In deze rubriek vertellen mensen die een functie in de kerk bekleden, iets over hoe ze deze functie in praktijk brengen. Diverse aspecten mogen daarbij aan bod komen. Bijvoorbeeld wat het werk inhoudt, hoeveel tijd het kost, welke leuke of vervelende dingen ze tegenkomen, en nog veel meer. Vandaag 'Ouderling in een vacante gemeente'. De kerkenraad van Nieuw Balinge is er samen voor gaan zitten.

 

Sinds het vertrek van ds. A. Versluis, in het voorjaar 2012, is onze gemeente Nieuw-Balinge opnieuw vacant. Opnieuw, want voordat ds. Versluis in 2006 het beroep naar onze gemeente aannam, hebben we het vijfenvijftig jaar zonder eigen dominee moeten stellen.
Wat vraagt dat dan van de ouderlingen? Eigenlijk niets anders dan van ouderlingen in een gemeente waar een predikant is. Want wat is nu de taak van een ouderling? Als we daarvoor putten uit de Bijbel of het bevestigingsformulier, dan komen een drietal aspecten naar voren:

1. Opzicht hebben over de gemeente

2. Acht slaan op de welstand en goede orde in de gemeente en

3. Acht slaan op het leven en de leer van de dienaren des Woords.

We noemen ze, omdat dit toch wel veel van ons werk weergeeft en gaan er kort verder op in.

Taken

Ten eerste: opzicht oftewel leiding hebben over. Het kan zo gemakkelijk verkeerd geïnterpreteerd worden. Alsof de ouderlingen het te vertellen hebben over de gemeente. Alhoewel zij met Goddelijke volmacht in een bepaalde gezagsverhouding staan in de gemeente, zal dat altijd een dienend karakter moeten hebben. Het formulier zegt zo mooi: juist om tirannie en heerschappij in de gemeente te voorkomen, zal men meerdere 'regeerders' over de gemeente aanstellen. Zelfs als zij, zoals we al schreven, met Goddelijke volmacht de tucht moeten uitoefenen, dan nog zal dat gericht moeten zijn op het heil van de broeder of zuster. Dat is ten diepste de bedoeling van dit aspect, het leiden van de gemeente tot Christus en daarin een voorbeeld zijn.
Ten tweede: acht te slaan op de orde en welstand. Binnen de gemeente mag geen onderscheid zijn, jong en oud, man en vrouw, een ieder moet zich veilig en gewaardeerd voelen. Er moet een omgeving gecreëerd worden waarin ieder lid tot geestelijke bloei kan komen. Dat kan per gemeente verschillen, maar de kern blijft onzes inziens dat Gods Woord vrij en in de volle breedte verkondigd moet kunnen worden.
Ten derde: Een predikant is ook maar een mens zeggen we weleens, nietwaar? Om hem te helpen zijn roeping naar Gods wil, want dat moet toch het doel zijn, uit te voeren, is het wijs dat hij broeders naast zich heeft staan die hem kunnen adviseren, beoordelen en desnoods corrigeren.

Aanspreekpunt

Nu dan, zie hier de (kern)taak van ambtsdragers, ook in een vacante gemeente. Uiteraard zijn er dan praktische verschillen met gemeentes waar wel een predikant staat. Om maar eens met het laatste punt te beginnen, wij kunnen geen acht slaan op een eigen dominee. Bij ons krijgt dat vorm in het spreken met gastpredikanten over hun preek.

 

Verder rusten veel taken op ons die anders wellicht veelal door een predikant gedaan worden. Denk aan vergaderingen leiden, eerste aanspreekpunt zijn bij bijzondere gelegenheden als doop, huwelijk, sterven etc.  Hoe je het ook wendt of keert, een predikant is altijd de spil in de gemeente en dat missen wij. Een stukje geestelijke leiding binnen de kerkenraad ontbreekt ook weleens. Sommige zaken zijn nu eenmaal niet 'zakelijk' op te lossen.
Al met al vraagt dit van ons dat wij onszelf ook goed moeten verdiepen in Gods Woord om daarin de weg te vinden die wij hebben te gaan. Verder is het belangrijk elkaar goed te informeren en ook elkaar te beoordelen en scherp te houden. Daar waar de spil ontbreekt moet ervoor gezorgd worden dat het niet als los zand aan elkaar komt te hangen. Dat vraagt discipline in het uitoefenen van het ambt.
Gezegend die gemeente waarin eenheid binnen de kerkenraad is.

De ouderlingen van Nieuw-Balinge.