Het is een mal groot ding, eronder steken stokken uit.

Je drukt ergens op en er klinkt geluid.

Je trekt ergens aan en

er komt ineens een heel ander geluid vandaan.

Wanneer je er naar kijkt zie je wat buizen, groot en klein,

met rondom wat tierelantijnen in een soort raamkozijn.

Zou dat een orgel zijn?

 

 

Daar ligt een buis op een foedraal.

Hij glimt als zuiver edelstaal.

Er zijn wat gaten in geboord,

zodat je verschillende tonen hoort.

Eén uiteinde is dicht gemaakt,

waardoor de lucht de juiste kant opgaat.

Zou dat een dwarsfluit zijn?

 

Twee instrumenten, groot en klein.

Wil je ze horen, moet er lucht voorhanden zijn.

 

Twee instrumenten, groot en klein.

Als je niet hebt geoefend, zal het geluid rampzalig zijn.

 

Handen, voeten, groot of klein,

hebben veel geoefend, het gaat best fijn.

Dan klinkt muziek, als een hemels refrein.

 

Stemmen hoog en laag, soms verlegen, soms wat traag.

Brengen de blijde boodschap: Uw Redder leeft!

Hij is het die om u geeft.

Zelfs voor u Zijn eigen leven geeft.

 

Hij, geeft ons zuivere lucht en leert ons spreken.

Het is een onverdiend geschenk en bedenk:

Wij, zijn Zijn instrument.

 

Naar aanleiding van Johannes 20 vers 22.

 

Art van der Molen, Bierum