Er is dat bekende gedicht ‘Ik leg de namen van mijn kinderen in Uw handen’. Een gedicht als een gebed: wilt U onze kinderen bewaren. Geen onnodig gebed! Wat is het heerlijk als God dat gebed verhoort maar wat is het pijnlijk als een of meer kinderen laten merken het zonder Gods bewaring te willen doen.

Het vertrouwen op God ‘doorgeven’, hoe werkt dat? Is er een lijstje met zaken die van belang zijn met betrekking tot leven met God? Een lijst is vast op te sommen maar de praktijk is weerbarstiger dan de theorie. Menig opvoeder zal dat snel toegeven.

Aanleren

Maar het begint wel ergens. Mijn kinderen zouden nooit hun veters hebben leren strikken als ik het hun niet had voorgedaan. ‘Kijk, zo gaat dat. Probeer het nu zelf eens.’ Met fietsen hetzelfde. ‘Ga maar trappen, ik houd je vast. Ja, doortrappen.’ We blijven oefenen. Zo gaat het ook met liefhebben. Als je als ouder praat over liefde geven en je woorden staan haaks op de praktijk dan gaat er iets scheef. Nog deze week las ik over de onlangs overleden neuroloog Oliver Sacks die homoseksueel bleek te zijn en van zijn moeder de woorden kreeg toegevoegd: ‘Ik gruw van je, ik wou dat je nooit geboren was.’ Haar harde woorden achtervolgden hem zijn leven lang. Met haar interpretatie van de Bijbel kwam zij tot haar oordeel. Als je daarna als moeder spreekt over elkaar liefhebben en Gods liefde wordt het ingewikkeld om als kind gevoelens van liefde te ontwikkelen. Je leert om lief te hebben door zelf van een ‘levend voorbeeld’ liefde te ontvangen.

Geloof

Hoe zit dat met geloven, vertrouwen? Is dat ook te leren door áán te leren? Ik denk zelf aan het moment dat iemand uit onze familie er ernstig aan toe was en dat we met een aantal gezinsleden op het punt stonden naar het ziekenhuis te gaan. En dat mijn vader zei, voordat we de deur uitgingen, ‘nu gaan we eerst bidden’. Daar zit je met zijn allen op de bank en hij spreekt een gebed uit waarin de nood wordt uitgesproken en de diepe afhankelijkheid van God wordt beleden. Op zo’n moment staat God midden in ons leven. Mijn vader hééft wat met God. Het gaat niet om interessante en mooie woorden. Het komt er nu op aan. Hoe belangrijk het is om een verbinding te leggen tussen de God van je leven en het leven met je God! Misschien moet ik in plaats van ‘een verbinding leggen’ zeggen: om de verbinding te leven. Je relatie met God is zichtbaar én hoorbaar.

Derde doopvraag

Het eerste gedeelte van de derde vraag luidt: Belooft u dit kind, waarvan u de ouders bent, op te voeden overeenkomstig Gods verbond in de vreze des HEREN? Deze vraag staat ‘bol’ van relatie en intimiteit. Verbond: gaat over de innige relatie tussen God en zijn volk, zijn kinderen. Vreze: gaat over omgang van ontzag en liefde met de trouwe Vader. De beantwoording van die vraag reikt veel verder dan je kind de Bijbelverhalen voorlezen. Of ze naar een al of niet christelijke school te sturen. Het gezin maakt voluit deel uit van dat verbond. Daar is plaats voor vergeving, geduld. Daar is ruimte en tijd voor gesprek en gebed. Daar is plaats voor correctie met daarna een gemeende omhelzing. Mijn vrouw corrigeerde mij daar wel eens in als ik wel mijn ongenoegen liet blijken maar de weg van gesprek en genadevol omhelzen ‘even’ vergat. Zijn ouders met hun lek en gebrek in staat om transparant te zijn zodat zij ‘beeld’ zijn van Christus, van de liefde van de Vader. Praktisch, want met theorie ga je het op de lange termijn niet redden.

Hoe gelovig opvoeden?

Is de vraag over geloofsopvoeding, of beter: gelovig opvoeden, niet in de eerste plaats de vraag aan de ouders. Namelijk de vraag of ze enig idee hebben hoe aan gelovig opvoeden handen en voeten te geven. En het gaat er bij die vraag niet om schuldgevoelens op te roepen: wij hebben het verkeerd gedaan! Of om wanhoop te bevorderen: wat hebben we dan verkeerd gedaan? Maar wat kan er aan de orde komen: bidden voor je kinderen, bidden met je kinderen, gezinsmomenten, ruimte voor vieren, gesprekken over vertrouwen, karakter onder ogen zien en bespreken, muziek, Bijbellezen, zegenen, omgaan met smartphone en tv en pc, omgaan met anderen, relaties, trouw, intimiteit. Wat een hoeveelheid. En wat kan het helpen om via een cursus of gesprekgroep of praktisch handboek in de keuken van anderen te kijken. Ik herinner me ooit bij een gezin te hebben gegeten en na afloop kwam er een hoed op tafel waaruit een kaartje mocht worden getrokken door een van de kinderen die vervolgens voor die persoon of die situatie mocht bidden of danken. Bidden is niet alleen iets voor de vader in het gezin. Het gezin is nu juist de plek waar iedereen bidt en leert bidden. En door naar anderen te luisteren kun je soms blinde vlekken gaan zien in de opvoeding van je ouders of in die van jezelf. Zo heeft de Here Jezus ons ook aan elkaar gegeven om af te leren en aan te leren. Om in die weg ook onze eigen namen (die van de opvoeders) te leggen in Zijn handen.

N. Vennik, Groningen