De afgelopen week schoot mij ineens de profetie van Kajafas te binnen. Door te zeggen, dat het nuttig is, dat één mens voor het hele volk sterft, profeteerde hij over de dood van Christus Jezus. Hij duidde als het ware het sterven van Jezus als een grootse verlossingsdaad. Maar wij weten, dat Kajafas dat niet bedoelde. Kajafas wilde Jezus opofferen om zo rust in Jeruzalem te krijgen en niet het risico te lopen, dat de Romeinen maatregelen tegen oproer zouden nemen. Dus wat Kajafas bedoelde was uiteindelijk iets heel anders dan wat hij werkelijk zei en wat waarheid werd.

Daar moest ik aan denken toen ik luisterde naar mensen, die met hun woorden dingen bedoelden, die mij op zijn zachtst gezegd verontwaardigden. Het waren kerkelijke woorden en de Naam van God werd erbij genoemd. Maar de bedoeling van de worden was uitsluiting van mensen. En dat werd ook niet ontkend. Ik heb het echt goed gehoord. Men meende de woorden oprecht, in geloof en in de Naam van God. Het resultaat zou echter uitsluiting zijn en dat was ook de bedoeling. Ik stond perplex, maar kon er even niets aan doen.

Kajafas schoot me te binnen en ik sloeg de bijbel open. Zijn woorden (Johannes 11:49-52) waren in geloof, in de Naam van God en bedoelden Jezus uit te sluiten. Het effect van de woorden was echter een goddelijke profetie over de essentie en de werking van het lijden en sterven van Christus Jezus in Gods plan van verlossing. Het is maar goed, denk ik dan, dat niemand voor het ‘recht van Jezus’ heeft gestreden op dat moment. Maar die gedachte verwart mij wel heel erg. Moeten we dan soms niet strijden voor recht om het Woord en plan van onze God de ruimte te geven? In ieder geval weet ik nu dat het plan van God groter is dan de bedoeling van Kajafas. En wellicht zal dat ook in de door mij meegemaakte situatie gebeuren. Wellicht worden de vrome woorden van mensen door God wel gebruikt om het tegenovergestelde te bewerken.

 

 

P. van Dolderen, Almere