Zoals ik de vorige keer al vertelde, kwamen mijn vrouw en ik op vrijdagmiddag in Caïro aan. De volgende dag heeft professor Istafanous ons Caïro laten zien. We reden door die immense stad en kwamen ook op het Tahrirplein, waar kort geleden de Egyptische lente uitbrak en gedemonstreerd werd, vooral door jongeren. Toen wij er kwamen, stonden er veel stadsbussen en krioelde het van duizenden mensen. Groot en klein. Wij zeiden tegen elkaar: `Als deze massa loskomt, houdt niemand ze tegen`.

Professor Istafanous bracht ons ook naar het Egyptisch Nationaal Historisch Museum van Oudheden. Prachtig, wat een materiaal uit het verre verleden van het Midden-Oosten. We bewonderden de sarcofaag van Toetanchamon, de Egyptische vorst, die regeerde tussen ca. 1345 en 1335 v. Chr. Hij werd begraven in een gouden kist. Die is bewaard gebleven en was te bezichtigen en te bewonderen. Onze begeleider en zijn vrouw vertelden ons veel over de geschiedenis van het Egyptische volk en over de Evangelisch Koptische Kerken in Egypte, waartoe zij behoorden.

We onderhouden nog steeds contact met hem, eerst per brief, nu per e-mail. Rond de demonstraties in Caïro tegen het regime van Moebarak berichtte hij ons ook over het gebeuren op het Tahrirplein. Iets heel bijzonders vond daar plaats. Tijdens het gebed van de jonge en oudere Moslims op dit plein, omringden de christenen hen om deze biddende volksgenoten te beschermen. Ze zongen Psalm 23. In de Moskeeën op de volgende vrijdag werden de christenen door de imams bedankt voor hun volgen van het voorbeeld van Christus daarin! Dat te vernemen, deed ons goed.

Professor Istafanous is ook een keer bij ons in Holland geweest. We zijn toen met hem naar onze Universiteit in Apeldoorn gegaan. Hij heeft kennis gemaakt met onze professoren daar. Zo vond er uitwisseling van opleidingsprogramma´s plaats en kon men van elkaar leren. Want ook de gereformeerde theologie strekt zich wereldwijd uit. Het is de vraag, gezien de leeftijd van hen en ons, of we elkaar nog eens zullen ontmoeten van hand in hand en oog tot oog.

Wat we wel weten is, dat we eens elkaar zullen terugzien voor de witte troon van onze beider Heer, Heiland en Koning. Ondertussen houden we de gebedsband in stand. Hij met zijn vrouw en gezin bidden voor ons en wij voor hen. Zo hebben we van Calvijn geleerd en geven we aan elkaar weer door. Het is een heel eigen ervaring: te weten, dat zij op ditzelfde moment aan ons denken en wij aan hen.

Zingt Psalm 119 vs.24 niet: `Aan wie U dient heb ik mijn hart verpand,

Ik ben een vriend van allen die U vrezen.

Uw goedertierenheid vervult het land,

ja, heel de aarde zal getuige wezen

van de geduchte daden van uw hand.

Laat mij uw trouw in alle dingen lezen´

 

T. Brienen,

Hoogeveen