Jarenlang liepen de kerken in de steden leeg en verdwenen er vele. De krimp was enorm. Wie had durven hopen op het wonder, dat er nieuwe christelijke gemeenschappen zouden komen? Wat is het mooi om te horen dat God dit gegeven heeft. Het roept verwondering op en het maakt nieuwsgierig: wat gebeurt daar nu precies? Waar kunnen wij van leren? Als er niks meer is, waar start je dan? Wat heb je nodig? Wie neemt het initiatief?

 

De krimp op het platteland zette een aantal jaren later in. Ook daar is aandacht aan geschonken vanuit deputaten evangelisatie door het geven van de cursus Getuigende Gemeente: dit is een belangrijk instrument geweest om plattelandsgemeenten bewust te maken van hun missionaire roeping en mogelijkheden. De cursus stimuleerde tot het vormen van gastvrije en getuigende gemeenten in de dorpen.

 

Startpunt

Maar bij het starten van iets nieuws, een missionair-diaconaal project of een kerkplanting, waar start je dan? De kern ligt bij gehoorzaamheid, bereidwilligheid en verlangen. Als de woorden van God je hart hebben geraakt, hoe kun je dan anders, dan die met anderen willen delen? De bevrijdende liefde van de Heer Jezus Christus, die gun je ieder ander, toch? Jezus zelf moedigt ons aan met de woorden: Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen (Mat. 28, 19).

Dit ‘dopen en onderwijzen’ (letterlijk: ‘discipelen’) zijn activiteiten die niet los te maken zijn van de christelijke gemeente. Het is dus geen opdracht tot missionair-zijn voor een actief clubje gemeenteleden, maar voor de héle gemeente! Bedenk eens, hoe kunt u als gemeente getuigen van Gods goede daden? Is er een plek waar (nog) geen kerk staat? Is er een verlangen dat God u geeft? Ik moedig u aan om in gebed te gaan en Hem te vragen met Zijn ogen naar uw omgeving te leren kijken. Het doel van gemeente-zijn is tenslotte de verkondiging van Gods deugden: ‘Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte;  opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht’ (1 Pet. 2, 9).

Misschien krijgt u het verlangen om relaties te leggen met uw buren. Misschien krijgt u de behoefte om onderzoek te doen naar wat een kerk zou kunnen betekenen in een naburig dorp. Misschien wilt u de handen praktisch uit de mouwen steken voor eenzame ouderen in de seniorenflat even verderop. Misschien… geeft de Heer u een heel eigen verlangen als gemeente. Het zal passen bij de context, het zal passen in het plan van Hem.

 

Team

Een van de geleerde lessen van kerkplanting is dat dit nooit door één persoon gebeurt. We mogen samen op weg gaan, daarin schuilt kracht. Ik noem dat hier een ‘missionair team’. Misschien is dus wel een eerste stap om te bidden om draagvlak. Dit draagvlak bestaat naast de mensen ook uit tijd, geld en middelen. Ga eens na, waar wordt het geld van de gemeente aan besteed? Wat zegt dit over de focus van de gemeente? Zou er wellicht geld zijn om een missionair werker aan te stellen om het missionaire team te ondersteunen? Deputaten evangelisatie kan op dit praktische vlak met u meedenken om het draagvlak te verbreden.

 

Dienen

Kerkplanting is niet zozeer gericht op het toevoegen van nieuwe christenen aan een bestaande christelijke gemeenschap. Het doel is: vermenigvuldigen van die gemeenschap, door het planten van nieuwe gemeenten die worden gevormd door nieuwe christenen. Dit betekent dus, dat u zich richt op mensen die geen of weinig kerkelijke achtergrond hebben, vaak in een postchristelijke context. Startpunt is dan een luisterende, liefdevolle en dienende houding, om mensen te laten bloeien. Als mensen elkaar leren kennen, vertrouwen en het gevoel hebben ergens bij te horen, ontstaat er onder Gods genade een gemeenschap rond de relaties en activiteiten die het missionaire team aanbiedt.

In het evangelie van Lukas zien we hoe Jezus het voorbeeld geeft: door onderwijs en genezing heeft Hij lief en dient Hij de mensen. Jezus bouwt gemeenschap met het roepen van de discipelen, Zijn volgelingen noemt Hij Zijn familie. Hoe de kerk vorm krijgt, beschrijft Lukas in Handelingen. In hoofdstuk 1 wordt opnieuw het principe van ‘starten met dienen’ beschreven bij Paulus.

Liefhebben en dienen zijn dan net als evangelisatie geen losstaande activiteiten, zoals vaak in de kerken. Ook ‘kerk’ en ‘leven’ komen samen. Het is een holistische benadering.  Er is geen deel van het leven waar Jezus geen Heer is, geen situatie waar de kerk niet present zou kunnen zijn. Hierbij maakt het dan ook niet uit, of mensen samenkomen in een kerkgebouw, een café of bij iemand thuis. Dat zal per context verschillen. In het bereiken van mensen met een moslimachtergrond, zal je niet kiezen voor een café, terwijl deze plek voor een ras-Amsterdammer als het verlengde van zijn huiskamer wordt gezien... Je zult op zoek moeten gaan naar hoe je als een ‘leesbare brief’ het handelen van God in deze wereld kan weerspiegelen.

 

Vriendelijkheid

Hoe kunnen wij de Here Jezus introduceren bij mensen die Hem niet kennen? In sommige kerkplantingen wordt vrij snel gestart met een zondagse dienst, bij anderen juist weer niet. En hoe hier concreet invulling aan wordt gegeven, verschilt ook per situatie. Gaat u zelf eens kijken bij een missionair-diaconaal project of zendingsgemeente, om een indruk te krijgen! Dan zult u zien dat  elke context om zijn eigen benadering vraagt, bijvoorbeeld door daden van vriendelijkheid te doen zoals het bieden van huiswerkbegeleiding, of door koffieochtenden te organiseren. Door gelegenheid te creëren om te praten over God, of door situaties van ‘missionaire aanbidding’ te creëren, zoals een ruimte waar je kunt bidden of overdenken, of waar enkele Bijbelverzen worden gelezen. Door een ervaring van een beantwoord gebed te delen, of door een cursus over het christelijk geloof aan te bieden.

Dit alles, om mensen uit te nodigen in het Koninkrijk van God. Om als Zijn Lichaam de gekruisigde en opgestane Heer te vertegenwoordigen op aarde, waarbij wij mensen mogen laten zien dat ze in hun eigen tempo dichter bij Christus mogen komen. We mogen een zendingshouding aannemen, waarbij vormen uit de eigen traditie niet langer voorop staan, ter wille van het Evangelie. Zoals Christus, die uit liefde voor mensen Zijn heerlijkheid verliet om de gestalte van een slaaf aan te nemen. Hoewel we kritisch mogen en moeten zijn in de benaderingen die wij kiezen, moeten we niet méér hechten aan onze gewoonten, dan aan Christus en Zijn doel met mensen. Hij staat centraal.

 

Dit alles, in de hoop, in het verlangen, in het gebed, dat mensen tot geloof in de Here God mogen komen. Dat is en blijft het mooiste moment. Dat is het wonder dat alleen God kan geven.

 

Petra de Jong, Amsterdam

 

Mw. P. Th. de Jong-Heins is evangelisatieconsulent van de Christelijke Gereformeerde Kerken