Vijf jaar geleden hebben mijn vrouw en ik een reis naar Israël gemaakt Graag wilden wij ook eens een reis naar Rome maken, de stad waar Petrus en Paulus de gelovigen opzochten, hen onderwezen en  bemoedigden. Maar wanneer? Zo nu en dan spraken we hierover met onze kinderen. Onze jongste dochter kwam onlangs met het idee samen met hen te gaan. Dat was niet aan dovemansoren gericht.

Alles regelden onze kinderen voor ons: datum van vertrek en aankomst, vliegtickets, hotel. We hoefden slechts onze koffers te pakken en een reisgids mee te nemen. Uiteraard wilden we graag een kijkje nemen bij de belangrijkste toeristische attracties, zoals de Sint Pieter, het Colosseum, de catacomben en niet te vergeten de Kerk der Friezen. Op donderdag vertrokken we ’s ochtends van Schiphol en stonden ruim twee uur later op het vliegveld bij Rome.

Zoals gebruikelijk bij elke vakantie gingen we ook nu op zoek naar de kerk waar we op zondag naar toe wilden gaan om daar andere gelovigen te ontmoeten en God te dienen. De Kerk der Friezen was snel gevonden: links van het Sint Pieterplein, de trappen omhoog en wij wisten waar we de zondag om 10.30 uur moesten zijn.

Dan komt de zondag

Om kwart voor tien lopen we de kerk binnen. Een mooie kerk met meer dan 100 zitplaatsen. Uiteraard hangt naast de Nederlandse de Friese vlag. We worden welkom geheten door een gastvrouw, die om 10.00 uur aan de dan aanwezige kerkgangers de geschiedenis van de Kerk der Friezen vertelt. Voor ons natuurlijk erg interessant. Vlak voordat de dienst begint komen er nog diverse kerkgangers binnen, die dit verhaal van de gastvrouw vast vaker gehoord hebben, waaronder onze voormalige minister van landbouw die nu in Rome woont. Wanneer de dienst om half elf begint is de kerk gevuld met ongeveer zeventig personen. Een Belgische priester leidt de dienst, bijgestaan door vijf andere personen.

Het is voor het eerst dat ik een rooms-katholieke dienst bijwoon. Best spannend. Zijn er overeenkomsten? Wat zijn de verschillen? Nu hadden we natuurlijk ook via internet de kerkdienst in Dokkum kunnen meebeleven. Maar zeggen we niet vaak dat we ook onder rooms-katholieken onze broeders en zusters hebben? We kunnen het nu in praktijk brengen.

Liturgie

We beginnen de dienst met het zingen van: ‘Zingt God de Heer, de almachtige Koning, ter ere. Hij zal zijn volk als een Herder in liefde regeren.' In onze versie zouden we zingen: ‘Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere.' Ondanks dit kleine verschil doet het direct vertrouwd aan. Er wordt een aantal liederen in het Latijn gezongen, waaronder de geloofsbelijdenis, afwisselend door een voorzanger en de gemeente. De hoorders met een katholieke achtergrond zingen ze uit volle borst omdat ze die liederen in hun jonge jaren al geleerd hebben. Voor ons als protestanten is het niet te volgen. Maar het klinkt wel mooi en eerbiedig. De rest van de liturgie is in het Nederlands.

Nog een aantal opvallende mooie details. Na een van de liederen wordt gevraagd te knielen of te gaan staan, waarna er wordt gebeden. In onze kerken zal dat knielen moeilijk gaan, maar hier is dat mogelijk: knielen voor het aangezicht van God en zo je schuld belijden. Na het zingen van de geloofsbelijdenis wordt gevraagd degenen die bij jou in de buurt staan een hand te geven. Hoewel ik het Latijn niet verstond, kwam toch het gevoel bovendrijven dat dit ook iets is van de beleving van de gemeenschap der heiligen.

Preek en communie

De voorganger, een Belgische priester, vertelt dat het vandaag de zondag van de Drievuldigheid is. Hij laat daarom drie bijbelgedeelten lezen. Allereerst een gedeelte uit Exodus 34 (over de Vader) waarin Mozes bij de Heere God pleit om vergeving na de zonde met het gouden kalf. Vervolgens 2 Korinte 13, 11-13, over Vader, Zoon en Heilige Geest . En ten slotte Johannes 3, 16-18 over de Zoon.

Wat mij in de preek bijzonder opviel was het volgende. Christenen hebben een grote verantwoordelijkheid! Mensen die God zoeken moeten Hem kunnen ontdekken in het gedrag van de christenen, die beweren in Hem te geloven. En dat, in de eerste plaats, in de manier waarop ze gemeenschap vormen. Net zoals gemeenschap het kenmerk is van God, is gemeenschap-vormen de opdracht van elke christen: een gemeenschap die steunt op ware liefde, die deel heeft aan de goddelijke gemeenschap. Die gemeenschap komt er niet vanzelf; onze inspanningen alleen kunnen die niet bewerken. Ze is een gave van God: genade! 'Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in Ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden' (Joh. 17, 21).

Aan het eind van de dienst  worden de aanwezigen uitgenodigd om ter communie te gaan. De voorganger doopt de ouwel in een kom wijn en overhandigt die aan wie ter communie gaan. Als protestant kun je hier natuurlijk niet aan meedoen omdat de communie wezenlijk verschilt van het Heilig Avondmaal zoals wij dat kennen. Maar als je ziet met hoeveel heilige eerbied de communiegangers dit ondergaan, dan zou je er jaloers op worden. Overigens stond op de liturgie vermeld dat degenen die niet ter communie gaan, naar voren mochten komen om een zegen te ontvangen. Als teken hiervan kon men een arm voor de borst kruisen.

Na de zegen

Als slotlied zingen we het zesde couplet van het Wilhelmus. En dan is er koffie in de bovenzaal, genoemd naar professor Titus Brandsma uit Bolsward die in het concentratiekamp te Dachau is overleden. Diverse kerkgangers maken van de gelegenheid gebruik om onder het genot van een kop koffie met elkaar in gesprek te gaan.

Tijdens een gesprek met de voorganger over zijn preek, vertelde ik hem dat ik geraakt was over dat deel van zijn preek waarin hij uitlegde, dat zij die God zoeken in ons doen en laten God moeten leren kennen. Maar dat ik toch als protestant iets miste. Namelijk dat wij God en Jezus leren kennen in de Bijbel. Door daarin te lezen en die te bestuderen. Hij gaf dat direct toe, maar zei hij: 'Als ik dat aspect ook nog mee had moeten nemen werd de preek nog langer. Ik heb toch drie gedeelten uit de Bijbel laten lezen? Het Woord is wel open geweest.'  Vriendelijk namen we afscheid.

Het Sint Pieterplein

Toen we de Kerk der Friezen verlieten zagen we het plein vol mensen. Naar mijn idee waren het er meer dan vijfduizend. Wat was het geval? Paus Franciscus sprak de menigte vanuit een raam in het Italiaans toe. Zijn toespraak werd regelmatig onderbroken met luid applaus.

In de Sint Pieter ontdekten onze kinderen een voormalige buurjongen samen met zijn vriendin. Hij woont  nu in Amsterdam en is sinds kort lid van de zendingsgemeente De Oase. Een heel bijzondere ontmoeting in die miljoenenstad. Rondkijkend in de Sint Pieter zie je allemaal pracht en praal. Automatisch moet je dan denken aan Tetzel, die met zijn aflaatkoffertje rondtrok om de mensen op te wekken geld te geven met de spreuk ‘Wanneer uw geld in het kistje klinkt, het zieltje in de hemel springt’.

Uiteraard hebben we de overige dagen veel gezien: de Spaanse trappen, de villa Borghese, het Forum Romanum, Colosseum, de kerk waar volgens overlevering Paulus begraven ligt, de Sint Pieter, de Engelenburcht, de Trevi fontein, de catacomben en nog veel meer. Wandelen door de straten, de sfeer proeven. Maar pelgrim? Als toerist heb ik een goede indruk van Rome gekregen. Ik kan mij goed voorstellen waarom de stad zoveel toeristen trekt.

Een zondag in Rome? Heel bijzonder. Vooral dat je samen met anderen luistert naar het Woord van onze God, dat broeders en zusters samenbrengt, ook al wordt dat gebracht door een rooms-katholieke geestelijke. Ik had dit zondagsgevoel niet graag willen missen. De volgende zondag zaten we weer met z’n vieren in de kerk van Dokkum. Wat is toeval? De gastpredikant zei dat Paulus het voornemen had naar Rome te gaan om de gelovigen daar te bemoedigen (Romeinen 1). Rome, daar kwamen we net vandaan!

Voor ons een bevestiging dat het toch goed was de kerkdienst in de Kerk der Friezen bij te wonen. Geloofd zij onze God.

 

Pieter Sijtsma, Dokkum