Geloof wordt in onze samenleving door velen gezien als iets achterlijks. Leuk voor thuis, maar niet op straat, op het werk of in de politiek. Geloof betekent een beknotting van de vrijheid, een bedreiging voor de redelijkheid en levert mogelijk ook nog gevaar op. Sommige atheïsten leggen de laatste jaren ook steeds meer nadruk op het laatste, het gevaarlijke aan religie.

 

Een wiskundige uit Engeland heeft een boek geschreven waarin hij ingaat op de argumenten van deze zogenaamde nieuwe atheïsten. De schrijver is John C. Lennox en hij schreef God in het vizier. Het boek is positief gerecenseerd door de wetenschapper Cees Dekker en de directeur van ForumC, Kors Visser.

 

 

Nieuwe atheïsten gaan een stapje verder dan de ‘gewone atheïst’. De laatste ontkent ‘enkel’ het bestaan van God. De nieuwe atheïst stelt daarnaast dat religie gevaarlijk is en bestreden moet worden. Atheïsten als Richard Dawkins, Stephen Hawking en Chr. Hitchens zijn een ware kruistocht begonnen tegen religie. Deze mensen zijn in hun eigen vakgebieden redelijk briljant en hebben populaire boeken geschreven over het gevaar en de achterhaaldheid van religie. Dawkins stelt: Geloof is een bron van kwaad, juist omdat het geen verantwoording behoeft en geen argumenten verdraagt. In zijn boek gaat Lennox na of de argumenten van de nieuwe atheïsten steekhoudend zijn, in filosofisch en historisch opzicht. In dit en een volgend artikel volgt een kleine bloemlezing van Lennox’ argumenten.

 

11 september 2001

Het nieuwe, fanatieke atheïsme is naar alle waarschijnlijkheid geactiveerd door de terroristische aanslagen op 11 september 2001. Aanslagen, kindermisbruik, etnische zuiveringen, inquisitie, we kunnen al deze zaken op het conto van religie schuiven, zo is de redenering. Dat atheïstische regimes (Stalin, Pol Pot, Noord-Korea) een veelvoud aan slachtoffers kennen, wordt weggelaten. Ook gaat men voorbij aan wat miljoenen gelovigen aan goeds hebben verricht.

Overigens is het goed om hier te vermelden dat niet alle atheïsten even gecharmeerd zijn van het fanatisme waarmee nieuwe atheïsten zich profileren.

 

Wat moet er dan voor God in de plaats komen? Dat is de wetenschap. Die moet gaan bepalen wat mensen ‘geloven’. Op de allereerste plaats gaat het dan om het evolutionisme: wetenschappelijk gefundeerd en dus geloofwaardig.

 

‘Big Bang’ en God

De theorie van de Big Bang, de zogenaamde oerknaltheorie, is volgens de nieuwe atheïsten voldoende om God niet langer als verklaring nodig te hebben. Opmerkelijk is dat de theorie van de Big Bang lange tijd door wetenschappers is afgewezen, juist omdat deze theorie een Schepper leek te veronderstellen. In 1931 kwam George Lemaitre, een christen,  met deze theorie en voorzag haar van argumenten. De Big Bang veronderstelt een begin! En dat stond haaks op de tot dan toe geldende opvatting dat het universum eeuwig durend is. Wie veroorzaakte dat begin dan? De theorie gaf  dus gegronde redenen voor een scheppingsgeloof. Mee daarom bleef er lange tijd verzet tegen de theorie van de Big Bang. Pas toen de bewijzen zich bleven opstapelen, raakte de theorie steeds meer geaccepteerd.

 

De oerknaltheorie wordt nu weer gebruikt om te bewijzen dat God niet bestaat! Iemand als Hawking stelt dat de natuurwetten, en niet God, verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van het universum. Bijvoorbeeld de wet van de zwaartekracht. Zo’n redenering roept natuurlijk vragen op. Waar komen die wetten dan vandaan? Een andere vraag is: hoezo veroorzaakt een wet een gebeurtenis? Als ik het glas dat ik in mijn handen heb goed vasthoud, dan valt het niet op de grond, ondanks de wet van de zwaartekracht. Filosofen als  L. Wittgenstein en C.S. Lewis zeiden al: natuurwetten brengen geen gebeurtenis voort. Ze veroorzaken niks. Ze beschrijven enkel het schema waaraan een gebeurtenis zich houdt. Dus ja, áls ik het glas loslaat, dán zal het op de grond vallen.

 

Goede redenen of blind vertrouwen?

Het hele punt waar het om draait in de discussie is dit: de nieuwe atheïst stelt dat hij alleen maar iets ‘gelooft’ (vertrouwt) als er goede redenen zijn om iets aan te nemen. Gelovigen geloven dingen zonder goede redenen. Hun geloof is een blind vertrouwen.

Ook de atheïst realiseert zich wel dat je niet alles met harde bewijzen kunt aantonen. Hoe toon je bijvoorbeeld spijkerhard de liefde van je partner aan? Ook een atheïst erkent dat bijvoorbeeld jarenlange trouw en liefdeblijken van de partner goede redenen zijn om aan te nemen dat die persoon van hem houdt. Ook in veel vakgebieden is bewijs niet spijkerhard maar veeleer van juridische aard: diverse bewijzen maken een theorie aannemelijk.

 

Is het christelijk geloof een kwestie van blind vertrouwen? Jezus lijkt alsof hij dat vraagt als Hij tegen Thomas zegt: zalig zij die niet zien maar wel geloven. Maar dat betekent niet dat het geloof het moet stellen zonder goede redenen, aldus Lennox. De ooggetuigenverslagen uit de evangeliën zijn juist bedoeld om ons goede redenen te geven om te vertrouwen. Ze zijn van een andere orde dan rechtstreeks zien, dat wel, maar daardoor niet minder betrouwbaar. Zien is maar één soort bewijs. Heeft u ooit Napoleon gezien? Of Nero? Of röntgenstraling?

 

Hoe meer bewijs, hoe meer vertrouwen. Zo gaat dat met een auto kopen (goede testresultaten, ervaringen/getuigenissen van anderen), met vriendschap, met alles. Het is zoals de evangelist Johannes zegt: er zijn nog veel meer wondertekenen gedaan door Jezus, maar deze schreef ik op zodat u gelooft in Jezus, de Messias. Dat Jezus Thomas berispte was omdat Thomas zijn medediscipelen, die hij toch langer kende dan vandaag, niet geloofde voor wat betreft hun waarnemingen.

 

Wanen en hallucinaties

Geloof en God worden regelmatig afgedaan als een waanidee, een vlucht voor de werkelijkheid. God is dan een iemand bij wie je je comfortabel kunt voelen. Een vaderfiguur voor infantiele mensen die geen verantwoordelijkheid durven nemen voor hun keuzes en denken. Zo dacht S. Freud en na hem vele anderen. Dit argument kun je natuurlijk vrij eenvoudig omdraaien. Atheïsten  zijn mensen die voor de werkelijkheid van Gods bestaan weglopen. ‘God bestaat niet’ is een waanidee dat hen bevrijdt van het feit dat je verantwoording hebt af te leggen tegenover God. Er is zelfs in Duitsland een buscampagne gevoerd met de tekst: God bestaat waarschijnlijk niet, dus maak je geen zorgen meer en geniet van je leven. Een uitspraak als déze zou wel eens opium voor het volk kunnen zijn! En niet religie, zoals wel is gezegd.

 

Van de directe volgelingen van Jezus wordt ook wel gezegd dat zij leden aan hallucinaties. Zij zagen een opgestane Jezus in hun verbeelding. Deze bewering is vrij gemakkelijk te weerleggen. Groepshallucinaties (dus dat veel mensen dezelfde hallucinatie in dezelfde tijd hebben) bestaan waarschijnlijk niet. Ten tweede: een hallucinatie is een projectie van het denken. Dat betekent: je moet eerst iets al bedacht of verwacht hebben vóórdat je je kunt inbeelden dat je het hoort of ziet. Wel, het laatste dat de discipelen bedachten was de opstanding. Het wou er in het begin zelfs niet in. Bovendien herkende men niet altijd direct Jezus na zijn opstanding.

 

In het volgende artikel zal aandacht worden geschonken aan de aannemelijkheid van Gods bestaan, van Jezus en zijn opstanding.

 

Hoogeveen               
Nynke Sikkema-Holwerda

 

N.a.v. John C. Lennox, God in het vizier, Waarom The New Atheïsts hun doel missen, 2013, 303 pagina’s, paperback, Ark Media te Amsterdam, € 19,95, ISBN 978 90 33800 16 0