Het voorjaar is in aantocht. Agrariërs maken zich klaar voor een nieuw groeiseizoen. Het zaaizaad en de meststoffen zijn besteld, het wachten is op de goede omstandigheden. Ondertussen bidden christenen, voor gewas en voor arbeid. Het is een mooie traditie, bidden voordat de (meeste) gewassen worden gezaaid en het groeiseizoen begint.

In de Bijbel wordt vaak over zaaien gesproken. Het bekendste gedeelte is misschien wel de gelijkenis van Jezus over de zaaier. Marcus 4. Hij zaait het zaad breed uit. Een deel komt in goede grond terecht. Een deel in minder goede grond of zelfs op de stenen. Afhankelijk van de plaats waar het zaad terecht komt, draagt het vruchten, deels dertig-, deels zestig-, deels honderdvoudig. De meeste Bijbellezers zullen het verhaal kennen. Toch heb ik me altijd afgevraagd waarom de zaaier niet zuiniger op zijn zaad is. Waarom zaait hij op plaatsen waarvan hij weet dat er geen opbrengst te verwachten is?

Met de huidige kennis over precisielandbouw verbouwen we juist gewassen op de plaatsen waar goede opbrengsten te verwachten zijn. Zaaien en bemesten waar het toch niet (goed)  wil groeien, vinden we tegenwoordig niet lonend. Duurzame landbouw is ook een efficiënte landbouw, zo vinden landbouwkundigen vandaag de dag.

De gelijkenis van de zaaier. Voor velen waarschijnlijk een bekend verhaal. Maar toch ook een verhaal met een vraag…

 

Een veel minder bekende tekst over zaaien staat in Prediker 11. Vers 6: ‘Zaai van de morgen tot de avond. Laat je hand niet rusten, want je weet niet of het zaad de ene of de andere, of elke keer ontkiemen zal.’ Ook Prediker geeft het advies om niet zuinig met zaad te zijn. Zaai de hele dag door, want je weet niet of en wanneer het kiemt.

Bij de teelt van suikerbieten worden tegenwoordig de voorbehandelde zaadjes op gelijke afstand in de rij gezaaid. Als de omstandigheden goed zijn, is het kiempercentage van het bietenzaad bijna 100%. Vergeleken met de huidige landbouwpraktijk lijkt dit advies van Prediker dus achterhaald. We weten tegenwoordig precies hoe we moeten zaaien om een goede opbrengst te mogen verwachten.

Inderdaad. Niet krijgen, maar mogen verwachten…

 

In Prediker 11 vers 1 gaat het over een wel hele aparte manier van zaaien. ‘Werp je brood uit over het water, want je vindt het later weer terug.’ Brood over het water werpen, uitzaaien. Ik heb me altijd afgevraagd: waarom zou je dat doen? Het antwoord is al even vreemd als de actie zelf; want je vindt het later weer terug.

Toch herken ik er wel iets van. U misschien ook wel. Als je aan het strand met een bal aan het spelen bent. Wanneer je de bal in het water gooit en de wind richting het strand waait, dan komt die bal op de golven altijd weer terug naar het strand.

Bij de goede omstandigheden van wind en getij mag je dat verwachten…

 

Verwachten

Zomaar een paar voorbeelden van wat je na zaaien kunt verwachten. Het blijkt dat de mate waarin wij iets verwachten vaak afhangt van de omstandigheden. Als de omstandigheden goed zijn, dan denken we al bijna zeker te weten wat er komen gaat. Zoals bij de suikerbieten. Verwachten lijkt dan haast een zeker weten.

De zaaivoorbeelden maken ook iets anders duidelijk. Namelijk dat je niet zuinig hoeft te zijn bij het zaaien en dat je een goede oogst mag verwachten. Je hoeft daarbij niet berekenend te werk te gaan. Na het zaaien mag je het aan God overlaten.

Verwachten is dan iets van uit handen geven.

 

Bij verwachten mag je ook je handen vouwen. Biddend verwachten. Biddag voor gewas en arbeid is zo’n moment waarbij christenen dat bewust doen. Aan het begin van het groeiseizoen. We weten niet wat de groei- en weersomstandigheden het komende seizoen zullen zijn. Agrariërs zaaien zonder te weten wat de opbrengsten zullen zijn.

 

U en ik

Komende weken ga ik in mijn volkstuin ook weer aan de slag. Het zaaizaad en het pootgoed is gekocht. Ik weet wat de ideale omstandigheden zijn. Als de grond is opgedroogd, gaat de compost over de tuin. Even inwerken en dan liefst wachten op een regenbuitje. Daarna het zaaibed klaarmaken. Tuinieren is vaak ook een kwestie van wachten, wachten op het juiste moment. Precisielandbouw in de tijd.

Thuis zijn we niet afhankelijk van de opbrengst van onze volkstuin. Toch geniet ik van een goede opbrengst. Ik bid er ook om.

 

En u?

Wellicht bent u nauwelijks bekend met de agrarische sector. Hebt u al helemaal geen volkstuin. U eet wel elke dag voedsel dat agrariërs dichtbij of veraf hebben verbouwd.

Het gebed voor gewas en arbeid kan zo het gebed van u en mij, van ons allemaal zijn.

 

Omdat we allemaal van God en zijn zegen afhankelijk zijn.

Daarom bidden we niet alleen als de omstandigheden het nodig maken.

We bidden omdat we het van God alleen verwachten.

 

Een goede en mooie traditie!

Bidt u mee?

 

Wiggele Oosterhoff, Dronten