De angst van iedere dominee is dat hij te laat komt voor de kerkdienst die hij zal leiden.

Het is mij gelukkig slechts één keer overkomen.

De aanleiding was een opeenstapeling van gebeurtenissen.

Ik was gevraagd om de middagdienst in Beverwijk te leiden, om drie uur.

Daarvoor moest ik zeventig kilometer rijden.

In die tijd had je nog geen Tom Tom en Routeplanner, je moest de tijd zelf inschatten.

Beverwijk was toen slechts te bereiken via de Velsertunnel, de Wijkertunnel was nog niet aangelegd.

Ik had de tijd naar Beverwijk ingeschat op een uur rijden.

Met het extra half uur dat ik er altijd bij neem, vertrok ik dus om half twee.

 

Het eerste oponthoud was de pleziervaart. De provinciale weg had één brug. U raad het: deze stond open voor de zondagse pleziervaart. Tijdverlies: 10 minuten.

Maar nog geen paniek, dat was ingecalculeerd.

Op de A9 gekomen gebeurde iets wonderlijks. Ook daar is, ter hoogte van het Amsterdamse Bos een brug in de Rijksweg. Ook deze moest open voor de pleziervaart.

Een paar automobilisten probeerden nog onder de dalende slagbomen door te rijden.

De laatste automobilist lukte dit niet en kwam eronder vast te zitten.

Gevolg: nadat de brug weer naar beneden was, konden de slagbomen niet open.

Gevolg daarvan: een enorme file.

Toen met man en macht de bomen omhoog waren gebracht en de kapotte auto weggesleept, konden we gaan rijden. Tijdverlies 30 minuten.

De hele file reed, maar strandde voor de Velsertunnel.

Want ook daar was waarschijnlijk een ongeluk gebeurd.

 

Zittend in de auto zag ik de tijd voortschrijden.

In die tijd had je geen mobile telefoons. De kerkenraad kon dus niet gewaarschuwd worden.

Van minuut tot minuut leefde ik mee.

Om vijf voor drie zag ik in gedachten de spanning van de kerkenraad toenemen: zou hij wel komen? Om drie uur zag ik hen in gedachten naar mijn huis bellen: is tie wel onderweg?

Om vijf over drie zag ik ze in mijn gedachten het besluit nemen: we beginnen de dienst alvast.

Maar nemen we een andere preek?

Heb jij erop gerekend zei de ene ouderling tegen de andere? Nee, eigenlijk niet, maar ik heb er altijd wel een in mijn jaszak zitten. Zo begon de dienst.

Om kwart over drie besloot de ouderling de preek uit zijn jaszak te gebruiken.

De liederen werden gebruikt van de opgave die ik had doorgebeld.

Achteraf bleek dat de gesprekken in de kerkenraadskamer exact zo verlopen waren.

 

Intussen zat ik me te verbijten in de auto. Rond half vier begon de file zachtjes aan te rijden.

Om vijf voor vier arriveerde ik. Zou ik de kerk nog binnen gaan? Ik besloot het te doen.

Stilletjes kwam ik binnen en hoorde nog net de laatste zinnen van de preek en het amen.

De ouderling verwelkomde mij en zei: kom maar naar boven dominee, dan kunt u afsluiten met gebed en geloofsbelijdenis.

 

Nooit heb ik me zo opgelaten gevoeld als toen.