Heer wees mijn Gids

De bundel van Johan de Heer is een wonderlijk fenomeen in de wereld van de christelijke geestelijke muziek. Velen dachten dat de bundel wel zo’n beetje zijn tijd gehad had, maar toen zong Joke Buis, een jonge vrouw, plotseling weer een CD vol met bekende liederen uit Johan de Heer. En ze deed dat niet uit nostalgische overwegingen, maar omdat de liederen haar nog steeds aanspreken.

En het bleef niet bij die CD, plotseling was daar het Groot Nederlands Johannes de Heer Koor. Musicus Wim Magre en zijn zoon Wilbert vonden dat het 150-ste geboortejaar van Johan de Heer (1866-1961) niet zomaar voorbij mocht gaan. Ze besloten een gelegenheidskoor op te richten. Stiekem hoopten ze op wel honderd deelnemers. Maar de aanmeldingen voor het koor stroomden binnen. ‘We zijn gestopt toen we bijna bij de 650 waren, maar het hadden er makkelijk duizend kunnen worden’. Inmiddels kun je je opgeven voor de editie van 2017. ‘Wat is het geheim van de zangbundel, waarom spreken deze liederen nog steeds aan?’, vraagt RD-journalist aan Van Beugel, een van de samenstellers van een liedbundel die royaal putte uit de bundel van Johan de Heer. Van Beugel: ‘Ik denk dat mensen die de Heere Jezus hebben leren kennen, ook graag Zijn Naam uitzingen’. ‘Ik denk dat deze liederen populair zijn geworden omdat ze de liefde van Christus evangelisch-bevindelijk vertolken.’

De samensteller

Johannes de Heer kwam nadat hij tot levend geloof gekomen was, terecht in Rotterdamse evangelisatiekringen. Hij mistte voor zijn werk daar een geschikt liedboek en besloot zelf zo’n bundel samen te stellen. De eerst uitgave dateert van 1905 en bevatte 675 liederen. Het waren deels liederen door hem zelf gedicht, maar ook liederen van anderen en vooral veel uit het Engels vertaalde Gospel Hyms. Inmiddels telt de bundel, na diverse uitbreidingen, meer dan duizend nummers. Lang niet alle liederen zijn even sterk, maar er is een ruim aantal evergreens, liederen die de tijd doorstaan hebben en die we graag meezingen als we ze op de radio of tv horen. ‘Ga niet alleen door ’t leven’, ‘Als g’in nood gezeten’, Vaste rots van mijn behoud’ en ‘Heer wees mijn Gids.’ Het zijn eenvoudige liederen die zonder omweg de weg naar ons hart vinden.

Begin jaren zestig kerkte ik in de Christelijke Gereformeerde Kerk van Emmeloord. Na de dienst haastte een groepje jongeren zich naar boven naar het orgel. We zongen dan liederen van Johannes de Heer. We zongen tot we niet meer konden. En ook op de jeugdweekenden en in de bijbelstudiekampen werd met passie en overgave gezongen. ‘Wees ook gij een Daniel, sta al is het alleen’, zongen we uit volle borst. En lied waar ik nog vaak aan denk. ‘Sta al is ’t alleen’. Het wordt gepraktiseerd door veel van onze broers en zussen in moeilijke landen. Hoe zal het ons in de toekomst vergaan? Laten we vooral blijven zingen. Zingen verstevigt je geloof. Je dankt, smeekt, je looft, alles komt er uit in een lied. En de rijm, de melodie en de muziek versterken de boodschap.

Volkssamenkomst

Later heb ik het voorrecht gehad om de liederen van Johannes de Heer op de Volkssamenkomsten in de Jordaan te zingen. Daar waren de eenvoudigen. Mensen die meer hadden met een zaaltje dan met een kerkgebouw. Johan Frinsel trad er op als evangelist en als verteller. Koffieschenkers waren tante Jans en tante Wil. Een bijzonder stel. Tante Jans was weduwe. Ze woonde op de Marnixstraat ‘3 hoog achter’. Het verleden van tante Wil was in nevelen gehuld. Op een dag was ze bij tante Jans aan komen waaien, voor een paar dagen. Ze is niet meer weggegaan. Tijdens de volkssamenkomsten kon je liederen opgeven. Nummer 5 was tante Wil haar favoriet: ‘Al de weg leidt mij mijn Heiland’. Van haar levensweg wisten we niet veel, maar wel het feit dat de Heiland haar niet alleen had gelaten. ‘Wat verlangt mijn ziel nog meer.’

 

Heer, wees mijn Gids op heel mijn levenspad,
Wees Gij mijn Gids.
Wijs mij de weg naar Sions gouden stad,
Wees Gij mijn Gids.
Blijf dicht mij bij, ga stap voor stap mij voor,
Dan ben 'k gerust en veilig volg 'k Uw spoor.

'k Was vroeger blind en dwaalde van het pad,
want 'k had geen Gids.
Ver dwaalde ik af, totdat ik ernstig bad:
'Wees Gij mijn Gids.'
Hij heeft 't verhoord, 'k ben nu verheugd en blij,
Want Jezus kwam en nu is 't Licht voor mij.

Nu aan Zijn hand, dwaal 'k nimmer van de weg,
Hij is mijn Gids.
't Zij door moeras of wel langs struik en heg,
leidt mij mijn Gids.
Licht, vriend'lijk licht stroomt van Zijn aangezicht,
'k Houd daarom steeds mijn oog op Hem gericht.