Van september tot en met maart hebben velen deelgenomen aan de jaarlijkse vormingscursus. Om de drie weken kwamen de deelnemers op zaterdagochtend bijeen in Drachten om bijgeschoold te worden over diverse onderwerpen. De komende tijd zal er in ons kerkblad een korte weergave gegeven worden van de behandelde onderwerpen. Vandaag de eerste bijdrage van ds. A.J. van der Toorn.

 

Wijsheid en levenservaring horen bij elkaar. Dat is algemeen bekend. Je merkt het ook in de zogenaamde Bijbelse wijsheidsliteratuur: wijsheid komt door levenservaring. Met ‘Bijbelse wijsheidsliteratuur’ worden de boeken Spreuken, Job en Prediker bedoeld.

Echte wijsheid heeft in de Bijbel wel een heel bijzonder kenmerk. Iets wat je echt wijs kunt noemen heeft altijd te maken met wat staat in Spreuken 1,7: ‘De vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis’ én Spreuken 9,10: ‘Het beginsel van wijsheid is de vreze des HEEREN’.

In beide verzen staat het woord ‘beginsel’, maar er worden wel twee verschillende woorden voor gebruikt. In 1,7 betekent het ‘het belangrijkste’. Dus: het belangrijkste van kennis is de vreze des HEEREN, oftewel het eerbiedig ontzag voor de Heere. In 9,10 betekent het echt ‘begin’. Dus: dáár «cursief» begint «einde cursief» wijsheid mee. Wil je wijs zijn of worden? Heb dan ontzag voor de HEERE. Dat is het belangrijkste. En alleen dáárdoor word je echt wijs.

 

Wijsheid hoort bij levenservaring, - volgens de Bijbel díe ervaring die je opdoet als je leeft in diep ontzag voor de HEERE. Wijs ben je en wijs word je als je Hem erkent als je God. En je laat gezeggen door zijn Woord.

Deze relatie met God, waardoor je in eerbiedig ontzag voor Hem leeft, is niet minder dan herschepping en wedergeboorte. Waardoor ons hart vernieuwd wordt, zodat het op God gericht is. En waardoor ons denken «cursief» hoe-langer-hoe-meer «einde cursief» vernieuwd wordt, zodat wij steeds meer gaan denken (over God, onszelf, anderen, de wereld) zoals het past bij Gods bedoeling. Want de zonde heeft ons verblind en ons tot eigen-wijze mensen gemaakt. Alleen als wij door de Heilige Geest tot volgelingen van Gods Zoon zijn gemaakt, zijn wij en worden wij steeds meer echt-wijze mensen.

 

Praktische wijsheid

De Wijsheidsboeken (Job, Spreuken, Prediker) gaan over het geleefde leven. Het kan lijken of ze meer over mensen gaan dan over God. Maar dat is nu net het geheim! In deze boeken word je geleerd wijs te zijn door als mens te-leven-voor-Gods-aangezicht!

Daar gaat heel de Bijbel over, maar in de Bijbelse wijsheidsliteratuur gaat het nadrukkelijk over «cursief» hoe «einde cursief» dat leven dan gaat. Hoe leef je nu « cursief» wijs «einde cursief» voor Gods aangezicht? Wat wil Hij dat ik doe in al die gewone en ongewone situaties van het leven?

De woorden van God (via Mozes en de profeten) worden in de wijsheidsliteratuur opgenomen en verwerkt. En dan tegen het dagelijks leven aangelegd. Om zo wijsheid te leren: wat betekent wat de HEERE zegt in de praktijk?

Samengevat: wijsheid is steeds verbonden met de ‘vreze des HEEREN’ en past Gods Woord concreet toe voor het dagelijks leven.

 

Spreuken

Zoals gezegd geven de wijsheidsboeken een toepassing voor het alledaagse leven van wat God in zijn wet (thôra) heeft gezegd. Zeker in het boek Spreuken merk je hoe wijsheid alles te maken heeft met het leven van alledag. «cursief» Levenservaring en waarneming «einde cursief» blijken belangrijk. En je herkent in Spreuken het dagelijks menselijke leven: het echtpaar, de familie, de verhouding tussen generaties, de relaties met hooggeplaatste personen, het werk, het politieke leven, de commerciële relaties, het beheer van bezittingen, de armoede, het taalgebruik, de behandeling van dieren, de voeding, de zonden (trots, woede…) en de deugden (geduld, oprechtheid), dronkenschap en luiheid, enz…

 

Levenswijsheid voor elke dag… Zo vind je de «cursief» Tien Woorden «einde cursief» allemaal in Spreuken terug. Bij elk van de tien een voorbeeld:

1. (Geen andere goden, de HEERE is de enige): Spreuken 3, 5-6

2. (Geen beelden, niet de HEERE op je eigen manier dienen): Spreuken 3,7

3. (Geen misbruik van de naam van de HEERE): Spreuken 30, 7-9

4. (Gedenk de sjabbat als téken van het leven met de HEERE): Spreuken 28, 9

5. (Eerbied voor je vader en moeder): Spreuken 23, 22

6. (Niet doodslaan): Spreuken 25, 28

7. (Geen overspel): Spreuken 6, 32

8. (Niet stelen): Spreuken 16, 8

9. (Geen vals getuigenis): Spreuken 14, 25

10. (Niet begeren): Spreuken 14, 30

 

Kenmerken van Spreuken

- Iedere wijsheidsspreuk is verbonden met de kernverzen: Spreuken 1,7 en 9,10. Wat genoemd wordt kan zo alledaags niet zijn of het heeft ermee te maken.

- De Spreuken hebben vaak de toon van «cursief» opvoeding «einde cursief». Zo gebruikt de wijsheidsleraar voor zijn leerling nogal eens de aanspraak ‘mijn zoon’. Het gaat niet zomaar om opvoeding, maar om «cursief» geloofs«einde cursief»opvoeding, waarin de vader/leraar zijn zoon/leerling de woorden en wijsheid van de HEERE doorgeeft.

- Veel spreuken zijn opgebouwd uit twee korte zinnen die elkaar versterken: óf door het tegengestelde te zeggen óf door hetzelfde te zeggen met iets andere woorden.

- Een spreuk is per definitie kort en krachtig en kent dáárom allerlei nuances niet. Zo komt het dat je de neiging kunt hebben om het (een beetje) oneens te zijn met zo’n spreuk. Zo van: dat is al te zwart-wit. Het voelt soms als ‘(te-)kort-door-de-bocht’.

- Een van de kerndingen in Spreuken die wij snel als ongenuanceerd/te-kort-door-de-bocht ervaren, is de (directe) beloning die aan de wijsheid wordt gekoppeld:  Wie de weg van de wijsheid gaat, wordt daarvoor beloond (11,31). En wie dwaas blijft, ervaart daar de gevolgen van. Andere Bijbelgedeelten hebben daar wat meer over te zeggen, zoals Job en Prediker.

Een volgende keer daarom iets over Prediker.

 

Rob van der Toorn, Haarlem

 

 

ds. A. J. van der Toorn is predikant te Haarlem