Toen we nog in Frankrijk woonden en werkten en het midden in de grote vakantie was, vroegen we ons verbaasd af of er nog wel Nederlanders waren achtergebleven in Nederland. Zoveel landgenoten zagen we over de Franse snelwegen voorbij razen, McDonald's binnengaan en de campings vullen.
Nu in Hardenberg, kwam diezelfde gedachte op, met deze variant dat we vreesden dat er geen Urker meer op Urk was achtergebleven en de kerken in de Bible Belt magere zondagen doormaakten, zo vol waren de 28 campings in ons nieuwe Sallandse thuisland en zo vol stroomde onze Sjaloomkerk.
Dat was voor ons, na die eenentwintig jaren in de kleine Franse gereformeerde kerken, een ware belevenis.
Ook wij zijn dit jaar weer even in Frankrijk geweest: op vakantie langs onze kinderen die er gebleven zijn. En natuurlijk gingen we er zondags naar de kerk. Het verschil met onze Sjaloomkerk viel ons nu nog meer op. Niet alleen de heel karige bezetting van de kerkbanken, maar ook het feit dat de predikant alles moest doen en regelen; alles draaide om hem en je zag hem dan ook voor de dienst van hot naar haar vliegen om alles rond te krijgen voordat de dienst zou kunnen beginnen.
Wat een zegen is het voor ons geweest –voor mijn vrouw en voor mijzelf- in Hardenberg alleen maar de dominee en zijn vrouw te hoeven zijn.  Te lange tijd draaide alles om ons; we waren meestal koster, het beamerteam, het welkomstcomité, gemeentezang-begeleidster op de piano, en bij kou zondagsmorgens er om 5 uur uit om alvast de verwarming aan te zetten. Ik was klusjesman, kerkgebouwontwerper en commissie van beheer, evangelist, onderhandelaar met makelaars, catechisatiemateriaal-maker, gemeenteopbouwwerker, Bijbelstudieleider…
En nu terug in Nederland, mag ik weer vooral dominee zijn; preken, bezoeken en catechisatie.
En kerkenraadsbeleid, klusjes, Bijbelstudie en al die andere dingen? Ik ben er in het afgelopen jaar achter gekomen dat de broeders-kerkenraad en de actieve broeders en zusters in de gemeente beter dan ik die dingen kunnen organiseren en draaiende houden. Ineens kan ik het ook niet meer (zo goed) en vraag ik me af hoe ik dat allemaal heb kunnen doen, toen…
Het roept me van alle kanten toe en ook vanuit m’n eigen hart: wees maar gewoon dominee of zeg maar predikant, of nog mooier: Verbi Divini Minister: dienaar van het Goddelijke Woord onder Gods volk en onder allen die de Here roept.
Daar danken we de Here elke dag voor. We voelen ons dan ook zeer gezegend. Eigenlijk werden we altijd wel gezegend door onze Here en God; in Frankrijk net als hier weer terug in Nederland. In moeilijke jaren, in teleurstelling en aanvechting, toen eenzame volharding werd gevraagd en ook werd gegeven evenals nu in deze zegenrijke periode.
Naast Psalm 121 was Romeinen 8 dan ook steeds onze kracht.
Beste collega, ik hoop dat m’n getuigenis je bemoedigt.
Geliefde gemeenteleden, bidt voor uw predikant.
Een persoonlijk getuigenis van ds. Dik Brienen, predikant van de CGK Hardenberg.