Zeer aangeslagen zijn de twee mannen die op weg zijn naar Emmaüs. Jezus van Nazareth van wie zij zoveel verwachtten is niet meer onder de levenden. En van een dode hoeven ze weinig – nee nog sterker uitgedrukt – géén bevrijding te verwachten. Van hun droeve tocht vanuit Jeruzalem vertelt ons de evangelist Lucas. Waar hoopte dit tweetal op? Wat zagen zij in Jezus dat ze van hem op verlossende daden rekenden?

Als je in de Bijbel leest dat de twee Emmaüsgangers Jeruzalem verlaten dan moet je oppassen. Zeker als je dat in Lucas leest, het evangelie dat begint en eindigt in de tempel te Jeruzalem. Afdalen van Jeruzalem naar Emmaüs? Dat zou er wel eens op kunnen duiden dat zij de verkeerde kant uitwandelen! Dat ze na hun ontmoeting met Jezus terugkeren naar de hoofdstad onderstreept deze veronderstelling. Ze moeten zijn in Jeruzalem – bij de elf discipelen en de andere volgelingen. Wat heeft het voor hen zo anders gemaakt? Betere vraag: Wie heeft daarvoor zorg gedragen? Jezus zelf!

Hoop?

Ze hoopten op een bevrijder. Een verlosser. In de ogen van de mensen (het volk) was Jezus een indrukwekkende profeet. Een profeet die er werkelijk toe deed. ‘Machtig’ noemen ze hem. De naam van de God van Israël was zeker aan deze Jezus te verbinden. Maar ach, als je onze geschiedenis doorleest (zo hoor je het duo bijna vertellen) dan weet je dat het met profeten vaak niet goed afloopt. Dat is het lot van de profeet. We zagen het helemaal met hem zitten. Hij zou ons bevrijden – loskopen van onze slavenstatus, van onze gevangenschap. We omschreven hem als een nieuwe Mozes die ons nu niet van Egyptische maar wel van Romeinse overheersing zou bevrijden. Welnu, vreemdeling die met ons oploopt, die hoop is verdwenen als sneeuw voor de zon. Jeruzalem heeft opnieuw een profeet gedood. We zijn er kapot van. We hadden deze gang van zaken niet voor mogelijk gehouden.

Wanhoop!

Waar je mee opgroeit dat draag je met je mee. Ze hadden al een levenlang geleefd in die hoop. Regelmatig doken er personen op die macht en gezag van God leken te hebben om van betekenis te zijn voor de bevrijdingsgeschiedenis van Israël. Profetische types en mannen die trekken van de Messias vertoonden. Maar hun optreden liep vast op hun hoogmoed of op ingrijpen van Romeinse zijde. En Jezus was nu de zoveelste teleurstellende figuur in het rijtje. Het leek heel wat, maar…

In Lucas 24 ontmoeten we Kleopas en zijn metgezel – en ze herkenden hem niet. Maar niet alleen hun ogen zitten dicht. Blijkbaar zitten hun oren dat ook. Hun oren draaien al zolang in het cirkeltje van ‘die ene redder die de heidense bezetter zou verdrijven’.

Tijdens Pasen had dat mooi gekund! Uittocht uit Egypte – destijds. Bevrijding van Rome – nu. Dat was nog eens Pesach vieren geweest! Daar past het kruis niet in. Het was niet de bedoeling dat hij zou vallen in de handen van de hogepriesters en leiders en dat die hem zouden overdragen aan die heidenen die hij juist had moeten verslaan. Hij stierf! Zijn kruisiging zette een streep door de rekening. Een ander bevrijdingsverhaal dan een oorlogszuchtig verhaal kennen ze niet. En als ze een ander verhaal ooit gehoord hebben (over kruisiging en opstanding en verzoening) dan is dat het ene oor ingegaan en het andere uit. Hoop heeft plaatsgemaakt voor wanhoop.

Hoop!

Het is ook wat apart om van het tweetal te verwachten dat ze zouden uitroepen: ‘Ze kruisigden Hem en dat is nu precies de weg waarlangs Hij ons verlost heeft.’ En toch is dat de beweging die ‘vreemdeling’ Jezus met hen gaat maken! De kruisdood van deze voor de Emmaüsgangers machtige profeet was noodzakelijk!

De vreemdeling stelt de retorische vraag of de Messias al dat lijden niet moest ondergaan om daar als Overwinnaar (want opgestaan!) uit naar boven te komen. Hun ogen dicht. Hun oren ook. Zelfs de voor hen overbekende geschriften – de Torah en de profetenboeken – blijken ‘opeens’ deze ‘aparte’ weg van lijden naar overwinning te bevatten. De weg van die wonderlijke profeet Jezus, die gekruisigde, blijkt vermeld te staan in die geschriften!

Het blijkt een geschiedenis van God te zijn waarbij Hij redt door zijn Zoon DOOR het lijden heen! De Messias, de Gezalfde met Gods Geest, draagt de last van schuld en lijden – al wat duister is concentreert zich aan het kruis op Hem. Onder die last gaat Hij ten onder.

Dat is juist, Emmaüsgangers, maar jullie doen wat ongelovig over die derde dag waarop die door jullie bedoelde Jezus zou zijn opgestaan. Nou, geloof het maar snel! Die Jezus van jullie leeft! Het nieuwe leven is openbaar gekomen DOOR lijden heen! Onverwoestbaar nieuw leven door Hem. We zien Jezus het grote doel van God ontrollen aan die twee wanhopige reizigers. En Hij brak het brood…en gaf het hun. Hij laat ze deel krijgen aan zijn Lichaam! Aan zijn lichaam dat onvergankelijk is opgestaan uit de dood! En ze leven niet langer met een dode profeet maar hun ogen én hun hart zien een Levende Heer. En dan op een holletje naar Jeruzalem! Die weg moeten ze gaan: óp naar Jeruzalem. Daar zullen ze Hem ontmoeten (opnieuw) samen met de elf en de andere leerlingen.

 

N. Vennik, Groningen