 'Je schiet nergens in te kort, want je bent een Godvrezend mens en een echte bijbelgeleerde. Er is echter een ding: je moet je chameets nog verwijde¬ren, het opgeblazen deeg dat een ongelikt, opgeklopt ego uitbeeldt, je moet dit vervangen door matsa, dit platgewalste voedsel dat bittoel, dat is 'zelfontkenning', symboliseert'.

We herkennen hier duidelijk de zedelijke verdieping van het gebod die ook Paulus onder woorden gebracht heeft in relatie tot het paaslam dat geslacht is, Christus (1 Kor. 5:7). Het is vanwege dit soort gebeurtenissen dat we Jeruzalem maar moeilijk kunnen vergeten.

 

Elburg
Kees van den Boogert

 

Ds. C. J. van den Boogert is emerituspredikant en woont in Elburg.