Het was in de zomer. Een oude broeder, boven de 75 jaar, uit de gemeente was jarig. Mijn vrouw en ik gingen dan altijd de jarige bezoeken. Wij werden heel hartelijk ontvangen. De oudjes waren als oma en opa, vooral voor mijn vrouw. Er was nog een meneer op bezoek. Die wou opstappen toen wij binnenkwamen, maar de jarige broeder zei: 'Blijft u maar rustig zitten, dat kan best bij onze dominee’. Hij bleef. We raakten aan de praat. De bezoekende meneer kwam los en begon behoorlijk af te geven op dominees. Ik denk dat hij ze kende van de 'grote kerk'. Die dominees verdienden ze maar gemakkelijk, zaten altijd vooraan, werden gezien en hadden een gemakkelijk leventje. 's Avonds zitten ze breeduit in een luie stoel met overal schemerlampjes aan. Aan de arme mensen komen zij niet toe en ze geven hen niks!

Dit werd mij een beetje te bont. Ik repliceerde: 'U haalt dominees teveel over één kam. Ik wil met u weleens een vergelijk aan. Toont u mij uit uw boekhouding, wat u per jaar aan goede doelen geeft, dan zal ik dat ook doen uit mijn kasboek! Als gemeente verlenen wij bijvoorbeeld hulp aan een heel oude dominee met drie zusters in Hongarije. Deze week kregen we een smeekbrief; ze hadden het zo arm en hadden binnen korte tijd ƒ 5.000, - nodig. Dat zal ik zondag de gemeente meedelen en je zult zien dat het er komt!' 'Blijft daar niets van aan de strijkstok hangen?' vroeg hij. 'Geen cent', was mijn antwoord.

'Ik stap maar eens op', zei hij en hij wenkte mij mee naar de gang. Daar haalde hij wat uit zijn zak en stak het mij toe. 'Dat is voor jullie kerk en jullie hulp aan die arme dominee in Hongarije.’ Ik nam het aan, bedankte hem voor zijn gift en stak het papiergeld zonder te kijken hoeveel het was in de zak van mijn jasje. Zo namen we afscheid. De oude jarige broeder zei bij mijn terugkeer: 'Hij gaf je zeker wat voor de kerk?' Ik knikje van ´ja´ en hij ging verder: 'Hij is wel communist, maar een goede kerel in zijn hart!'

Wij lazen met elkaar de Psalm van zijn verjaardag, dankten de Here met deze broeder en zuster voor al de zegen van het afgelopen en baden om Gods leiding in het nieuwe levensjaar.

We liepen naar de auto. Mijn vrouw vroeg: 'Wat gaf hij je?' 'Dat zal ik je in de auto laten zien, want ik weet het ook nog niet'. In de auto gekomen, haalde ik uit mijn zak twee briefjes en die bleken elk van ƒ 1.000, - te zijn. Bij elkaar dus ƒ 2.000, -. 'Ik voel nog meer', zei ik en haalde nog drie briefjes van elk ƒ 1.000, - te voorschijn en wierp ze op de schoot van mijn vrouw. We werden er samen heel stil van. Wonderlijke ontmoeting! Een communist gaf ƒ 5.000, - aan een dominee mee voor de kerk! Precies wat ze in Hongarije nodig hadden. Is dat geen leiding van de Here God? En wie gaat er nu met ƒ 5.000, - contant in z´n zak de straat over en geef dat zomaar weg!

Zondagmorgen heb ik aan de gemeente meegedeeld het binnengekomen verzoek uit Hongarije en de ontvangen gift van ƒ 5.000, -. Zo zorgt onze God. De oude bejaarde en jarige broeder zei zacht tegen mijn vrouw: 'Dat was zeker van de communist?' en mijn vrouw kon niet anders dan ´ja´ knikken.

 

Hoogeveen                                                                                                                           
T. Brienen