Hoe zit dat nu? Het gebod om de sabbat te vieren in hoeverre is dat te rijmen met de christelijke viering van de zondag? Al eeuwen bestaat er het onderscheid tussen ‘het houden’ van de sabbat en de zondag. De joden hebben hun zevende dag en de christenen (in meerderheid) hun eerste - of ook wel achtste – dag.

 

Een poosje geleden kreeg ik een boekje in handen gedrukt van een zuster die gemeentelid is bij de zevendedagsadventisten. De viering van de sabbat – de zevende dag van de week – in plaats van de zondag als rustdag wordt daarin als onaantastbaar gebod van God aangetoond. Zijn hun argumenten vanuit de Bijbel niet sterk genoeg? Of wil de grote meerderheid van zondagvierende christenen vasthouden aan een eeuwenlange traditie? Niet teveel nadenken. Zo hebben we het altijd gedaan. En, bovendien, is de kwestie wel belangrijk genoeg? Er spelen vandaag toch zaken die onze aandacht meer verdienen dan de vraag of er gerust moet worden op zaterdag of zondag!

Doop en Sabbat

Hoe lees je de Bijbel? Dat is een belangrijke vraag vooraf. Let op: wanneer ik de verbondsdoop (kinderdoop) verdedig dan zeg ik onder anderen: in het Nieuwe Testament wordt nergens met zoveel woorden het dopen van kinderen aangeprezen omdat het ‘logisch’ is vanuit het Oude Testament. Toen waren kinderen bij het verbond betrokken. Dus nu ook. Maar die redenering pas ik niet toe op het vierde gebod. Ik zeg niet: in het Nieuwe Testament wordt nergens met zoveel woorden de viering van de sabbat afgeschaft omdat het ‘logisch’ is vanuit het Oude Testament. Destijds sabbat vieren, dus vandaag ook. Daarom voel ik me ook wat ongemakkelijk als ik in de Beknopte Gereformeerde Dogmatiek van Van Genderen en Velema lees over de ‘omvang en de aard van het gezag van de Schrift’. “Toch gaat onze viering van de rustdag terug op het vierde gebod van de decaloog. Zo bedoelde de synode van Dordrecht (1618/1619) het blijkens haar uitspraak dat het vierde gebod deels moreel, deels ceremonieel.” Dan blijft nog de vraag: wat is de morele kant van het gebod en wat de ceremoniële zijde? In Matteüs 24:20 horen we de Here Jezus zeggen: Bid dat jullie niet in de winter zullen moeten vluchten en ook niet op sabbat. Ik begrijp ook wel dat de discipelen er niets van hadden begrepen als Jezus over ‘zondag’ in plaats van ‘sabbat’ had gerept. Maar je kunt uit die woorden van Jezus toch ook niet de conclusie trekken dat de ‘sabbat’ voor Jezus op termijn (eindtijd) heeft afgedaan.

Acta GS Zuidhorn

Het betreft hier de ‘handelingen’ van de Generale Synode van de GKV 2002-2003. Daar lag een uitgebreid rapport op tafel over de zondag als rustdag. Eén van de hoofdstukken gaat over ‘de wet en het vierde gebod in het Nieuw Testament’. Ik schrijf daaruit het volgende over: “Dat onze Here op de eerste dag is opgestaan en verschenen is zonneklaar. Dit heerlijke heilsfeit kan men wel het ‘overtuigende bewijs’ noemen [cursivering in het rapport zelf] dat de zondag de nieuwtestamentische sabbat is, maar daarmee is het bewijs wel verondersteld, maar niet geleverd”.

Keizer Constantijn

In de Bijbel lezen we over de gemeente die op de eerste dag van de week bijeenkwam. En het blijkt dat de vroege christelijke kerken hun eerste diensten op zondag vierden. Echter de invoering van de zondag als rustdag gaat terug op de Romeinse keizer Constantijn de Grote. Hij vaardigde – zo lees ik in Wikipedia - in 321 na Christus een wet uit waarin de zondag werd aangeprezen als de ‘eerbiedwaardige dag van de verering van de Zon’. Deze dag moest gelden voor heidenen en christenen. Constantijn voerde daarmee een forse reorganisatie toe onder de uiteenlopende godsdiensten in zijn rijk. De zondag als gemeenschappelijke noemer voor iedereen! Toen het christendom niet veel later staatsgodsdienst werd lag de zondag als rustdag al vast. Hoe zou het gegaan zijn als Constantijn voor de zaterdag in plaats van de zondag had gekozen?

Wetticisme

Misschien is dat wel de meest besproken kant van het sabbatsgebod. Wat mag je wel en wat mag je niet op die dag (of het nu een zaterdag of een zondag is)? Binnen het jodendom een vraag van belang. Onder christenen niet minder. Onlangs nog kwam ik op zondagochtend aanrijden bij de Maranathakerk in Groningen. De parkeerplaatsen in de buurt van het kerkgebouw waren bijna allemaal bezet. Waarmee? Met auto’s van mensen die boodschappen deden bij de Lidl of de Albert Heijn. Een dag als alle andere dagen. Op dat moment besefte ik eens te meer dat de invloed van de christelijke cultuur (een cultuur gegrond op de Bijbel of op menselijke traditie, dat laat ik nu in het midden) in Nederland in een paar tientallen jaren grotendeels verdwenen was. Tegelijk realiseer ik me dat als de invloed van christenen alleen tot uitdrukking zou moeten komen in een degelijke zondagsrust we dan nog ver van huis zouden zijn in het overbrengen van het evangelie. Dan komen de woorden van de Here Jezus in Matteüs 11:28-30 (HSV) bij mij boven: “Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.” Dat zijn woorden die in scherp en positief contrast staan tot een benauwende zondagsviering waarin elke uiting van ‘werk’ op een goudschaaltje wordt gewogen. En die datzelfde contrast tonen met een wereld (waar we als christenen volop deel van uitmaken) waarin de zweep van het wetticisme in toenemende mate heeft plaatsgemaakt voor ‘vrijheid blijheid’. Die ‘vrijheid blijheid’ heeft dan wel de ruimte geboden voor de zweep van de markteconomie die de mentaliteit van 24 uur per dag en zeven dagen per week heeft afgedwongen.

Rust

Sabbat of zondag? Die vraag beantwoorden is niet eens de belangrijkste. De kernvraag is of je de rust al ‘elders’ - namelijk bij Hem, de Here Jezus – gevonden hebt. Dan komt er een rust die elke dag gevierd mag worden!

 

Groningen                
N. Vennik