Binnenkort vieren we weer het Paasfeest. Vieren? Het is toch lijdenstijd?

 

Het vierde artikel van de Apostolische Geloofsbelijdenis gaat zo:

 

’die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd,

gestorven en begraven, nedergedaald in de hel’

 

Natuurlijk heeft de Heer geleden onder het bewind van Pilatus, maar zou het niet juister zijn om de komma achter ‘Pilatus’ te verschuiven naar achter ‘geleden heeft’? Het lijden van Jezus begon reeds bij Zijn komst op aarde. Hij heeft de menselijke natuur aangenomen om aan ons gelijk te zijn zonder onze zondige aard over te nemen. Zo heeft Hij heel de tijd van Zijn leven op aarde de toorn van God over de zonde van het menselijke geslacht naar lichaam en ziel gedragen. Hij deed dit door met Zijn lijden als verzoening van onze schuld, ons vrij te kunnen pleiten bij God de Vader.

Jezus is de enige die werkelijk een tijd door de Vader volledig verlaten is geweest! Een uitroepteken waar je stil van wordt. Een zin waar je langer over na moet denken.

 

Jezus weet wat lijden is. Ook ons lijden kent Hij. Hij wil er in deelnemen. Dat is heel wat anders dan wanneer wij een kaart met ‘oprechte deelneming’ sturen naar de nabestaanden van een overledene. Het klinkt zo mooi en voelt zo goed en gemeend. Maar de vraag blijft, hoe zouden anderen ons leed kunnen overnemen? Ieder moet toch zijn eigen verdriet zelf dragen? Wat kort door de bocht wellicht, toch is er maar één die werkelijk deel kan zijn van ons lijden en dat is Jezus Christus. Heel Zijn leven was lijden en wie zo geleden heeft als Hij, kan met recht en volmacht de treurenden vertroosten. Dat beloofde Hij zelf. Mattheus vijf: ‘Zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden.’

 

Wanneer we nadenken over Zijn lijden, wordt de bitterheid, verslagenheid en wanhoop uit ons lijden weggenomen. Het betekent voor ons dat Hij meedraagt in wat wij te dragen hebben. Daar moeten we niet te lichtvaardig over denken, God gaf ons Zijn kostbaarste bezit: Zijn Zoon. Wij worden in ons leven geconfronteerd met zorgen, pijn, eenzaamheid en verdriet. Vragen te over. Laten we in dat alles ons hart openen voor de Grote Trooster, zodat Hij deelgenoot van heel ons leven kan zijn.

 

Bij Zijn opstanding merken we ook iets van die diepe betrokkenheid bij ons leven. Petrus wordt door Jezus met name genoemd om zo voor iedereen duidelijk te maken: Petrus hoort erbij. Ik heb ook zijn zonden, zijn verloochening gedragen. ‘Het is volbracht’ mag ook voor Petrus gelden. Dat mogen we ook op onszelf toepassen. Dat is onze roeping, luisteren naar Zijn roepstem.

 

Art van der Molen, Bierum